Wet van 27-1-2011, Stb. 2011, 50

Wet tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Wet handhaving consumentenbescherming en enige andere wetten in verband met de implementatie van Richtlijn 2008/122/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 januari 2009 betreffende de bescherming van de consumenten met betrekking tot bepaalde aspecten van overeenkomsten betreffende gebruik in deeltijd, vakantieproducten van lange duur, doorverkoop en uitwisseling (PbEU L 33/10)

—Gezien de complexiteit van timeshareovereenkomsten en de intensieve en individueel gerichte promotie voor timesharing, is meer bescherming nodig gebleken in de vorm van specifieke bepalingen over verkoopevenementen en informatieverplichtingen. Daarom is het richtlijnrecht geactualiseerd. Als eerste vallen meer producten onder de bescherming van de richtlijn. Het voorwerp van de timesharing is bijvoorbeeld verruimd van onroerende zaken tot overnachtingsaccommodaties. Hiernaast vallen kortlopende timeshareovereenkomsten nu ook onder de bescherming van de richtlijn. Een volgend aspect betreft de uitbreiding van de consumentenbescherming naar aan timeshares gerelateerde diensten, zoals overeenkomsten inzake bijstand bij de verhandeling van timeshares en de uitwisseling ervan. Een vierde verbetering betreft de verruiming van de herroepingstermijn van tien naar veertien dagen. Als vijfde is het verbod op vooruitbetaling tijdens de herroepingstermijn verduidelijkt. Ten slotte voorziet de richtlijn in standaardinformatieformulieren.

De bepalingen van de richtlijn die implementatie in wetgeving behoeven zijn opgenomen in een nieuwe titel 1A van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. Bij de opzet en invulling van deze titel is zoveel mogelijk bij de tekst van de richtlijn en bij de tekst, indeling en opzet van de huidige regeling aangesloten. Een eerste wijziging betreft de implementatie in een nieuwe titel 1A in Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, in plaats van in de huidige afdeling 10A in titel 1 van Boek 7 BW. De reden hiervoor ligt vooral in het ten opzichte van de oude richtlijn verruimde begrip timeshare. Destijds werd er vanuit gegaan dat het hier vrijwel altijd zou gaan om koopovereenkomsten. In de rechtspraktijk is gebleken dat een huurovereenkomst onder bepaalde omstandigheden tevens een time-shareovereenkomst kan zijn (HR 26 oktober 2007, NJ 2008, 282met annotatie door P.A. Stein). Daarom wordt de overeenkomst van timeshare niet langer onder de titel van koop ondergebracht. Als een overeenkomst voldoet aan de omschrijving van het begrip ‘gebruik in deeltijd’ zoals bedoeld in deze wet, dan is titel 1A van toepassing. Hiernaast moet op grond van de inhoud van de overeenkomst worden beoordeeld of de overeenkomst tevens voldoet aan de omschrijving van de overeenkomst van koop, huur of een andere bijzondere overeenkomst. In dat geval zijn ook de wettelijke bepalingen van die bijzondere overeenkomst van toepassing voor zover deze aspecten regelen die niet in titel 1A worden geregeld. Als tweede verandering ten opzichte van de huidige systematiek worden alle bepalingen die geïmplementeerd moeten worden in de wet opgenomen. Als gevolg hiervan komt het Gegevensbesluit rechten van gebruik in deeltijd van onroerende zaken te vervallen.
 

Kamerstukken