Maatregelen die de afgelopen tien jaar bij de politie en het Openbaar Ministerie zijn genomen om te voorkomen dat onschuldige mensen worden vervolgd en veroordeeld, hebben de kwaliteit van het opsporingsonderzoek verbeterd. Rechercheurs en officieren van justitie zijn zich bewust geworden van het risico op het ontwikkelen van een tunnelvisie. Maar de maatregelen zijn niet overal even goed ingevoerd en hebben ook ongewenste effecten, waardoor ze in sommige gevallen weer worden losgelaten.
Tien jaar na de invoering van het programma Versterking Opsporing en Vervolging (PVOV) en vijf jaar na de invoering van het programma Permanent Professioneel (PP) heeft het WODC onderzocht wat deze maatregelen concreet hebben opgeleverd als het gaat om het scheppen van voorwaarden om tunnelvisie in de opsporing tegen te gaan.
Conclusies
Belangrijke conclusie van het onderzoek ‘Focus in de opsporing’ is dat de maatregelen uit PVOV en PP een bijdrage hebben geleverd aan een kwaliteitsverbetering en verdere professionalisering van het werken binnen TGO’s (Team Grootschalige Opsporing). Ook heeft PVOV een belangrijke meerwaarde gehad bij het creëren van bewustwording over tunnelvisie.
Bovendien hebben PVOV en PP een bijdrage geleverd aan een meer open cultuur binnen de arrondissementsparketten.
Tegelijkertijd geven de respondenten in dit onderzoek aan dat PVOV en PP ook bepaalde neveneffecten hebben gehad. Rechercheurs en officieren ervaren deze neveneffecten onder meer als het gaat om de krampachtige wijze waarmee aan de TGO-structuur wordt vastgehouden, de stroperige wijze waarop de besluitvorming binnen een TGO plaatsvindt en de neiging om een onderzoek te lang te breed te houden om maar niet ‘de verkeerde tunnel’ in te duiken. De onderzoekers geven aan dat het gedachtegoed van PVOV aan een kentering onderhevig is en dat de focus op TGO’s dreigt te verslappen. Er kan daardoor een situatie ontstaan waarin de verworvenheden van PVOV binnen TGO’s onder druk komen te staan. Ook zijn er aanwijzingen dat TGO’s in de toekomst meer moeten gaan concurreren met andere rechercheonderzoeken. Hoewel niet duidelijk is hoe de ontwikkelingen rond het TGO-raamwerk zich gaan vormgeven, kan op basis van dit rapport worden vastgesteld dat er een aantal uitdagingen voor de politie zijn ten aanzien van TGO’s die te maken hebben met de interne bedrijfsvoering. Een eerste uitdaging is om de aanlevering van personeel voor TGO’s zodanig te organiseren, dat daarbij de bedrijfsvoering van de staande rechercheorganisatie niet te veel wordt verstoord. Een tweede uitdaging is het vinden van een middenweg tussen enerzijds de vaste TGO-structuur en anderzijds het inbouwen van een bepaalde flexibiliteit in het rechercheonderzoek. Een derde uitdaging is het behoud van PVOV-waarborgen binnen TGO’s en het doorsijpelen van deze waarborgen naar andere niveaus binnen de opsporing.
Naast deze uitdagingen kunnen ook een aantal uitdagingen voor het OM worden onderscheiden. Centraal hierbij staat de (invulling van de) rol van de officier van justitie. De eerste uitdaging is om de magistratelijke rol en de ‘betrokken distantie’ van de officier een duidelijker gezicht te geven. Officieren van justitie vinden het soms moeilijk om hieraan invulling te geven. Een tweede uitdaging is gelegen in het feit dat het OM in de huidige situatie afhankelijk blijft van de officier van justitie voor het aandragen van dilemma’s binnen de reflectiekamer en het voeden van het zicht-op-zaken-systeem. Een derde uitdaging is hoe in een ingewikkeld werkveld blijvend ondersteuning kan worden gegeven aan het werk van de officier van justitie. Met name de coachende rol van de kwaliteitsofficier is in dit kader van belang.
Armslag opsporing vergroten
In een brief aan de Tweede Kamer van 25 september 2015 reageert de Minister van VenJ op de bevindingen: “In de periode van tien jaar is de samenleving en dus ook de politie en het OM sterk veranderd. De aard en omvang van zware misdrijven leiden ertoe dat steeds meer TGO’s plaatsvinden, die ook nog eens betrekking hebben op steeds complexere zaken. (....) Politie en OM hebben in de afgelopen tien jaar veel ervaring opgedaan met de maatregelen uit PVOV en PP. Zij hebben in de praktijk kunnen ervaren wanneer een TGO strikt volgens voorgeschreven procedures opgezet moet worden en wanneer de opzet van een TGO meer maatwerk kan zijn, afgestemd op de aard en de omstandigheden van het misdrijf. Het is nu dan ook het moment om meer professionele armslag toe te laten, met meer maatwerk en flexibiliteit om de slagkracht van de opsporing en vervolging te vergroten.”
Verder kondigt de minister in deze brief aan dat in de nota over de herijking van het realisatieplan van de nationale politie (Kamerstukken II 2015/16, 29628, nr. 554) langs een kwantitatieve en een kwalitatieve lijn een versterking van het vakmanschap van de opsporing zal worden ingezet. De minister zal de kamer nog een contourennota Politie doen toekomen waarin de hoofdlijnen van het kwaliteitsplan zoveel mogelijk zijn uitgewerkt. De politie zal, in afstemming met het OM, de aanbevelingen uit dit WODC-rapport als referentiekader gebruiken bij dit te maken verbeterplan.