De adviescommissie Rechtsbescherming en Rechtsstatelijkheid heeft op 31 januari 2024 haar advies ‘Kinderen en ouders met recht goed beschermd’ aangeboden aan de Minister voor Rechtsbescherming. Het advies van de Commissie is gebaseerd op internationale mensenrechten en kinderrechten. De Commissie onderzocht vier kernpunten: informatie, participatie en ondersteuning in de jeugdhulpverlening en effectieve rechtsmiddelen.

Het recht van kinderen en ouders op goede en tijdige informatie, participatie en ondersteuning geldt bij alle stappen van het proces van vrijwillige jeugdhulpverlening tot en met de gedwongen maatregel. Het advies concludeert dat rechtsbescherming op deze drie kernpunten op dit moment tekortschiet. Verbetering is dringend nodig, ongeacht de toekomstige wijzigingen in het jeugdhulpsysteem. Het is belangrijk dat mensen goed beschermd worden gedurende alle stappen van het proces, of het nu vrijwillig is of niet. Hoe groter de inmenging in het gezinsleven, hoe sterker de regels moeten zijn die mensen beschermen.

Onzorgvuldig onderzoek

De Commissie heeft tijdens haar gesprekken veel voorbeelden gehoord van onzorgvuldig onderzoek. Professionals blijken feiten en meningen vaak niet goed te scheiden. Ook worden soms beweringen zonder grondig onderzoek opgenomen in dossiers. Daarnaast voelen ouders en kinderen zich vaak onvoldoende geïnformeerd en ondersteund om zelf goed mee te doen in het systeem van jeugdhulp. De Commissie vindt dat dit blijvend moet veranderen. Dat geldt zeker voor de manier waarop kinderen informatie en ondersteuning krijgen.

Knelpunten toegang rechter

In de gesprekken kwamen ook knelpunten aan het licht rond de toegang tot de rechter bij gedwongen maatregelen. Belangrijke knelpunten zijn: • In spoedprocedures is de wettelijke termijn voor het horen van kinderen en ouders te lang; • Nadat het ouderlijk gezag is beëindigd is er een gebrek aan rechtsbescherming en toegang tot de rechter en • Ouders hebben te weinig mogelijkheden om tegenonderzoek te laten doen (contra-expertise). Om deze knelpunten op te lossen doet de Commissie een aantal aanbevelingen. Bij spoeduithuisplaatsing moet de rechter ouders en kinderen op dit moment binnen 14 dagen horen. De Commissie adviseert om de wettelijke termijn te verkorten tot 5 werkdagen. Bij voogdij door een gecertificeerde instelling (GI) pleit de Commissie voor het invoeren van een geschillenregeling. Verder adviseert zij een jaarlijkse evaluatie door de Raad voor de Kinderbescherming. Tot slot vindt de Commissie dat het voor ouders en kinderen makkelijker moet worden om contra-expertise in te schakelen.

Perspectiefbesluit opnemen in de wet

De Commissie behandelt ook het perspectiefbesluit, de beslissing van de gecertificeerde instelling om een kind dat uit huis is geplaatst, niet meer naar huis terug te laten gaan. De gecertificeerde instelling baseert deze beslissing op het ‘opvoedperspectief’: waar kan het kind het beste verder worden grootgebracht? De Commissie adviseert om het perspectiefbesluit in de wet op te nemen en te laten toetsen door een rechter. Belangrijkste uitgangspunt is daarbij het volgende: vanaf het moment dat een kind uit huis is geplaatst, moet regelmatig worden bekeken: kan het kind terug? En hoe kan het kind het beste opgroeien? (art. 25 van het Kinderrechtenverdrag)

Rol van de kinderrechter

Op dit moment beslist de kinderrechter alleen als partijen dat vragen. Ook is de kinderrechter niet betrokken bij de uitvoering van maatregelen. In de samenleving klinkt soms de roep om een ‘actievere rechter’. De Commissie denkt dat dit vooral komt door de grote problemen in de uitvoering van de jeugdhulp en jeugdbescherming. Zij begrijpt heel goed dat rechters in deze situatie meer invloed willen op de uitvoering van maatregelen. Toch ziet zij hierin geen fundamentele reden om de rol van de kinderrechter te veranderen. Wel is het advies om de positie van de kinderrechter te versterken. Voor een deel kan dat door bestaande verbeterplannen uit te voeren zoals het instellen van een regierechter: een vaste kinderrechter die een kind dat onder toezicht staat blijft volgen. Ook adviseert de Commissie dat dezelfde rechter alle familie- en jeugdrechtzaken van één gezin behandelt. Op die manier weet de rechter zoveel mogelijk over het kind en het gezin. Verder is het belangrijk dat de kinderrechter alle oude dossiers over de bescherming van een kind kan bekijken.

Geen oplossing voor problemen in de uitvoering

Tot slot schrijft de Commissie dat betere rechtsbescherming geen oplossing is voor problemen in uitvoering Dit advies is opgesteld in een periode waarin het recht op zorg en bescherming van kinderen onvoldoende werd gegarandeerd. De roep om meer rechtsbescherming kan daar niet los van worden gezien, schrijft de Commissie. Betere rechtsbescherming lost de problemen in de praktijk van de jeugdhulp en -bescherming niet op. Wel wil de Commissie met dit advies duurzame oplossingen aandragen die meer evenwicht brengen tussen ouders en kinderen aan de ene kant, en instanties aan de andere kant.

Rapport Adviescommissie Rechtsbescherming en Rechtsstatelijkheid in het Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming

Bron: www.tweedekamer.nl

Laatste nieuws