De Centrale Raad van Beroep (CRvB) heeft in een uitspraak van 29 februari 2024 geoordeeld dat de gemeente Amsterdam studenten niet heeft gediscrimineerd in het wel of niet toekennen van energietoeslag. Een Amsterdamse student had in 2022 energietoeslag aangevraagd, maar de gemeente wees de aanvraag af. In het beleid stelt de gemeente namelijk de voorwaarde dat studenten een energiecontract op eigen naam moeten hebben.

Studenten konden in 2022 een eenmalige energietoeslag krijgen wegens gestegen energiekosten, maar zij moesten wel voldoen aan extra voorwaarden dan andere minimahuishoudens. Eén van deze voorwaarden was dat de student een energiecontract op naam had op het adres waarvoor hij de energietoeslag aanvroeg. De Amsterdamse student die de zaak aanspande had geen energiecontract op eigen naam. Omdat deze voorwaarde niet gold voor andere minimahuishoudens voerde de student aan dat er sprake is van discriminatie. De gemeente gaf aan het belangrijk te vinden dat alleen de huishoudens die de energietoeslag echt nodig hebben, deze krijgen. Tegelijkertijd was het belangrijk dat de regeling eenvoudig uitvoerbaar was, zodat snel kon worden gehandeld. Door de oplopende energieprijzen kwamen veel minimahuishoudens namelijk in acute financiële problemen. De gemeente heeft uitgelegd dat voor studenten extra voorwaarden zijn gesteld omdat zij zich veelal in een andere woonsituatie bevinden dan de andere minimahuishoudens. Een groot deel van de studenten woont thuis en betaalt zelf geen energiekosten. Verder wonen veel uitwonende studenten op kamers; hun energiekosten zijn feitelijk vaak niet gestegen.

Arrest CRvB

De CRvB oordeelt dat er sprake is van ongelijke behandeling van vergelijkbare gevallen, maar dat deze ongelijke behandeling objectief gerechtvaardigd is. Door de eis van een energiecontract op naam te stellen, zorgde de regeling ervoor dat alleen die studenten voor een energietoeslag in aanmerking komen die naar alle waarschijnlijkheid te maken hadden gekregen met gestegen energiekosten. De regeling is daarmee redelijk en geschikt om het doel te bereiken, waardoor het verschil in behandeling tussen studenten en andere minimahuishoudens gerechtvaardigd is. De gemeente hoefde de Amsterdamse student dus geen energietoeslag te betalen.

ECLI:NL:CRVB:2024:304

Bron: www.rechtspraak.nl

Laatste nieuws