Het Gerechtshof Den Haag heeft op 12 februari 2024 in een zaak van een aantal maatschappelijke organisaties tegen de Staat bepaalt dat Nederland de export van reserve-onderdelen voor F-35-gevechtsvliegtuigen aan Israël moet staken. Bij de beoordeling van de uitvoervergunning had de Minister moeten toetsen aan de dwingend voorgeschreven criteria van het Gemeenschappelijk Standpunt van de Europese Raad en het Wapenhandelsverdrag.

In de zaak gaat het om de export van onderdelen voor het F-35 gevechtsvliegtuig vanuit Nederland naar Israël. De organisaties Oxfam Novib, Vredesbeweging PAX Nederland en The Rights Forum zijn het niet eens met deze export. Zij zijn van mening zijn dat Israël het humanitaire oorlogsrecht schendt in haar aanvallen op de Gazastrook. De rechtbank Den Haag bepaalde op 15 december 2023 dat de Minister in de beoordeling van de uitvoervergunning de relevante belangen had afgewogen en de Staat niet verplicht is de levering van F-35 onderdelen aan Israël te staken (ECLI:NL:RBDHA:2023:19744).

Arrest Hof

Het Hof is het met Oxfam Novib c.s. eens dat er een duidelijk risico bestaat dat de naar Israël uitgevoerde F-35 onderdelen worden gebruikt bij ernstige schendingen van het humanitair oorlogsrecht. Op basis van verschillende internationale regelingen waarbij Nederland partij is, moet Nederland in zo'n geval beperkingen opleggen ten aanzien van de uitvoer van militaire goederen. Dat betekent dat Nederland geen F-35 onderdelen naar Israël mag uitvoeren. Het Hof oordeelt dat de Minister de uitvoervergunning voor F-35 onderdelen naar Israël opnieuw had moeten beoordelen in het licht van de gebeurtenissen na 7 oktober 2023. De Minister had daarbij moeten toetsen aan de dwingend voorgeschreven criteria van het Gemeenschappelijk Standpunt van de Europese Raad en het Wapenhandelsverdrag. Het Hof is ook niet overtuigd van het argument van de Staat dat een verbod op de export van de onderdelen grote gevolgen zou hebben voor de relatie van Nederland met de Verenigde Staten en Israël en dat zelfs het voortbestaan van de locatie in Woensdrecht op het spel zou staan. De Minister kan een nieuwe vergunning geven voor de export van de onderdelen, maar dan wel met de voorwaarde dat Israël de F-35 niet inzet in Gaza.

Staat in cassatie tegen verbod export

De Staat laat op 12 februari 2024 weten in cassatie gaan tegen het arrest van het Hof. Het kabinet is van mening dat de doorlevering van Amerikaanse F-35-onderdelen niet onrechtmatig is. Volgens het kabinet is het aan de Staat om zijn buitenlandbeleid vorm te geven en is van mening dat het Gerechtshof dit onvoldoende heeft meegewogen. De internationale en Europese defensiesamenwerking is van belang voor de nationale veiligheid van Nederland. Maar ook essentieel voor Israël, omdat de F-35’s een cruciale rol spelen in de veiligheid van Israël. Het gaat dan vooral om dreiging vanuit de regio, bijvoorbeeld uit Iran, Jemen, Syrië en Libanon. Het besluit van de Staat om in cassatie te gaan staat volgens het kabinet los van de situatie in Gaza. Nederland dringt aan op een onmiddellijk tijdelijk humanitair staakt-het-vuren en zoveel mogelijk humanitaire hulp aan de noodlijdende bevolking van Gaza. Daarnaast staat vast dat het humanitair oorlogsrecht onverkort van toepassing is. Ook Israël moet zich hieraan houden.

ECLI:NL:GHDHA:2024:191

Bron: www.rechtspraak.nl en www.rijksoverheid.nl

Laatste nieuws