Nederlands Juristenblad 25
23 juni 2021
2021/6
Dossier jeugdzorg
Extra miljarden lossen problemen niet op; nieuw plan jeugdbescherming zorgt voor extra problemen
Dit artikel laat allereerst zien dat de jeugdzorg gebukt gaat onder drie complexe, onderling samenhangende problemen: financiële tekorten aan de ene kant en bizarre winsten aan de andere kant; sterk toegenomen wachtlijsten en falende toegankelijkheid voor de ernstige gevallen; en misstanden op het punt van de rechtsbescherming. Vervolgens worden twee stellingen naar voren gebracht. De eerste luidt dat weliswaar duidelijk is dat er meer geld naar de jeugdzorg moet, maar dat daarmee de crisis waarin de jeugdzorg in ons land sinds de transitie in 2015 terecht is gekomen – mede in het licht van de twee andere problemen – allerminst wordt opgelost. De tweede stelling luidt dat een onlangs verschenen plan op het gebied van de gedwongen jeugdzorg, getiteld Toekomst scenario kind- en gezinsbescherming, een nieuwe bedreiging vormt.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Twee uitspraken over beëindiging van een leven
Hulp bij zelfdoding en euthanasie
Het verschil tussen hulp bij geassisteerde zelfdoding en euthanasie bestaat erin dat de eerste vorm van beëindiging van een leven wordt beheerst door artikel 8 EVRM, de tweede niet. Euthanasie kan hierom wettelijk worden geregeld zoals het de nationale wetgever goeddunkt. Nederland heeft dit gedaan bij de Wtl. Uitgangspunt blijft dat euthanasie een misdrijf is. Een arts die euthanasie verleent kan zich echter beroepen op de strafuitsluitingsgrond. Wat hulp bij zelfdoding betreft is de nationale wetgever gebonden aan artikel 8 EVRM, zoals uitgelegd in de rechtspraak van het EHRM. Uitgangspunt is dan dat een individu aan zijn onvoorwaardelijk recht op eerbiediging van zijn privéleven de bevoegdheid kan ontlenen zijn leven te beëindigen. Die bevoegdheid omvat ook de bevoegdheid hierbij gebruik te maken van door één of meer anderen aangeboden hulp.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Onderken ook de rol van institutioneel racisme in het migratierecht
In deze bijdrage wordt een parallel getrokken tussen de toeslagenaffaire en het migratierecht met betrekking tot institutioneel racisme. Hoewel op beide terreinen behoefte is aan nader onderzoek, zijn er sterke indicaties dat op beide terreinen sprake is van etnische profilering. Als er een les uit de toeslagenaffaire moet worden getrokken, is het dat ook in het migratierecht zeer kritisch moet worden gekeken naar het gebruik van nationaliteit in risicoprofielen. Daarnaast kent het migratierecht nog grotere obstakels; niet alleen de praktijk, ook het systeem is zo ingericht dat institutioneel racisme in de hand kan worden gewerkt. Het aanpakken van zulke obstakels vereist fundamentele veranderingen.

[verder lezen in NAVIGATOR]

The Dutch paradox
Over discriminatoir handelen in de Nederlandse strafrechtspleging en concrete handvatten om dit tegen te gaan
De notie dat in Nederland, zeker op het gebied van wet- en regelgeving, een krachtige wind waait die discriminatie tegengaat kan leiden tot de zogenoemde Dutch paradox: de gedachte dat de plicht tot non-discriminatoir overheidshandelen sterk verankerd is in wet- en regelgeving, kan ondermijnend werken voor het daadwerkelijk tegengaan van discriminatie in de uitvoerende laag van onze democratie. In deze bijdrage wordt gekeken, vanuit het gezichtspunt van de Dutch paradox, naar de bestaande mechanismen binnen de niveaus van wetgeving, uitvoering en rechtspraak om discriminatoir overheidshandelen in de strafrechtspleging daadwerkelijk te adresseren en te minimaliseren en worden concrete handvatten geboden om op dat gewenste punt uit te komen.

[verder lezen in NAVIGATOR]

Eerder verschenen
NJB 24 (2021)
17 juni 2021
NJB 23 (2021)
9 juni 2021
NJB 22 (2021)
2 juni 2021
NJB 21 (2021)
27 mei 2021
NJB 20 (2021)
19 mei 2021