De algemene beschouwing in het op 18 april 2024 gepubliceerde jaarverslag 2023 van de Raad van State staat in het teken van vernieuwing van de rechtsstaat. De democratische rechtsstaat moet bij de tijd blijven, in de toepassing van digitale technologieën, met een toekomstbestendige Grondwet en een sterkere rechtsstatelijke cultuur, aldus de Raad.

De democratische rechtsstaat functioneert weliswaar, maar staat onder druk, zowel intern als extern door geopolitieke bedreigingen. Er zijn grote maatschappelijke opgaven. De overheid wordt overvraagd en maakt mede daardoor fouten. Disfunctioneren van de rechtsstaat ligt op de loer als de kwetsbare vertrouwensrelaties tussen overheid en burger en tussen burgers onderling niet verbeteren. Voor onderhoud van de rechtsstaat gelden belangrijke voorwaarden, zoals het bestaan van stabiele instituties die onder alle omstandigheden goed functioneren, vooral als de nood van burgers en overheid hoog is. Goed functioneren betekent ook toegankelijk zijn voor burgers. In de rechtsbescherming moet de toegang van minder draagkrachtige burgers tot de rechter verzekerd zijn. Op de kwaliteit van de rechtsstatelijke instituties mag niet worden beknibbeld. Dat betekent dat financiële voorzieningen voor een goed functionerende rechtsstaat voorafgaan aan reguliere afwegingen binnen de rijksbegroting. Een andere voorwaarde is dat de nationale soevereiniteit voldoende en herkenbaar wordt gewaarborgd in de context van een robuuste internationale rechtsorde.

Aanbevelingen in het jaarverslag

  • Voor het verstandig en niet alleen maar slim gebruik van AI en andere digitale technologieën is het wenselijk om regulering en toezicht te ontwikkelen. Daarbij is het van groot belang dat burgers in de gelegenheid zijn om kennis te nemen van de gegevens die de overheid over hen bewaart of gebruikt en dat zij deze tijdig en eenvoudig kunnen corrigeren. Onnodige gegevens moeten zij uit overheidssystemen kunnen laten verwijderen. Ook verdient een recht op informatie aanbeveling, wat behelst dat in een besluit staat of gebruik wordt gemaakt van algoritmen en hoe daarover informatie kan worden verkregen. Verder verdient aanbeveling om in hoofdstuk 4 van de Awb een nieuwe titel op te nemen over algoritmische besluitvorming. Het bestuursprocesrecht kan ook meer op deze vormen van besluitvorming worden toegesneden. Hiernaast zou het wenselijk zijn om een recht op toegang en zinvol contact met de overheid als een nieuw beginsel van behoorlijk bestuur te ontwikkelen. Bovendien betekent verstandig gebruik van digitale technologieën ook het gebruikmaken ervan om bestaande systemen en (toegang tot) rechtsstatelijke arrangementen te verbeteren. De aannames en veronderstellingen die voorafgaan aan de inzet van voortschrijdende digitale technologieën moeten publiekelijk doordacht en besproken worden, tegen de achtergrond van de ultieme menselijke beslissingsmacht en verantwoordelijkheid.
  • Een (her)bezinning op de maatschappelijke functie van de Grondwet vereist een breder debat dan nu het geval is. Het is aan te bevelen dat een verkenning plaatsvindt naar het functioneren van grondrechten in het tijdperk van digitale ontwikkelingen en grote veranderingen op onder meer het gebied van klimaat. Een nadere doordenking van de huidige in de Grondwet opgenomen grondrechtencatalogus inclusief de mogelijke uitbreiding en de huidige beperkingssystematiek is daarbij nuttig, mede tegen de achtergrond van de mogelijke invoering van een vorm van constitutionele rechterlijke toetsing. Ook kan worden verkend of, en zo ja, hoe belangrijke ongeschreven staatsrechtelijke beginselen en conventies, zoals de vertrouwensregel, hun vertaling kunnen vinden in de Grondwet. Tot slot is op dit onderdeel een versterkte aandacht in het parlement voor de constitutionele aspecten van wet- en regelgeving aan te bevelen, mede aan de hand van de daartoe strekkende beoordeling van de Afdeling advisering.
  • Het zorgdragen voor een sterke, gedragen én uitgedragen rechtsstatelijke cultuur vraagt de inspanningen van velen. Het verdient aanbeveling als regering en parlement hieraan nadrukkelijk prioriteit geven en daarbij zowel de rechtspraak als andere voor de rechtsstaat relevante instituties en sectoren betrekken. Expliciet politiek debat over de constitutionele en rechtsstatelijke aspecten van wetsvoorstellen, kan daaraan bijdragen, evenals het voortzetten van de zogenoemde ‘rechtsstaatdialogen’. Een sterke rechtsstatelijke cultuur vraagt niet alleen om zorgvuldige omgang, respect en begrip van de belangrijkste institutionele spelers, maar ook om structurele aandacht en kennisvorming bij burgers en in veel publieke sectoren. Behalve kennis zijn ook vaardigheden van belang om responsiviteit, procedurele rechtvaardigheid en eerlijke behandeling te bewerkstelligen.

Jaarverslag 2023 Raad van State

Bron: www.raadvanstate.nl

Laatste nieuws