Nederlands Juristenblad 35
15 oktober 2014
2014/10
Kroniek van het vermogensrecht
Komt de Hoge Raad uit zijn ivoren toren? Het gebeurt maar zelden dat de Hoge Raad terugkomt op zijn eerdere rechtspraak. Het is dan ook opvallend als de Hoge Raad in een arrest expliciteert dat het betreffende arrest niet afwijkt van een eerdere beslissing. Vervolgens is het dan weer merkwaardig wanneer de uitleg van de Hoge Raad in de rechtsliteratuur op dat punt dan niet wordt geloofd en verdedigd wordt dat de Hoge Raad ondanks diens eigen zeggen wél is afgeweken van eerder ingeslagen paden. Wat is hier aan de hand? In de kroniekperiode dient zich een aantal van dit soort gevallen aan, waarvan het Berzona-arrest van 11 juli jl. op dat punt het meest opvalt.
Kroniek van het straf(proces)recht
In deze kroniek komt de (gestelde) daadkracht van het Ministerie van Veiligheid en Justitie veelvuldig aan de orde. Of het nu bijvoorbeeld gaat om het tegengaan van het uitreizen van Jihadgangers, het tegengaan van faillissementsfraude, of om langer toezicht op ex-gedetineerden, de minister en de staatssecretaris zijn van alle markten thuis. Dit komt terug in het aangekondigde beleid, lopende wetgeving en wetgeving die onlangs in werking is getreden. De misdaad moet en zal waar mogelijk worden bestreden en dan ook nog effectief, als het even kan. Toch toonde het kabinet ook terughoudendheid, bijvoorbeeld waar het ging om het mogelijkerwijs strafbaar stellen van belediging van geloof of geloofsbeleving. En dan zijn er ook nog de conceptwetsvoorstellen om de Grondwet aan te vullen met onder meer het recht op een eerlijk proces. De Hoge Raad heeft op zijn beurt richtinggevende arresten gewezen aangaande het systeem van het oproepen van getuigen op verzoek van de verdediging en het (eenvoudiger) ten laste leggen van grootschalig bezit van kinderporno. Er is dus vooral weer meer strafrecht, maar toch soms ook minder (minder, minder).
Kroniek van het algemeen bestuursrecht
Eindelijk is bekend hoe het kabinet invulling wil geven aan de aangekondigde splitsing van de Raad van State en de samenvoeging van de drie hoogste bestuursrechters. Meerdere ontwikkelingen op het gebied van de openbaarheid zijn het vermelden waard. Zo biedt de bestuursrechtspraak steeds meer handvatten om de problematiek van de verbeurde dwangsommen aan veelschrijvers enigszins te beperken, maar er liggen ook voorstellen die tot een meer actief openbaarheidsbeleid nopen. De toepassing van het relativiteitsvereiste heeft tot verduidelijkende en richtinggevende uitspraken geleid. En hoewel de bestuursrechter in toenemende mate is gericht op een spoedige en finale beslechting van het materiële geschil, wordt nog altijd veel geprocedeerd over formele aspecten. Bezwaar- en beroepstermijnen zijn in deze een rijke bron. Maar ook aloude vragen als wie of wat als belanghebbende kan worden aangemerkt en wat een bestuursorgaan of een besluit is kwamen aan de orde. En dan werd er natuurlijk gehandhaafd.
Kroniek van het burgerlijk procesrecht
Het burgerlijk procesrecht was het afgelopen jaar een rustig bezit. Die constatering staat evenwel in schril contrast met wat ons te wachten staat. Aangezien de voorjaarskroniek Rechtspleging is vervallen, wordt dat onderwerp in deze kroniek meegenomen. Daarnaast worden vanzelfsprekend de ontwikkelingen in rechtspraak en literatuur aangestipt ‘die u niet gemist mag hebben’.
Verder: de kronieken constitutioneel recht, belastingrecht, migratierecht, jeugdrecht, sociaal recht, omgevingsrecht en technologie en recht
Eerder verschenen
NJB 34 (2014)
9 oktober 2014
NJB 33 (2014)
3 oktober 2014
NJB 32 (2014)
25 september 2014
NJB 31 (2014)
18 september 2014
NJB 30 (2014)
12 september 2014