De Centrale Raad van Beroep (CRvB) heeft in een uitspraak van 26 januari 2024 geoordeeld dat de berekening voor het aflossen van een schuld bij de Sociale Verzekeringsbank (Svb) anders moet. Met de uitspraak wordt de ongewenste en onvoorziene effecten voor AOW-gerechtigden als gevolg van de invoering van Wet vereenvoudiging beslagvrije voet per 1 januari 2021 teniet gedaan.

De reden voor de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet was dat de beslagvrije voet van mensen met schulden vaak te laag werd vastgesteld. Een belangrijke wijziging is dat de beslagvrije voet is verhoogd van 90% naar 95%. Een andere belangrijke wijziging is dat mensen met schulden geen gegevens meer hoeven te verstrekken om de beslagvrije voet vast te stellen. Voor veel mensen met AOW en een schuld bij de Svb blijkt de wet echter geen verbetering. In de wet maakt de wetgever geen onderscheid meer in leeftijdscategorieën. Voor de wetswijziging was de beslagvrije voet voor AOW-gerechtigden gekoppeld aan de voor hen geldende bijstandsnorm. Voor AOW-gerechtigden is het zo dat 90% van de oude norm vaak leidt tot een hogere beslagvrije voet dan 95% van de huidige norm. De Svb gebruikt het volledige deel bóven de beslagvrije voet om de schuld van betrokkenen bij de Svb af te lossen op basis van de Regeling tenuitvoerlegging bestuurlijke boeten en terugvordering onverschuldigde betalingen. Voor veel mensen met AOW levert dit financiële problemen op.

Arrest CRvB

De CRvB stelt de betrokkenen in het gelijk en oordeelt dat de art. 3 en 4, tweede lid, van de Regeling buiten toepassing moet worden gelaten. Zolang de wetgever geen oplossing heeft voor de negatieve effecten van de Regeling, mag de Svb de Regeling niet meer toepassen bij het verrekenen van een schuld met AOW. De CRvB oordeelt dat de Svb kan uitgaan van een beslagvrije voet van 95% van de voor AOW-gerechtigden geldende bijstandsnorm. Voor AOW-gerechtigden betekent dit dat hun aflossingscapaciteit lager wordt, dus dat zij meer geld overhouden om de noodzakelijke kosten van levensonderhoud te betalen. De Svb heeft de minister geïnformeerd dat de negatieve effecten voor AOW-gerechtigden groter zijn dan de wetgever vooraf had ingeschat. Vanwege deze ongewenste en onvoorziene effecten heeft de Minister voo APP in een kamerbrief van 21 december 2022 (Kamerstukken II 2022/23, 24515, nr. 670) toegezegd om wetgeving voor te bereiden om deze negatieve effecten aan te pakken. Maar deze wetgeving is nog in voorbereiding en biedt daarom nog geen oplossing voor betrokkenen en andere AOW-gerechtigden.

ECLI:NL:CRVB:2024:1

Bron: www.rechtspraak.nl

Laatste nieuws