De 27-jarige Mohammed B. is op dinsdag 8 september 2015 door de rechtbank Rotterdam vrijgesproken van het voorbereiden van terroristische misdrijven ook al is duidelijk dat hij heeft gevraagd naar informatie over het plegen van een terroristische aanslag en op internet heeft laten weten naar Syrië te willen om zich aan te sluiten bij Islamitische Staat. Er is echter geen bewijs dat hij dit ook echt van plan was.
De verdachte heeft in diverse chatgesprekken gevraagd naar informatie over het
plegen van een aanslag met een terroristisch karakter, onder andere door te vragen naar video’s waarop staat hoe een bom wordt gemaakt.
In een opschrijfboekje dat hij op zijn kamer bewaarde heeft hij een recept voor een explosief geschreven, een eed van trouw aan IS en een dreigement aan het Nederlandse volk en de regering. Verder heeft hij in chat-berichten gevraagd hoe hij naar Syrië kon afreizen om zich bij de IS aan te sluiten. Deze uitingen hadden alle schijn van strafbare voorbereidingshandelingen van terroristische misdrijven.
De verdachte heeft er echter op gewezen dat in zijn chatgespreken tal van tegenstrijdigheden en duidelijke leugens te vinden zijn. Hij ontkent serieus te zijn geweest. Hij zou, omwille van de spanning, zich hebben voorgedaan als iemand die hij in werkelijkheid niet is. Uit onderzoek is aannemelijk geworden dat de verdachte in het verleden zich vaker heeft voorgedaan als iemand die hij niet is. Bijvoorbeeld door net te doen of hij rijk was. Of door zich voor te doen als student van een school waar hij niet stond ingeschreven. Het kan niet uitgesloten worden dat de verdachte zich ook in deze zaak alleen maar wilde voordoen als dappere Mujahidin en dus niet werkelijk de bedoeling heeft gehad om een aanslag te plegen of naar Syrië af te reizen. Het Openbaar Ministerie had een celstraf van vier jaar geëist.
ECLI:NL:RBROT:2015:6396