Wet van 22-12-2021, Stb. 2021, 655

Wet houdende wijziging van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen en de Wet inkomstenbelasting 2001 tot intrekking van de Baangerelateerde Investeringskorting

Bij brief van 27 november 2020 is de Tweede Kamer geïnformeerd over het voorleggen van de Baangerelateerde Investeringskorting (BIK) aan de Europese Commissie (Kamerstukken II 2020/21, 35 572, nr. 80). Het doel hiervan was om zekerheid te krijgen of de in de BIK opgenomen regeling voor fiscale eenheden waarmee de BIK alleen ten goede kan komen aan investeringen in Nederland, als geoorloofde staatssteun kan worden beschouwd. Die regeling voor fiscale eenheden is nodig om het beschikbare budget van de BIK alleen ten goede te laten komen aan investeringen in Nederland. Het beleidsdoel van de BIK is immers het stimuleren van investeringen in Nederland om zo snel mogelijk weer uit de crisis te komen. Het kabinet vindt het daarom onwenselijk dat een mogelijk substantieel bedrag van het BIK-budget niet ten goede komt aan Nederlandse investeringen.

De vraag die bij de Commissie is neergelegd heeft dus uitsluitend betrekking op voorgenomen regeling voor fiscale eenheden. Daarbij ging het kabinet ervan uit dat de BIK als geheel in de huidige vorm geen ongeoorloofde staatssteun betreft en derhalve bij de Commissie niet tot staatssteunbezwaren zou leiden.

Uit het informele overleg met de Commissie kwam naar voren dat zij de gehele BIK in ogenschouw heeft genomen en zij geen garantie kon geven dat de BIK geoorloofde staatssteun betreft. Het kabinet is van mening dat de BIK als geheel geen staatssteun is. Desondanks kan de onzekerheid die nu is ontstaan over de vraag of de BIK in den brede staatssteun is, niet op korte termijn worden weggenomen. Gelet op deze situatie vindt het kabinet het verstandig om de BIK in te trekken met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2021.

Inwerkingtreding met ingang van 28-12-2021.

Kamerstukken