Nederlands Juristenblad 33
27 september 2013
2013/9
Een huis voor alle kinderen
De juridische verankering van intentionele meeroudergezinnen in het afstammingsrecht
Aanleiding van dit artikel is de behandeling van het wetsvoorstel lesbisch ouderschap in de Eerste Kamer en de daar gehouden deskundigenbijeenkomst in juni 2013. Het wetsvoorstel roept vragen op met betrekking tot de betekenis van juridisch ouderschap (gebaseerd op biologie of/en op sociale werkelijkheid) en over de rol die de verschillende ouders in het recht en de praktijk kunnen spelen met betrekking tot het kind. In deze bijdrage wordt gekeken naar wat dit betekent voor het huidige wetsvoorstel en voor toekomstige ontwikkelingen op het gebied van het afstammingsrecht. In dat kader wordt nader ingegaan op de recent in British Columbia, Canada in werking getreden Family Law Act, die de weg naar meer dan twee ouders opent op basis van een overeenkomst aangegaan tussen de intentionele ouders voor de conceptie van het kind.
De ratio van het polygamieverbod
Op dit moment vinden er twee ontwikkelingen plaats in onze maatschappij met betrekking tot polygamie: een grotere variëteit aan algemeen geaccepteerde gezinsvormen, en de groei van intolerantie tegenover de islamitische godsdienst in Nederland. De eerste laat zien dat het verbod op polygamie opgeheven zou kunnen worden. De ander laat zien dat het verbod nog verder uitgebreid zal gaan worden. De eerste stroming lijkt liberaler te worden en de tweede strenger. Wordt de vrijheid van de hoeksteen van de samenleving beperkt, uit algehele angst voor de islam?
Politici, de vrijheid van meningsuiting en Innocence of Muslims
In abstracto hechten politici grote waarde aan de vrijheid van meningsuiting en beschouwen zij die vrijheid als een hoeksteen van een democratische samenleving. Zij lijken echter minder op te hebben met de uitingsvrijheid wanneer die op het eerste oog verband lijkt te houden met geweld. Een ‘juiste’ reactie op uitlatingen zoals de video Innocence of Muslims begint met een goed begrip van de relatie tussen meningsuitingen en geweld. ‘Zomaar’ kwetsen, provoceren of geweld uitlokken is vaak niet het doel van degene die zich op kwetsende wijze uit over gevoelige kwesties. Belangrijk is in ieder geval de intentie om te kwetsen of geweld te veroorzaken niet uit de gevolgen af te leiden.
Stop het consumentenkooprecht voor digitale inhoud!
Op grond van een ingrijpend voorstel van de regering worden contracten die te maken hebben met ‘de levering van digitale inhoud die niet op een materiële drager is geleverd’ naar analogie onder de consumentenkoopregeling gebracht. Dit zou bijvoorbeeld ook gelden voor een Spotify abonnement. Op basis van de geldende jurisprudentie worden dergelijke toegangscontracten echter uitgesloten van de koopkwalificatie. Volgens de auteur is er geen reden om in dit geval af te wijken van de uit deze jurisprudentie volgende, strak omlijnde koopkwalificatie. De voorgestelde regeling voor de toepasselijkheid van kooprecht voor de levering van digitale inhoud is te breed, onnodig en onhanteerbaar.
Eerder verschenen
NJB 32 (2013)
20 september 2013
NJB 31 (2013)
13 september 2013
NJB 30 (2013)
6 september 2013
NJB 29 (2013)
16 augustus 2013
NJB 28 (2013)
26 juli 2013