Artikelen van Sven Brinkhoff
Tijdschrift
NJB 36 (2024)
Tokenisation in het Nederlandse goederenrecht
Door ‘tokenisation’ wordt aan een goed een bepaalde unieke code toegekend, die vervolgens fungeert als ‘token’ die het desbetreffende goed representeert. Die token kan vervolgens verhandeld worden op de blockchain. In deze bijdrage, die een poging doet dit fenomeen in te passen in het Nederlandse goederenrecht, wordt de token benaderd als een hulpmiddel om een ander object over te dragen. Kan een enkele boeking via de blockchain bewerkstelligen dat een vordering op naam of roerende zaak overgaat op een ander? Hoewel de formaliteiten die de wet stelt aan levering op het eerste gezicht hiervoor weinig ruimte lijken te bieden, blijkt na analyse dat zij toch geen onoverkomelijke hindernis vormen. Bij de levering van vorderingen kan evenzeer via de blockchain – ook hier met enig passen en meten – een overdracht worden bewerkstelligd. Nieuwe wetgeving zou een en ander verder kunnen faciliteren maar voorlopig lijkt er genoeg winst te boeken met tokenisation binnen ons huidige systeem.
‘Dat waterkanon is het aller-engst’
In Nederland ontstond in het najaar van 2023 ophef over de aanwezigheid van kinderen bij klimaatdemonstraties van XR in Den Haag. Om te bereiken dat de actievoerders naar een andere locatie zouden gaan, zette de politie een aantal keren een waterwerper in. Dit werd de inzet van een door de Vrienden van XR aangespannen (en verloren) kort geding. In die uitspraak staat geen enkele verwijzing naar het kinderrechten perspectief, hoewel vaststaat dat er tientallen kinderen aan de XR-blokkades deelnamen. Omdat ouders hun kinderen in gevaar zouden hebben gebracht, deed de politie ook meldingen bij Veilig Thuis. De wens kinderen uit veiligheidsoverwegingen weg te houden van vreedzame demonstraties, zeker als ze zijn verboden, is begrijpelijk. Maar de door het VN-Kinderrechtencomité voorgeschreven positieve interpretatie van het IVRK vereist dat kinderen die bij een vreedzame demonstratie aanwezig (willen) zijn, in staat worden gesteld dat veilig te doen.
De 99,92% handhaving van de Europese grensbewaking
Nog verdere perfectionering van het grensbewakingsbeleid staat hoog op allerlei agenda’s. Maar waarschijnlijk is het juist die perfectionering die het aantal op zee omgekomen migranten gestaag heeft laten stijgen.
De kwetsbare strafrechtspleging en een pleidooi voor integere opsporing
Deze bijdrage illustreert dat er anno nu een aantal vergaande en controversiële opsporingsmethoden worden toegepast door politie en OM. Methoden die als het ware worden voortgestuwd en gelegitimeerd door het strafvorderlijk controlesysteem. Tellen we hier de tijdgeest van law and order bij op, dan ontstaat een giftige cocktail waarin te vergaande opsporingsmethoden kunnen worden toegepast die de geloofwaardigheid en integriteit van opsporingsinstanties aantasten, twijfel aan de betrouwbaarheid van bewijsmateriaal doen ontstaan en/of (levens)gevaar opleveren voor betrokkenen.
Tijdschrift
NJB 25 (2021)
Dossier jeugdzorg
Dit artikel laat allereerst zien dat de jeugdzorg gebukt gaat onder drie complexe, onderling samenhangende problemen: financiële tekorten aan de ene kant en bizarre winsten aan de andere kant; sterk toegenomen wachtlijsten en falende toegankelijkheid voor de ernstige gevallen; en misstanden op het punt van de rechtsbescherming. Vervolgens worden twee stellingen naar voren gebracht. De eerste luidt dat weliswaar duidelijk is dat er meer geld naar de jeugdzorg moet, maar dat daarmee de crisis waarin de jeugdzorg in ons land sinds de transitie in 2015 terecht is gekomen – mede in het licht van de twee andere problemen – allerminst wordt opgelost. De tweede stelling luidt dat een onlangs verschenen plan op het gebied van de gedwongen jeugdzorg, getiteld Toekomst scenario kind- en gezinsbescherming, een nieuwe bedreiging vormt.
Twee uitspraken over beëindiging van een leven
Het verschil tussen hulp bij geassisteerde zelfdoding en euthanasie bestaat erin dat de eerste vorm van beëindiging van een leven wordt beheerst door artikel 8 EVRM, de tweede niet. Euthanasie kan hierom wettelijk worden geregeld zoals het de nationale wetgever goeddunkt. Nederland heeft dit gedaan bij de Wtl. Uitgangspunt blijft dat euthanasie een misdrijf is. Een arts die euthanasie verleent kan zich echter beroepen op de strafuitsluitingsgrond. Wat hulp bij zelfdoding betreft is de nationale wetgever gebonden aan artikel 8 EVRM, zoals uitgelegd in de rechtspraak van het EHRM. Uitgangspunt is dan dat een individu aan zijn onvoorwaardelijk recht op eerbiediging van zijn privéleven de bevoegdheid kan ontlenen zijn leven te beëindigen. Die bevoegdheid omvat ook de bevoegdheid hierbij gebruik te maken van door één of meer anderen aangeboden hulp.
Onderken ook de rol van institutioneel racisme in het migratierecht
In deze bijdrage wordt een parallel getrokken tussen de toeslagenaffaire en het migratierecht met betrekking tot institutioneel racisme. Hoewel op beide terreinen behoefte is aan nader onderzoek, zijn er sterke indicaties dat op beide terreinen sprake is van etnische profilering. Als er een les uit de toeslagenaffaire moet worden getrokken, is het dat ook in het migratierecht zeer kritisch moet worden gekeken naar het gebruik van nationaliteit in risicoprofielen. Daarnaast kent het migratierecht nog grotere obstakels; niet alleen de praktijk, ook het systeem is zo ingericht dat institutioneel racisme in de hand kan worden gewerkt. Het aanpakken van zulke obstakels vereist fundamentele veranderingen.
The Dutch paradox
De notie dat in Nederland, zeker op het gebied van wet- en regelgeving, een krachtige wind waait die discriminatie tegengaat kan leiden tot de zogenoemde Dutch paradox: de gedachte dat de plicht tot non-discriminatoir overheidshandelen sterk verankerd is in wet- en regelgeving, kan ondermijnend werken voor het daadwerkelijk tegengaan van discriminatie in de uitvoerende laag van onze democratie. In deze bijdrage wordt gekeken, vanuit het gezichtspunt van de Dutch paradox, naar de bestaande mechanismen binnen de niveaus van wetgeving, uitvoering en rechtspraak om discriminatoir overheidshandelen in de strafrechtspleging daadwerkelijk te adresseren en te minimaliseren en worden concrete handvatten geboden om op dat gewenste punt uit te komen.
Tijdschrift
NJB 20 (2016
Big data datamining door de politie
Politiële datamining wordt anno 2016 al ingezet als opsporingsmethode en echte Big Data-datamining is in opkomst. Deze ontwikkeling roept op tot nadere discussie over de aard, omvang, regulering en begrenzing van deze opsporingsmethode. Tot op heden is hier binnen het strafvorderlijk kader nauwelijks sprake van. Deze discussie is urgent, lering kan worden getrokken uit een soortgelijke discussie die zich al heeft voltrokken in verband met de bevoegdheden van de inlichtingendiensten. Want ook in het strafvorderlijk kader is de tijd rijp voor een democratisch wetgevingsproces om politieel (Big data) datamining te reguleren.
Lees het hele artikel in Navigator.
Citizen at the gates?
Sinds enige tijd maken gelote burgertoppen enige furore in Nederland, deels onder de naam G1000 en vaak onder verwijzing naar het werk van David Van Reybrouck. Gezamenlijk kunnen al deze initiatieven worden aangeduid als de G1000-beweging. Op de probleemanalyse van de G1000-beweging valt het nodige aan te merken, en dat is al vaak gebeurd. In dit artikel wordt het kennelijk succes van gelote burgertoppen echter als een voor het staatsrecht interessant gegeven op zichzelf genomen. Wat voor soort democratie staat de G1000-beweging voor? Waar sluit het aan op de democratische concepten waarop het staatsrecht is geïnspireerd en waar juist niet? Wat zijn, vanuit deze theoretische exercitie, mogelijke aanpassingen?
Lees het hele artikel in Navigator.
De NFC: zelfregulering of discussiedocument?
De Nederlandse Franchisecode (NFC) is een zelfregulerende gedragscode voor de franchisesector en is tot stand gekomen in overleg tussen vertegenwoordigers van franchisegevers en franchisenemers. De NFC heeft als doel om de belangenbehartiging van franchisenemers en franchisegevers in evenwicht te brengen en te houden in het kader van hun onderlinge samenwerking. Dat evenwicht was en is niet vanzelfsprekend gezien de machtsverhoudingen en het gebrek aan franchisespecifieke regelgeving. De NFC bevat moderne opvattingen over goed franchisenemer- en franchisegeverschap en beoogt de nodige waarborgen te bieden voor transparantie, integriteit en overleg. De NFC is een consensusdocument. In afwachting van wetgeving die tot een verplicht gebruik ervan dwingt, zijn franchisegevers en franchisenemers op zoek naar het belang van de NFC.
Lees het hele artikel in Navigator.
De publiek-publieke en publiek-private samenwerking ter bestrijding van faillissementsfraude
Voor de bestrijding van faillissementsfraude is het nodig dat de betrokken publieke en private partijen samenwerken. Denk daarbij aan handhavingspartners en slachtoffers. Dit vereist de bereidheid om verder te kijken dan het eigen belang. Vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid dient creatief te worden gezocht naar mogelijkheden om aanwezige informatie te delen, te analyseren en te komen tot een gecoördineerd optreden. De kracht van de samenwerking wordt bepaald door de zwakste schakel. In dit artikel worden verschillende initiatieven op dit terrein besproken. Bovendien wordt aangegeven wat nodig is voor een succesvolle samenwerking.
Lees het hele artikel in Navigator.
Rechters, ga te rade bij een goede dokter
Waarom doen rechters uitspraken die zo in tegenspraak zijn met de intentie van de Nederlandse wetgever en met de Europese verplichting de btw-vrijstelling te beperken tot aanbieders van gezondheidszorg op voldoende niveau? Op basis van argumenten die stuk voor stuk door willekeurig welke medicus kunnen worden ontzenuwd, concluderen rechters snel en lichtvaardig tot fiscale neutraliteit voor alternatieve genezers als magnetiseurs, stoorvelddiagnostici, Gestalttherapeuten en acupuncturisten.
Lees het hele artikel in Navigator.
Tijdschrift
NJB 37 (2014)
Sleutelen aan ‘het volkenrechtelijk mandaat’
Om de zoveel tijd is hij daar weer: de roep om een ‘adequaat volkenrechtelijk mandaat’ voor militair ingrijpen bij grootschalige menselijke tragedies. Dit keer was IS de aanjager, maar zeker is dat er over enige tijd weer een andere aanleiding zal zijn. Wat is er eigenlijk toegestaan en wat niet? Deze bijdrage brengt het geldende recht in kaart en doet geen poging het zodanig uit te leggen dat er sociaal en politiek gewenste antwoorden uit komen. Wel stelt zij de vraag hoeveel het er uiteindelijk toe doet als iets standaard-volkenrechtelijk niet mag, maar misschien toch moet, en langs welke weg de noodzakelijke rechtsontwikkeling zich kan voltrekken. Deze tekst gebruikt geen voetnoten. Alles is echter te traceren.
Ambtsberichten van de AIVD
De in een ambtsbericht vervatte informatie van de AIVD vormt een belangrijke schakel in de strafrechtelijke aanpak van jihadisme. In dit artikel wordt ingegaan op de wijze waarop ambtsberichten van de AIVD tot stand komen en worden enkele problemen besproken rondom de betrouwbaarheid en de rechtmatigheid van de verkrijging van dat soort informatie. Doel is om inzicht te geven in de informatievergaring door de AIVD en om eraan bij te dragen dat in het strafproces op een zo zuiver mogelijke manier wordt omgegaan met de ambtsberichten van deze inlichtingendienst.
De contra-terroristische bril
We zijn in oorlog. Met de Islamitische Staat en ook met een gedachtegoed, een ‘extreme gewelddadige ideologie’, die in Nederland honderden aanhangers en vele sympathisanten zou tellen. Dit liet onze Minister van Veiligheid en Justitie Opstelten in juni van dit jaar aan de Tweede Kamer weten. Maar we hoeven ons geen zorgen te maken, want onze minister doet er alles aan om te voorkomen dat die aanhangers en sympathisanten zich daadwerkelijk bij de Islamitische Staat kunnen aansluiten: ‘alle beschikbare middelen’ moeten volgens Opstelten worden aangewend om uitreis met dit doel te verhinderen. Waaraan hij toevoegt, in enigszins cryptische bewoordingen, dat het onderscheid tussen ‘softe en harde maatregelen’ irrelevant is en alleen het ‘resultaat telt’. Alles om onze rechtsstaat te beschermen. De nood is hoog want, zo is de gedachte, uitreizigers komen terug, gehersenspoeld in de ‘islamitische heilstaat’, en zullen dan als vanzelf in terroristisch geweld vervallen. Tikkende tijdbommen dus.
Verheerlijking van terrorisme
In deze bijdrage wordt vanuit de hedendaagse context rondom Syriëgangers een nieuw licht geworpen op de argumenten voor en tegen strafbaarstelling van terrorismeverheerlijking. De ervaringen uit Engeland en Wales, waar terrorismeverheerlijking sinds 2006 in de strafwet staat, leren dat het delict weinig toegevoegde waarde heeft naast wetgeving over directe opruiing, terwijl het risico’s meebrengt voor de vrijheid om politieke ideeën te uiten. Het voorstel van CDA-fractieleider Buma om het verheerlijken van terroristisch geweld strafbaar te stellen vormt in de huidige context dan ook een disproportionele inbreuk op de uitingsvrijheid.
Nationaliteitsrecht als wapen in de strijd tegen de jihad
Het Actieprogramma voor de aanpak van strijdlustige jihadis omvat ook maatregelen op het gebied van het nationaliteitsrecht. Minister Opstelten schuift overhaast het ene na het andere voorstel in de legislatieve pijplijn. Schrijver beschouwt het nationaliteitsrecht als een ongeschikt instrument, bespreekt de laatste regeringsplannen en pleit ervoor het bij strafrechtelijke sancties te laten.