Artikelen van Bas Wallage
Tijdschrift
NJB 31 (2017)
Euthanasie op grond van een schriftelijke wilsverklaring
Mag je iemand die zich in een gevorderd stadium van dementie bevindt doodmaken omdat hij daar ooit in een schriftelijke wilsverklaring om gevraagd heeft? Ook als hij die verklaring inmiddels vergeten is en misschien niet eens meer begrijpt wat ‘dood zijn’ betekent? Artsen die aan de schriftelijke wilsverklaring geen waarde hechten, vinden dat ze met die vroegere persoon niets te maken hebben en willen alleen maar de patiënt zien zoals die zich nu presenteert. Hun eigenlijke motief is echter geen respect voor de wil of bekommernis om het belang van de ‘weerloze’ patiënt maar het niet willen of kunnen overschrijden van een ware morele grens. Artsen zouden dit morele dilemma moeten erkennen, en niet met rationalisaties moeten aankomen die kennelijk niet deugen.
Lees het hele artikel in Navigator.
Het bestuursrechtelijk bewijsvermoeden bij de toepassing van artikel 1F Vluchtelingenverdrag
In dit artikel worden twee situaties beschreven waarin het bestuursrechtelijk bewijsvermoeden wordt toegepast. Het wordt in deze situaties gebruikt omdat het voor het bestuursorgaan niet goed mogelijk is om feiten en omstandigheden die in haar bewijsdomein liggen te bewijzen. Bij het verkeerd aanbieden van een huisvuilzak is dat nog voorstelbaar en zijn de gevolgen van het toepassen van het bewijsvermoeden uiteindelijk gering. Voor de Afghaanse 1F’er heeft de toepassing van het bestuursrechtelijk bewijsvermoeden veel grotere gevolgen en is het bovendien haast onmogelijk om het vermoeden te weerleggen. Bovendien is de Nederlandse toepassing van artikel 1F Vluchtelingenverdrag niet in overeenstemming met het Handvest van de grondrechten en de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie.
Lees het hele artikel in Navigator.
Juristen, in het bijzonder advocaten, profijtelijk voor de samenleving én de burger?
Iedere jurist, in elk geval iedere advocaat, kent van oudsher het voor de hand liggende verwijt dat het recht en de rechtsstaat profijtelijker zijn voor de jurist dan voor de samenleving. Nieuw is dat deze geluiden nu ook meer vooraanstaande vertolkers hebben gevonden. Een terugblik op ontwikkelingen in de advocatuur in samenhang met maatschappelijke ontwikkelingen vanaf midden vorige eeuw tot heden werpt licht op de vraag hoe het zover heeft kunnen komen, maar ook op hoe het verder moet.
Lees het hele artikel in Navigator.
Tijdschrift
NJB 28 (2016)
Privaatrechtelijke rechtsvorming, regulering en wetenschap 0.13
Er is waarschijnlijk geen zichzelf respecterend departement privaatrecht in Europa te vinden dat zich niet bezighoudt met de toenemende vaak subtiele meergelaagdheid van het privaatrecht en de problemen die dat met zich brengt. Waar veel minder aandacht voor bestaat is wat deze veranderingen precies betekenen voor de methode waarmee zowel rechters, wetgevers en andere regelgevers, alsook rechtswetenschappers hun bijdrage leveren aan de beantwoording van rechtsvragen in een moderne meerlagige rechtsorde. Juist hierop wil het nieuwe Tilburg Institute for Private Law (TIP) zich de komende jaren gaan richten. Met dit artikel wil men aantonen hoe belangrijk en uitdagend dit kan zijn. De bijdrage eindigt met een onderzoeksagenda en een oproep aan collega-privatisten elders om mee te denken.
Lees het hele artikel in Navigator.
Onteigening in de Aanvullingswet grondeigendom
Het op 1 juli jl. in consultatie gegane wetsvoorstel Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet maakt een einde aan de noodzaak van rechterlijke betrokkenheid bij een onteigening door de bevoegdheid om over onteigening te besluiten neer te leggen bij het bestuursorgaan dat de onteigening beoogt. Alleen als een belanghebbende tijdig in beroep komt van een dergelijk besluit, zal een rechter zich over de kwestie buigen: niet de burgerlijke rechter, maar de bestuursrechter. Als verandering in wetgeving dient om een probleem op te lossen, dan zou een zo radicale stelselwijziging de respons moeten zijn op een zeer prangend probleem. Niets is echter minder waar. De enige reden is de wens van de regering om het onteigenings(proces)recht te dwingen in het stramien van het bestuurs(proces)recht. Het nu voorgestane systeem offert de rechtsbescherming voor de burger op het altaar van het uniformiteitsstreven.
Lees het hele artikel in Navigator.
Onrechtmatig Wmo-beleid
In het licht van de uitspraken van de Centrale Raad van Beroep waarin werd vastgesteld dat huishoudelijke hulp een voorziening is die onder de reikwijdte van de Wmo valt, wordt op grote schaal het Wmo-beleid herijkt terwijl tegelijkertijd massaal nieuwe aanvragen en herzieningsverzoeken worden ingediend. De vraag dringt zich daarbij op wat nu de rechtspositie is van Wmo-gerechtigden die eerder niet in bezwaar en beroep zijn gegaan. Loopt deze grote groep Wmo-gerechtigden nu tegen het leerstuk van de ‘formele rechtskracht’ aan of zijn er juridische mogelijkheden om de onherroepelijke beschikkingen alsnog open te breken?
Lees het hele artikel in Navigator.
Euthanasie I
Volgens Anne de Hingh van de VU wordt de Nederlandse samenleving ‘bij voortduring bestookt met campagnes en initiatieven op het gebied van euthanasie’, met name voor ‘zogenaamde vergeten groepen’. Zij moet daar weinig van hebben en dat wekt gezien de bewoordingen waarin zij zich uitdrukt geen verbazing.
Lees het hele artikel in Navigator.
Euthanasie II
De Hingh suggereert dat de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde en haar geestverwanten het menselijk leven reduceren tot koopwaar en de intimiteit van de dood instrumentaliseren: ‘De Levenseindekliniek heeft één duidelijke core business, te weten: het sterven.’ In plaats daarvan bepleit zij dat de mens het lijden en de dood weer op zich neemt en het sterven beschouwt als integraal onderdeel van zijn leven.
Lees het hele artikel in Navigator.
Tijdschrift
NJB 8 (2016)
Op weg naar een Europese ‘Digital Single Market’
Met twee nieuwe richtlijnvoorstellen maakt de Europese Commissie de eerste stappen richting een ‘Digital Single Market’ voor ondernemers en consumenten in de EU. Digitalisering staat hoog op de agenda van de EU-wetgever en het doel is om in de loop van 2016 een aantal maatregelen uit te werken om het vrij verkeer van digitale goederen en diensten te bevorderen. Deze bijdrage bespreekt de twee nieuwe voorstellen. Na het mislukken van een eerder harmonisatieproject op het gebied van het Europees kooprecht is de vraag: wat is de meerwaarde van de voorgestelde regelgeving en waarom zou deze regelgeving het wél moeten halen?
Versterking van de rechtsstaat in Oekraïne
In dit artikel wordt stilgestaan bij de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne waarover op 6 april een raadgevend referendum wordt gehouden, bij de staat van de rechtsstaat aldaar, in het bijzonder de positie van de rechterlijke macht daarin, het belang van versterking van de onafhankelijke rechtspraak met steun vanuit Europa en de ‘beloften’ die in dat verband in het verdrag liggen besloten. Ten slotte worden enkele problemen geschetst waarmee Oekraïense rechters zich geconfronteerd zien en wordt ingegaan op het initiatief van de gerechtshoven Arnhem-Leeuwarden, Krakow en Lviv om met elkaar in gesprek te gaan.
Aanhouding buiten heterdaad
De bevoegdheid tot aanhouding van een verdachte buiten heterdaad is nu belegd bij de officier van justitie. Thans is een wetsvoorstel aanhangig waarin deze bevoegdheid ook wordt toegekend aan zijn hulpofficier. Het is de vraag of dat verstandig is.
Een aantekening bij uitspraak over digitale hondenriem
Op 26 januari 2015 heeft de kantonrechter te Overijssel geoordeeld dat een elektronische hondenriem niet is te vergelijken met een gewone hondenriem (Rb. Overijssel 26 januari 2015, ECLI:NL:RBOVE:2015:440). Alhoewel dit oordeel begrijpelijk is, is de motivering van de kantonrechter op één punt vanuit technisch oogpunt discutabel. Dat punt wordt besproken.
Tijdschrift
NJB 23 (2015)
Meer aandacht voor privacy in de openbare registers?
De openbare registers dienen het goederenrechtelijke beginsel van publiciteit dat op zijn beurt rechtszekerheid beoogt. Tegelijkertijd maken die openbare registers een grote verzameling persoonsgegevens eenvoudig en digitaal toegankelijk voor iedereen. Dat doet de vraag rijzen of een systeem mogelijk is dat het goederenrechtelijk beginsel van publiciteit en rechtszekerheid dient, zonder dat dit ten koste gaat van de privacy van geregistreerden. De auteur meent van wel en put daarvoor inspiratie uit het Duitse systeem van beperkte toegang.
Aansprakelijkheid van de bestuurder van de penvoerder bij (niet) doorbetaling van subsidie
Onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten worden vaak uitgevoerd in een samenwerkingsverband van verschillende organisaties. Regelmatig wordt Europese of nationale subsidie ter beschikking gesteld aan de deelnemers van deze projecten. Subsidieverstrekkers prefereren uit efficiëntieoverwegingen dan één |aanspreek- en betalingspunt. Daarom wordt een penvoerder op Europees niveau ‘Coördinator’ genoemd aangesteld. De penvoerder ontvangt onder andere de subsidie en verdeelt deze onder de projectpartners. De penvoerder is vaak een vennootschap. Het komt echter regelmatig voor dat subsidiegelden door de penvoerder niet tijdig worden doorbetaald en dat de penvoerder later niet (meer) in staat is dat te doen. De vraag is of de bestuurders van de penvoerder dan aansprakelijk zijn jegens de overige projectdeelnemers (subsidieontvangers) die hierdoor subsidie zijn misgelopen.
Bed, bad en brood: een mensenrecht
Het Comité van Onafhankelijke Deskundigen heeft een correcte, juridisch volstrekt verantwoorde uitleg gegeven aan de verplichtingen die Nederland onder het ESH is aangegaan. Het zou Nederland sieren de uitspraak van het Comité, zonder verdere juridische beletselen op te werpen, uit te voeren. Nederland staat bekend als een land dat in zijn buitenlands beleid de bescherming van de rechten van de mens hoog in het vaandel heeft staan. De geloofwaardigheid daarvan staat onder druk als Nederland niet ook binnen zijn eigen grenzen de menselijke waardigheid van een ieder, ook van uitgeprocedeerde asielzoekers, serieus neemt.
De Dublinverordening
Het moge duidelijk zijn dat het huidige Europese asielsysteem onhoudbaar is geworden. De landen waar de meeste vreemdelingen binnenkomen, zijn niet meer in staat om op humane wijze de grote groepen asielzoekers op te vangen. De oplossing moet worden gezocht in een Europees verdelingssysteem waarbij lidstaten naar rato vreemdelingen opnemen. Deze verdeling kan niet bij voorbaat in aantallen worden gemaximeerd aangezien elke vluchteling het recht heeft een asielaanvraag in te dienen.
Tijdschrift
NJB 17 (2015)
Civiele whiplashzaken
Na het ‘standaardarrest’ Zwolsche Algemeene vs. De Greef I en vele daarop gebaseerde lagere rechtspraak, is de afgelopen periode een tweetal ‘whiplash-arresten’ van de Hoge Raad verschenen. Met de door de Hoge Raad afgegeven signalen lijken nu definitief stappen gezet in een discussie, die tot nog toe in veel whiplashzaken een constructieve regeling van de schade in de weg stond. Maar het ontbreken van ‘objectieve’ neurologische, neuropsychologische en/of psychiatrische afwijkingen en stoornissen, hoeft het aannemen van rechtens relevante klachten en beperkingen niet meer in de weg te staan. De ‘whiplashdiscussie’ gaat daarmee een volgende fase in. In een poging alvast wat lijn aan te brengen, wordt voor dit nieuwe stadium alvast een vijftal (aandachts)punten gesignaleerd. De laatste daarvan luidt dat nu van ieder whiplashslachtoffer, op straffe van sancties, een redelijke opstelling en medewerking in het kader van de schaderegeling wordt verlangd het niet onlogisch is dat (minstens) iets vergelijkbaars zou moeten gelden voor juist (de verzekeraar van) degene die het ongeval heeft veroorzaakt
Rechtseenheid of rechtsstaat als doelstelling van de Awb?
De belangrijkste opdracht die de VAR nu de Vereniging voor bestuursrecht VAR zich bij haar oprichting stelde was: het brengen van eenheid in het zo sterk verbrokkelde bestuursrecht. Nu, 75 jaar later, is die doelstelling in belangrijke mate bereikt. Mede door de inspanningen van de vereniging kent de Grondwet een bepaling die tot codificatie van algemene regels van bestuursrecht verplicht, is er een Algemene wet bestuursrecht (Awb) gekomen en is de literatuur over het algemeen deel van het bestuursrecht van grote omvang en diepgang geworden. De hoogste bestuursrechters, die enkele decennia geleden elkaars jurisprudentie niet kenden, bevorderen nu de eenheid door in de grote kamer van de Afdeling bestuursrechtspraak samen aan de hoofdlijnen van de jurisprudentie te werken. Kunnen wij hiermee tevreden zijn? Kunnen wij bijvoorbeeld uit het privaatrecht leren dat een codificatie wel anderhalve eeuw mee kan gaan? Natuurlijk is onderhoudswerk altijd nodig, maar is de basis van het algemeen deel van het bestuursrecht nu niet gelegd?
Over misdaden en straffen
In 2014 was het 250 jaar geleden dat de Italiaanse jurist Cesare Beccaria zijn traktaat Dei delitti e delle pene publiceerde. Een traktaat dat hem tot een van de boegbeelden van de strafrechtswetenschap maakte en waardoor hij als een van de belangrijkste wegbereiders van het hedendaagse strafrecht wordt gezien. In deze bijdrage wordt nagegaan in hoeverre deze conclusie terecht is. Daartoe wordt stilgestaan bij enkele van de gedachten die Beccaria ontvouwde en bij een aantal voorstellen die hij daarin deed om het strafrecht van zijn tijd te hervormen. Vervolgens wordt nagegaan in welke mate deze gedachten en voorstellen werden nagevolgd in de strafwetgeving en in de procespraktijk van de West-Europese landen. Aan de hand van resultaten verkregen uit archiefonderzoek naar strafprocessen uit de zeventiende en achttiende eeuw worden ten slotte de periode ‘vóór Beccaria’ en de periode ‘ná Beccaria’ met elkaar vergeleken, om zo de werkelijke impact van diens hervormingsvoorstellen na te gaan.
Artikel 1F Vluchtelingenverdrag
Op basis van vaste jurisprudentie van het EHRM wordt een bestuursrechtelijke punitieve maatregel gezien als criminal charge in de zin van artikel 6 EVRM. Vreemdelingengeschillen vallen echter buiten de toepassingsreikwijdte van dit artikel. Uitsluiting van vreemdelingen van de asielprocedure overeenkomstig artikel 1F Vluchtelingenverdrag kan echter zondermeer gezien worden gezien als een punitieve sanctie. Omdat artikel 1F Vluchtelingenverdrag is overgenomen in de Europese Definitierichtlijn kan wel een beroep worden gedaan op het Handvest van de grondrechten waarin vergelijkbare bepalingen zijn opgenomen als in artikel 6 EVRM. Daarom kan worden geconcludeerd dat in zaken waarin artikel 1F aan de orde is strafrechtelijke waarborgen, zoals de onschuldpresumptie, in acht moeten worden genomen.
De Raad van State en de voorhangprocedure
Het zal geen der lezers van dit magazine zijn ontgaan dat er thans een we mogen wel stellen: stevige discussie wordt gevoerd over de gesubsidieerde rechtsbijstand. Centraal in deze discussie staat onder meer het Besluit houdende wijziging van het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand en het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000. Dit besluit dat, ondanks een sterk ontradende motie van de Eerste Kamer toch door de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie is doorgezet, herziet significant het bekostigingsmodel van de gefinancierde rechtsbijstand.
Tijdschrift
NJB 38 (2014)
De letselschadevordering in het strafproces
De letselschadevordering in het strafproces is voor de benadeelde cruciaal, voor de verdachte problematisch en voor de rechter vaak te complex. In de praktijk staan in een dergelijke procedure verschillende belangen op gespannen voet met elkaar: het belang van de benadeelde bij een solvabele wederpartij en bij behoorlijke bejegening en afwikkeling, het belang van de aangesprokene bij een met waarborgen omklede procedure en het belang ‘van het strafproces’ bij een vlotte en ordentelijke afdoening. Belangen die niet eenvoudig met elkaar zijn te verenigen. Normering van zowel vermogensschadeposten als vergoedingen van ander nadeel (smartengeld), wellicht zelfs in de vorm van ‘all in-bedragen’ voor beide schadesoorten, zou aan de verschillende belangen in belangrijke mate tegemoet komen.
Kader voor de crisis
Nu de hervormingsagenda van het kabinet, mede afgedwongen door de economische crisis, in volle gang is, rijst de vraag wat de concrete impact van alle nieuwe maatregelen zal zijn. Hervormingen in de zorg, maatschappelijke ondersteuning en onderwijs raken ook aan sociaal-economische mensenrechten. In deze bijdrage onderzoeken we hoe dergelijke maatregelen zullen worden beoordeeld onder het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten (IVESCR). Deze discussie is des te actueler nu Nederland overweegt partij te worden bij het Facultatief Protocol bij dit Verdrag, dat voorziet in een individueel klachtrecht op internationaal niveau.
De legale vreemdeling zonder documenten
Naast de wenselijkheid van een vaststellingsprocedure voor staatloosheid geldt voor de huidige groep ongedocumenteerde vreemdelingen, die rechtmatig in Nederland verblijven, dat zij op een aantal terreinen niet volledig gebruik kunnen maken van elementaire sociale rechten en behoeften. Zij ondervinden ongemakken in hun contacten met private instellingen en bedrijven, die andere vreemdelingen niet kennen. Dat maakt hun bestaan in Nederland in bepaalde opzichten onnodig lastig. Er is voorts geen perspectief op een volwaardig bestaan nu formele obstakels onneembaar blijken bij een verzoek om naturalisatie en een beroep op bewijsnood een lege huls is.
Bescheidenheid en moed
Tijdens de buitengewone zitting van de Hoge Raad op 30 oktober 2014 ter gelegenheid van het afscheid van de president, onze oud-redacteur mr. Geert Corstens, sprak deze de navolgende rede uit.
Tijdschrift
NJB 28 (2014)
Verruiming bevoegdheden vreemdelingentoezicht
Per 1 maart 2014 is de ‘Wet verruiming bevoegdheden vreemdelingentoezicht’ in werking getreden. De nieuwe wet roept de nodige vragen op, al is het momenteel nog onduidelijk hoe deze wet in de praktijk zal worden toegepast. De nieuwe bevoegdheden bewerkstelligen inhumane situaties, zo wordt hier betoogd, waarbij de waardigheid van de vreemdeling wordt aangetast. Daarbij is er gevaar voor inbreuk op grondrechten terwijl de noodzaak daarvan niet is aangetoond. De verweermogelijkheden van de vreemdeling tegen de nieuwe wetgeving zijn minimaal, maar is de vreemdeling ook nog illegaal dan is deze helemaal rechteloos.
Modernisering van het Wetboek van Strafvordering
Het Ministerie van Veiligheid en Justitie heeft het plan opgevat om het huidige Wetboek van Strafvordering (volledig) te moderniseren. Waar het huidige Wetboek een jarenlange ontstaansgeschiedenis heeft zal de introductie van het nieuwe Wetboek, als de voortekenen niet bedriegen, in een veel kortere periode tot stand komen. Het Wetboek wordt gemoderniseerd om ‘de tand des tijds’ weer adequaat te kunnen doorstaan, maar daarbij wordt de verdediging tegelijkertijd teruggedrongen in een rol die zich kenmerkt door een gebrek aan rechten, tijd en mogelijkheden. Efficiënt is dat, bezien vanuit een vervolgende overheid, ontegenzeggelijk wel, maar het predicaat ‘behoorlijk’ verdient het niet.
Artikel 1 van het nieuwe Wetboek van Strafvordering
Modernisering van het Wetboek van Strafvordering is aanstaande. Een prachtige kans, niets te vroeg ook, om het wetboek up to date te krijgen. Om wensen, dromen zo u wilt, te realiseren en het wetboek bestendig te maken voor de komende decennia. Minister Opstelten is er met zijn toespraak bij het congres Modernisering Wetboek van Strafvordering al in een vroeg stadium in geslaagd om de betrokkenen bij die modernisering op scherp te zetten. Zijn toespraak spitste zich toe op het eerste artikel van het huidige wetboek: Strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij de wet voorzien.
Willem Johannes Witteveen
De afspraken met Willem Witteveen staan nog in onze agenda’s: over de begeleiding van promovendi en studenten, nieuwe onderzoeksplannen en de methodiek van het onderwijs. Maar voordat we weer zouden overgaan tot de orde van de dag, zouden we zijn verhalen horen over de reis door Indonesië. De veelheid van culturen en religies in dat grote land zou Willem ongetwijfeld hebben geassocieerd met de vragen die hem bezighielden zo lang als we ons herinneren; vragen naar de mogelijkheden van mensen om in vrede samen te leven in een wereld die op zoek is naar ordening door het recht.
Over soevereiniteit
Tijdschrift
NJB 12 (2014)
Beroepsziekten anno 2014
Uit recente jurisprudentie in beroepsziektezaken dringt zich een beeld op dat deze niet veel verbetering voor de door een beroepsziekte getroffen werknemer heeft gebracht. De complexiteit, de kosten en de soms ronduit schrijnende doorlooptijden van deze zaken nemen hand over hand toe. De nadere invulling van het proportionele en het predispositieleerstuk, de toepasselijkheid van artikel 6:99 BW en de eisen die aan het bewijs ter ontkrachting van het causaliteitsvermoeden moeten worden gesteld, moeten verder worden doorontwikkeld. Met de huidige rechtspleging in beroepsziektezaken (b)lijkt Nederland niet in staat om de feitelijke toegang tot het recht in het licht van artikel 6 EVRM te waarborgen.
Uitbreiding van handhavingsmechanismen fundamentele arbeidsrechten
In een groot aantal internationale verdragen zijn fundamentele arbeidsrechten vastgelegd, zoals het recht op vrije vorming van vakorganisaties, het verbod op kinder- en dwangarbeid alsmede het recht op een veilige arbeidsplaats. Handhaving van deze rechten vindt plaats via publiek- en privaatrechtelijke toezichtprocedures, die overigens met de globalisering van de economie een toenemende diversiteit vertonen. Publiekrechtelijke organisaties spelen weliswaar een grote rol in de totstandkoming van normen, verdragen en verklaringen maar beschikken over onvoldoende bevoegdheden om er op toe te zien dat die normen daadwerkelijk worden nageleefd. Global governance van sterke internationale organisaties zou tegenspel moeten bieden aan de grote internationale spelers in industrie en handel. Want ondanks alle verdragen en vrijwillige codes in het kader van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen worden er dagelijks schendingen van internationale arbeidsnormen gemeld en halen grote misstanden regelmatig het nieuws. Wordt het niet tijd voor een internationale controle op de arbeidsrechten in de handel en een daaraan gekoppeld global social label onder ILO-regie?
Onze oude, onbeminde Grondwet
Op 29 maart 2014 viert Nederland het 200-jarig bestaan van zijn Grondwet, een van de oudste grondwetten ter wereld. Maar Nederlanders hebben niet veel op met de Grondwet. Hoewel we belang hechten aan het bestaan ervan, weten we nauwelijks wat er in staat. In ons land geen uitbundig vlagvertoon op een Nationale Grondwetsdag. Terwijl in een belangrijk document als de Grondwet normen en waarden zijn vastgelegd die de nationale identiteit bepalen, de grondrechten voor burgers beschrijven en op indirecte wijze bijdragen aan de stabiliteit van een land en daarmee aan de economische vooruitgang van zijn inwoners. Een levende Grondwet begint met het overbrengen van de waarden, beginselen, instituties en structuren van een politiek systeem van de ene op de andere generatie. Niet als dictaat van de doden naar de levenden, maar als de inspiratie die een oud idee kan bieden aan nieuwe uitdagingen.
Inhumaan vreemdelingenbeleid: de zieke vreemdeling
Vreemdelingen in een ‘medische noodsituatie’ die binnen drie maanden ernstige gevolgen kan hebben, mogen niet worden uitgezet. Om dit criterium het hoofd te bieden koopt Nederland voor drie maanden medische zorg in het buitenland in teneinde de zieke vreemdeling toch uit te kunnen zetten naar dat buitenland. Wat er na die drie maanden met de zieke gebeurt is dan onze zaak niet meer. Dit is een inhumane manier van doen die niet strookt met de gedachte achter het begrip ‘medische noodsituatie'.
Tijdschrift
NJB 13 (2013)
De definitie van euthanasie in het onderzoek naar medische beslissingen bij het levenseinde
Een serie onderzoeken heeft een in de wereld ongeëvenaarde schat aan informatie opgeleverd over de Nederlandse praktijk van medische beslissingen bij het levenseinde. Toch kleeft er een gevaar aan het gebruik van de verzamelde gegevens omdat de onderzoeken zijn gebaseerd op een juridisch incorrecte classificatie van medische handelingen bij het levenseinde. Als een arts gevraagd wordt naar zijn subjectieve intentie zal de arts die vooraf de bedoeling had het overlijden te bespoedigen, de vraag of het overlijden het gevolg was van handelen met die intentie in beginsel met ‘ja’ beantwoorden. Maar van euthanasie is alleen sprake als het overlijden van de patiënt in feite door zijn handelen is veroorzaakt.
Onderzoek dat gedaan wordt in het kader van een wetsevaluatie moet uitgaan van een juiste interpretatie van de centrale begrippen uit de wet die geëvalueerd wordt. Zeker als de juristen die aan de evaluatie deelnemen wél van de juiste interpretatie uitgaan. Dat het onderzoek niet aan deze eis voldoet is een ongewenste situatie die, ook in het buitenland, tot misverstanden omtrent de praktijk van euthanasie in Nederland leidt.
Onderzoek dat gedaan wordt in het kader van een wetsevaluatie moet uitgaan van een juiste interpretatie van de centrale begrippen uit de wet die geëvalueerd wordt. Zeker als de juristen die aan de evaluatie deelnemen wél van de juiste interpretatie uitgaan. Dat het onderzoek niet aan deze eis voldoet is een ongewenste situatie die, ook in het buitenland, tot misverstanden omtrent de praktijk van euthanasie in Nederland leidt.
Artikel 63 Wetboek van Strafrecht: een nog onopgelost probleem
Een recente beslissing van de Hoge Raad over de samenloopregeling in het Wetboek van Strafrecht zorgt ervoor dat rechters bij de bestraffing van ernstige oude misdrijven mogelijk geen passende straffen kunnen opleggen. Terwijl juist de opheldering van oude zaken steeds meer aandacht krijgt.
Digitaal demonstreren: cybercrime of online activisme?
Een verkenning van het recht op digitale betoging
Sinds mensenheugenis worden betogingen gehouden. In onze huidige maatschappij kiezen burgers echter steeds vaker voor de optie om digitaal hun mening te uiten. Een van de varianten daarvan is het digitaal aanvallen van organisaties door wie de demonstranten zich benadeeld voelen of die ze om ideologische redenen een lesje willen leren. Waar de activisten dit een digitale betoging noemen, wordt dit door anderen een digitaal misdrijf genoemd.
Sinds mensenheugenis worden betogingen gehouden. In onze huidige maatschappij kiezen burgers echter steeds vaker voor de optie om digitaal hun mening te uiten. Een van de varianten daarvan is het digitaal aanvallen van organisaties door wie de demonstranten zich benadeeld voelen of die ze om ideologische redenen een lesje willen leren. Waar de activisten dit een digitale betoging noemen, wordt dit door anderen een digitaal misdrijf genoemd.
SGP-toevoeging is logisch, quotum-voorstel niet
De SGP voegt aan het reglement toe, ‘dat geslacht niet kan worden tegengeworpen bij de kandidaatstelling’. Die toevoeging is niet in strijd met art. 4 van de statuten. Het voorstel van het Clara Wichmannfonds de Kieswet te wijzigen maakt de meeste inbreuk op de grondrechten van de SGP.
Normering van aandeelhouders
Redelijkheid en billijkheid of misbruik van bevoegdheid?
Blog
Onrechtmatig Wmo-beleid: wat nu?
Van gemeenten mag voortvarendheid en heldere communicatie worden verwacht bij de aanpassing van het Wmo-beleid en van de Wmo-gerechtigden mag enig geduld worden gevraagd.