De Rechtbank Noord-Holland heeft een verzoek van een vrouw uit de gemeente Velsen tot vaststelling kinderalimentatie afgewezen. De gemeente had van de vrouw geëist dat ze hiertoe een verzoek bij de rechtbank zou indienen, anders zou ze worden gekort op haar uitkering. De rechter vindt het verwerpelijk dat de gemeente de papieren werkelijkheid van een checklist volgde, zonder de werkelijke situatie van de betrokken burgers te beoordelen.

De vrouw en een man hadden een relatie en kregen een kind. Deze relatie is nu voorbij. De vrouw ontvangt een bijstandsuitkering, de man bevindt zich in een schuldhulpverleningstraject. De gemeente eiste dat de vrouw een verzoek bij de rechter moest indienen voor vaststelling van kinderalimentatie. Als ze dat niet zou doen, zou de vrouw worden gekort op haar uitkering omdat ze niet aan de bijstandsvoorwaarden voldoet.

De vrouw heeft daarop de rechter verzocht te bepalen dat de man per januari 2021 een bijdrage moet leveren van 50 euro per maand voor kosten van verzorging en opvoeding. De man zegt dat hij onvoldoende draagkracht heeft om de kinderalimentatie te betalen vanwege zijn hoge schuldenlast.

Oordeel rechtbank

De rechtbank oordeelt dat er weinig twijfel bestaat dat de gemeente Velsen inderdaad de vrouw heeft gedwongen het verzoek tot kinderalimentatie in te dienen omdat anders zou een korting op haar uitkering dreigen. Dit past in een beleidslijn die meer gemeenten hanteren: de gemeente kort de uitkering van de bijstands- en alimentatiegerechtigde als deze niet via de rechter de alimentatie aanvraagt, in plaats van de uitkering te verhalen op de alimentatieplichtige.

De rechtbank vindt dat er zeker nodige gevallen zijn waardoor deze beleidslijn te billijken valt. In dit geval echter acht de rechtbank het schrijnend dat de gemeente Velsen verzoekster en verweerder met hun toch al absoluut minimale inkomen op kosten jaagt door hen te dwingen deze procedure te voeren, terwijl ook voor de gemeente van de aanvang duidelijk moet zijn geweest dat van vaststelling van een kinderbijdrage geen sprake zou kunnen zijn vanwege de schuldensituatie, het schuldenbewind en het lopende traject van schuldhulpverlening. De rechtbank laat dan nog de door de gemeente door deze handelwijze veroorzaakte kosten voor de overheid (kosten rechtsbijstand, zaakskosten rechtbank) buiten beschouwing. Het heeft er de schijn van dat hier de papieren werkelijkheid van een checklist is gevolgd zonder de werkelijke situatie van de betrokken burgers te beoordelen. Tot een kostenveroordeling van de gemeente kan dit echter niet leiden, omdat daarvoor de wettelijke grondslag ontbreekt.

 

Bron: www.rechtspraak.nl

Laatste nieuws