Artikelen van Evert Neppelenbroek

Tijdschrift NJB 8 (2014)
Constitutionele toetsing in de West
Roel Schutgens en Joost Sillen
Sint Maarten het kleinste en minst bevolkte land van het Koninkrijk kent een heus constitutioneel hof. Op 8 november 2013 wees dit Hof zijn eerste arrest. Dit heeft niet alleen curiositeitswaarde maar is voor Nederlandse juristen ook om inhoudelijke redenen interessant. Het arrest geeft een idee hoe constitutionele toetsing in Nederland eruit zou kunnen zien. Bovendien formuleert het Hof enkele interessante ‘uitgangspunten’ die het bij de uitoefening van zijn toetsingsbevoegdheid in acht zal nemen. Tot slot beantwoordt het arrest rechtsvragen waarover ook de Nederlandse rechter zich mogelijk nog zal moeten buigen, zoals de vraag naar de verenigbaarheid van levenslange gevangenisstraf met het EVRM.
Digitale inhoud en consumentenkooprecht
Evert Neppelenbroek
Met de voorgestelde wijze van implementatie van de Europese Richtlijn consumentenrechten worden de bepalingen over consumentenkoop grotendeels van toepassing op digitale inhoud die niet op materiële dragers wordt geleverd. Hiermee lijkt het consumentenkooprecht van toepassing te worden op alle overeengekomen leveringen van digitale inhoud. Vanuit de literatuur, belangenorganisaties en vervolgens de Eerste Kamer is kritisch gereageerd op de onhanteerbaarheid van een dergelijke bepaling. Met een kleine aanpassing van het implementatievoorstel kan aan alle ter berde gebrachte bezwaren tegemoet worden gekomen.
Leugens in de gehandicaptenzorg
Marijke Malsch
Van oudsher kende Nederland een goede institutionele zorg voor gehandicapten met zo’n 100 zorginstellingen. In de jaren negentig is hier verandering in gekomen met de invoering van het, uit het buitenland en vanuit de psychiatrie overgewaaide, concept van ‘community care’. Gehandicapten zouden moeten integreren in de samenleving en zelfstandig moeten wonen in reguliere woonwijken. Prachtig gelegen instellingen voerden met dit beleid als onderliggend motief een uitzettingsbeleid van gehandicapten teneinde hun terrein voor andere (winstgevender) doeleinden open te kunnen stellen. Nu het idee van community care een mislukking is gebleken, de financieel-economische crisis tot een bouwstop heeft geleid en talloze onderzoeken vraagtekens zetten bij de naleving van de Wet Toelating Zorginstellingen in het bijzonder bij het vereiste leefwensenonderzoek is het hoog tijd voor een politieke ommezwaai.
Mag een spermadonor bepalen wie zijn zaad krijgt?
Aart Hendriks
Begin dit jaar bracht het kersverse College voor de rechten van de mens advies uit over de vraag of spermabanken discrimineren als zij bij het ter beschikking stellen van donorzaad rekening houden met de wensen van de donor. Die wensen liggen onder meer op het gebied van gezinssamenstelling, fysieke kenmerken, gedrag, opleiding en religieuze achtergrond van de ontvangers van zijn zaad. Dat enkele spermabanken hun leveranciers terwille zijn, vormt de aanleiding voor dit advies. Waar het College zich op de kaart had kunnen zetten komt het jammer genoeg met een advies vol onbevredigende antwoorden en gemiste kansen. Want hoe zit het bijvoorbeeld met de preferenties van de ontvangende partij?
De onzichtbare cassatieschriftuur
Daan Doorenbos
Waarom wordt de schriftuur waarmee het debat voor de Hoge Raad wordt ingeleid en waarin de rechtsvragen worden opgeworpen waarover de AG en de Strafkamer zich vervolgens uitlaten, niet meegenomen in de publicatie van het arrest? Een arrest kan werkelijk beter worden begrepen wanneer zichtbaar is hoe de klacht(en) waarop wordt beslist luidde(n).
27 februari 2014
Tijdschrift NJB 33 (2013)
Een huis voor alle kinderen
Machteld Vonk
De juridische verankering van intentionele meeroudergezinnen in het afstammingsrecht
Aanleiding van dit artikel is de behandeling van het wetsvoorstel lesbisch ouderschap in de Eerste Kamer en de daar gehouden deskundigenbijeenkomst in juni 2013. Het wetsvoorstel roept vragen op met betrekking tot de betekenis van juridisch ouderschap (gebaseerd op biologie of/en op sociale werkelijkheid) en over de rol die de verschillende ouders in het recht en de praktijk kunnen spelen met betrekking tot het kind. In deze bijdrage wordt gekeken naar wat dit betekent voor het huidige wetsvoorstel en voor toekomstige ontwikkelingen op het gebied van het afstammingsrecht. In dat kader wordt nader ingegaan op de recent in British Columbia, Canada in werking getreden Family Law Act, die de weg naar meer dan twee ouders opent op basis van een overeenkomst aangegaan tussen de intentionele ouders voor de conceptie van het kind.
De ratio van het polygamieverbod
Roxanne ten Cate
Op dit moment vinden er twee ontwikkelingen plaats in onze maatschappij met betrekking tot polygamie: een grotere variëteit aan algemeen geaccepteerde gezinsvormen, en de groei van intolerantie tegenover de islamitische godsdienst in Nederland. De eerste laat zien dat het verbod op polygamie opgeheven zou kunnen worden. De ander laat zien dat het verbod nog verder uitgebreid zal gaan worden. De eerste stroming lijkt liberaler te worden en de tweede strenger. Wordt de vrijheid van de hoeksteen van de samenleving beperkt, uit algehele angst voor de islam?
Politici, de vrijheid van meningsuiting en Innocence of Muslims
Tom Herrenberg
In abstracto hechten politici grote waarde aan de vrijheid van meningsuiting en beschouwen zij die vrijheid als een hoeksteen van een democratische samenleving. Zij lijken echter minder op te hebben met de uitingsvrijheid wanneer die op het eerste oog verband lijkt te houden met geweld. Een ‘juiste’ reactie op uitlatingen zoals de video Innocence of Muslims begint met een goed begrip van de relatie tussen meningsuitingen en geweld. ‘Zomaar’ kwetsen, provoceren of geweld uitlokken is vaak niet het doel van degene die zich op kwetsende wijze uit over gevoelige kwesties. Belangrijk is in ieder geval de intentie om te kwetsen of geweld te veroorzaken niet uit de gevolgen af te leiden.
Stop het consumentenkooprecht voor digitale inhoud!
Evert Neppelenbroek
Op grond van een ingrijpend voorstel van de regering worden contracten die te maken hebben met ‘de levering van digitale inhoud die niet op een materiële drager is geleverd’ naar analogie onder de consumentenkoopregeling gebracht. Dit zou bijvoorbeeld ook gelden voor een Spotify abonnement. Op basis van de geldende jurisprudentie worden dergelijke toegangscontracten echter uitgesloten van de koopkwalificatie. Volgens de auteur is er geen reden om in dit geval af te wijken van de uit deze jurisprudentie volgende, strak omlijnde koopkwalificatie. De voorgestelde regeling voor de toepasselijkheid van kooprecht voor de levering van digitale inhoud is te breed, onnodig en onhanteerbaar.
27 september 2013
Blog
Stop het consumentenkooprecht voor digitale inhoud!
De regeling voor het kooprecht voor digitale inhoud is te breed, onnodig en onhanteerbaar.
26 september 2013 Artikel Evert Neppelenbroek