Wetsvoorstel (20-10-2022) tot wijziging van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme in verband met het verbod op contante betalingen voor goederen vanaf € 3.000 en het uitbreiden van de mogelijkheden voor informatie-uitwisseling ten behoeve van de poortwachtersfunctie (Wet plan van aanpak witwassen)

—In het wetsvoorstel zijn maatregelen opgenomen uit het kabinetsplan om de barrières voor witwassen te verhogen, de effectiviteit van de poortwachtersfunctie en het toezicht op de naleving te vergroten en de opsporing en vervolging te versterken. Het wetsvoorstel is onder te verdelen in vier onderdelen:

  1. Een verbod voor beroeps- of bedrijfsmatige handelaren in goederen om transacties vanaf € 3.000 in contanten te verrichten.
  2. Gegevensdeling mogelijk maken tussen instellingen behorend tot dezelfde categorie in het kader van het cliëntenonderzoek bij een hoger risico op witwassen of financieren van terrorisme.
  3. Gezamenlijk monitoren van transacties mogelijk maken voor banken. Banken richten een gezamenlijke voorziening ten behoeve van de verplichting om transacties te monitoren op. In deze voorziening kunnen de transactiegegevens van cliënten van de individuele banken worden gecombineerd en in samenhang worden gemonitord. Hierbij worden de transactiegegevens in samenhang geanalyseerd en kunnen er alerts worden vastgesteld. Indien binnen de gezamenlijke voorziening wordt vastgesteld dat er sprake is van een alert bij een specifieke (serie van) transactie(s), worden de banken die betrokken zijn bij deze specifieke (serie van) transactie(s) hierover geïnformeerd. Deze banken kunnen vervolgens de alert verder onderzoeken, mede op basis van andere informatie over de cliënt, om vast te stellen of er daadwerkelijk sprake is van een ongebruikelijke transactie. Om mogelijk te maken dat het monitoren van transacties binnen de gezamenlijke voorziening plaats vindt, wordt mogelijk gemaakt te worden dat banken het monitoren van transacties kunnen uitbesteden aan de gezamenlijke voorziening.
  4. Verduidelijking van het gebruik van bijzondere categorieën persoonsgegevens en persoonsgegevens van strafrechtelijke aard in het kader van verplichtingen op grond van de Wwft, ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme.

Volgens de Afdeling advisering van de Raad van State leiden twee van de voorgestelde maatregelen tot vergaande inbreuken op grondrechten van burgers en bedrijven tot bescherming van vertrouwelijke gegevens en van de persoonlijke levenssfeer. Het gaat daarbij om informatie-uitwisseling bij gezamenlijke monitoring van banktransacties en bij cliëntenonderzoek. De massale schaal waarop banktransacties gezamenlijk zullen worden gemonitord, is ongekend en betekent een vergaande inbreuk op de vertrouwelijkheid van zakelijke en particuliere cliëntgegevens. Daarbij gaat het niet alleen om een vergaande inbreuk op het recht op privacy, deze monitoring kan ook leiden tot uitsluiting en discriminatie. De noodzaak en proportionaliteit van de gezamenlijke transactiemonitoring is niet aangetoond. Daarbij komt dat de rechtsbescherming in het geding is. Het wetsvoorstel voorziet niet in passende maatregelen ter bescherming van de rechten en vrijheden van burgers en bedrijven maar laat het regelen daarvan over aan de banken. De Afdeling adviseert daarom de grondslag voor de gezamenlijke transactiemonitoring te schrappen en van gezamenlijke transactiemonitoring af te zien. Ook de voorgestelde gegevensdeling bij de onderzoeksplicht in het kader van het cliëntonderzoek vormt een inbreuk op de bescherming van vertrouwelijke bedrijfs- en persoonsgegevens. De noodzaak en proportionaliteit van deze onderzoeksplicht en gegevensdeling zijn onvoldoende gemotiveerd. Het advies van de Afdeling heeft geleid tot een substantiële herziening van het wetsvoorstel. Volgens de regering is de hoeveelheid gegevens die gedeeld mag worden maximaal ingeperkt, tot aan de grens dat de effectiviteit van het gezamenlijk monitoren van transacties fundamenteel ondergraven zou worden. Daartoe is de reikwijdte van de te verwerken gegevens ingeperkt en zijn de afzonderlijke categorieën gegevens die verwerkt mogen worden voorgeschreven. Daarnaast zijn er aanvullende waarborgen wat betreft de verwerking opgenomen in het gewijzigde wetsvoorstel, zoals de wijze van verwerking en beveiliging van de gegevens. Voor de uitwisseling van gegevens in het kader van cliëntenonderzoek zijn de voorwaarden voor uitwisseling en de uit te wisselen informatie nader aangescherpt.

Kamerstukken