Met de Justitie en Veiligheidsbegroting is een bedrag gemoeid van 12,7 miljard euro. Vanwege de vertraging van KEI en de dalende instroom van zaken verwacht de rechtspraak een tegenvaller van 40 miljoen euro. Op de JenV-begroting is een zelfde bedrag gereserveerd om dit tekort aan te vullen. Eenmalig wordt 100 miljoen euro gestort in een Ondermijningsfonds om de aanpak van ondermijnende criminaliteit te intensiveren. Structureel is 95 miljoen euro gereserveerd om de Nederlandse Cyber Security Agenda uit te voeren.  De 291 miljoen euro voor de politie uit het Regeerakkoord wordt ingezet voor verdere uitbreiding van de politiecapaciteit en versterking van de organisatie. Voor innovatie in de aanpak van recidive is een bedrag van 15 miljoen euro beschikbaar.


Beleidsagenda

In de beleidsagenda die onderdeel is van de memorie van toelichting bij de begroting Justitie en Veiligheid 2019 wordt ingegaan op drie kernthema’s van het Ministerie van JenV. Dit zijn de prioriteiten voor de kabinetsperiode Rutte III. In de beleidsagenda is verder een cijfermatig overzicht opgenomen van de belangrijkste beleidsmatige mutaties, een overzicht van de niet-juridisch verplichte uitgaven, een overzicht met de meerjarige planning voor de beleidsdoorlichtingen en een overzicht van de risicoregelingen vallend onder dit ministerie.

Rechtspraak

In 2019 herijkt de Rechtspraak de Agenda van de Rechtspraak 2015–2020. De looptijd van de Agenda was eerder al verlengd van 2018 naar 2020. De verwachting is dat ook in de periode vanaf 2019 snelle, toegankelijke en deskundige rechtspraak weer actuele speerpunten zijn. Er zal meer nadruk komen te liggen op maatschappelijk effectieve rechtspraak en innovatie. En de digitalisering zal zich meer focussen op toegankelijkheid dan op snelheid. Verder blijft het onderhouden van de democratische rechtsstaat de komende jaren een belangrijk thema in zowel nationaal als internationaal perspectief.

Snelle rechtspraak

Snelle rechtspraak blijft onverminderd een thema waar de Rechtspraak resultaten wil boeken: de doorlooptijden van rechtszaken dienen te worden verkort. Aan die ambitie houdt de Rechtspraak vast. Onderzocht gaat worden hoe en in welke mate de doorlooptijden per zaakscategorie realistisch gezien verkort kunnen worden. In de begroting wordt op de pagina’s 124 en 125 een overzicht gegeven van de actuele doorlooptijden per zaaksoort.

Gestart wordt met de ontwikkeling van een nieuwe normenset. Vervolgens wordt gekeken hoe en in welke volgorde de nieuwe normen kunnen worden ingevoerd en hoe kan worden gestuurd op realisatie van de normen. Bij het realiseren van kortere doorlooptijden zal vooral gekeken worden naar mogelijkheden op het gebied van gedrag, regie, planning en logistiek. Ondersteuning via informatietechnologie is op dit moment minder aan de orde, daar de focus van IT voor nu vooral gericht is op digitale toegankelijkheid van rechtspraak.

Toegankelijke en maatschappelijk effectieve rechtspraak

Toegankelijkheid van rechtspraak kent vele vormen; het betreft onder meer de fysieke toegankelijkheid en bereikbaarheid, doorlooptijden en begrijpelijkheid. Ook maatschappelijk effectieve rechtspraak (MER) draagt bij aan toegankelijkheid door de daarin besloten laagdrempeligheid en oplossingsgerichtheid. Onder de paraplu van MER stimuleert de Rechtspraak de totstandkoming van bottom-up initiatieven op het gebied van sociale innovatie. Ook binnen het strafrecht zijn initiatieven gestart die bijdragen aan MER. Uit de vele initiatieven die er al zijn is duidelijk geworden dat de richtinggevende principes van MER op brede steun zowel binnen als buiten de Rechtspraak kunnen rekenen. Het vergroten van de digitale toegankelijkheid van rechtspraak blijft een hoge prioriteit. Ten opzichte van de eerdere aanpak van de digitalisering – die ook was gericht op de automatisering van werkprocessen binnen de Rechtspraak – wordt de aanpak gereset. De aanpak wordt kleiner en beheersbaarder en de doelstelling wordt versmald tot digitale toegankelijkheid. Er wordt door de Rechtspraak een basisplan voor de reset van de digitalisering opgesteld. De vaststelling en de uitvoering van dit basisplan zal plaatsvinden binnen de nieuwe besluitvormingsstructuur van de in 2018 vastgestelde IV-governance. De verwachting is dat najaar 2018 besluitvorming kan plaatsvinden over de doelen, de manier waarop die moeten worden bereikt en de kosten die daarmee gemoeid zijn. 

Deskundige rechtspraak

Naast snelle en toegankelijke rechtspraak is deskundige rechtspraak een speerpunt uit de Agenda van de Rechtspraak 2015–2020. Deskundigheid is een essentieel onderdeel van professionaliteit. Van de rechter wordt verwacht dat hij, hoe ook georganiseerd, over de vereiste juridische en niet-juridische deskundigheid beschikt. Professionaliteit is onderdeel van deskundige rechtspraak maar houdt meer in dan deskundigheid alleen. Professionaliteit gaat ook over het voeren van regie met het oog op effectiviteit, doelmatigheid en snelheid. Communicatieve vaardigheden worden steeds belangrijker: weten te communiceren met partijen tijdens zittingen, begrijpelijk zijn, maar ook zich staande weten te houden in de schijnwerpers van de publieke aandacht. Dat vereist adequaat, maar vooral ook snel reageren. De professionaliteit is door de rechters zelf vastgelegd in professionele standaarden. De rechters en raadsheren gaan bij voorkeur direct en volledig op basis van deze standaarden werken. De financiering wordt echter geleidelijk beschikbaar gesteld via de begroting van het Ministerie van Justitie en Veiligheid waardoor de implementatie van de standaarden ook geleidelijk zal plaatsvinden. Ook in 2019 wordt de implementatie van de standaarden voortgezet. Verder wordt aan deskundige rechtspraak bijgedragen door het evalueren van de opleiding en de selectie van rechters, de verdere uitvoering van het programma Organisatie van kennis en wordt de Visitatie gerechten in 2019 afgerond.

Verbetering van de bekostiging

De Raad en het Ministerie van Justitie en Veiligheid zijn in overleg of, en zo ja, hoe de bekostigingssystematiek van de Rechtspraak op onderdelen kan worden verbeterd. Hoewel het bekostigingssysteem veel heeft opgeleverd, is het voor verbetering vatbaar. Een onafhankelijk adviseur werkzaam bij de Raad van State voert in 2018 een onderzoek uit naar de mogelijkheden om verbeteringen in de toepassing van het bekostigingssysteem op het gebied van de wijze waarop de tijdmeting wordt toegepast en de wijze waarop rekening wordt gehouden met het niveau van de benodigde kosten voor ICT, innovatie en overhead in een situatie van een sterk dalende zaaksinstroom. In het najaar van 2018 maken de Minister voor Rechtsbescherming en de Raad op basis van het uitgebrachte advies nadere afspraken over de bekostigingssystematiek. Ook in de verdeling van de door de Minister toegekende bijdrage over de gerechten zijn verbeteringen mogelijk. Er zijn voorstellen voor aanpassingen ontwikkeld die in de volgende prijsperiode 2020/2022 zullen worden toegepast. Tot slot zijn er voorstellen ontwikkeld die een betere sturing binnen gerechten mogelijk maken.

Doorlichtingsonderzoek Rechtspraak

In 2017 is de Rechtspraak voor de eerste keer geëindigd met een negatief eigen vermogen. Ook de komende jaren dreigt een tekort. De Minister en de Raad achten het wenselijk dat duidelijk wordt welke maatregelen door de Rechtspraak getroffen kunnen worden om de tekorten weg te werken dan wel te verkleinen. Voor een structurele oplossing van de financiële problematiek wordt in 2018 een doorlichtingsonderzoek gestart waarin wordt onderzocht hoe de financiële middelen en de taken van de Rechtspraak met elkaar in evenwicht kunnen worden gebracht. Waar kunnen, met behoud van kwaliteit en onafhankelijkheid, de kosten worden verminderd en waar moeten de opbrengsten worden verhoogd? De doorlichting richt zich op drie onderzoeksgebieden: de bedrijfsvoering, de organisatie van het primair proces (zoals logistiek, delegatie, administratieve processen en ketensamenwerking inclusief mogelijkheden om middels wetgeving daarop wijzigingen door te kunnen voeren) en de ontwikkelingen in de gemiddelde zwaarte van zaken in relatie tot de zaaksprijzen. De uitkomst van deze doorlichting zal volgend jaar worden betrokken in de te maken prijsafspraken voor de periode 2020/2022 in het kader van besluitvorming over de Begroting 2020.

Eigen vermogen

De financiële situatie van de Rechtspraak staat onder druk. In 2017 is voor het eerst een negatief eigen vermogen gerealiseerd van € 27 mln. Op grond van het Besluit financiering rechtspraak (BFR) vult Justitie en Veiligheid een negatief vermogen aan tot minimaal nul. Ook voor 2018 en 2019 wordt een negatief eigen vermogen verwacht. Voor de financiële problematiek zijn twee hoofdoorzaken aan te wijzen: de vertraging van het digitaliseringsprogramma van de rechtspraak en de frictiekosten als gevolg van de inmiddels sterk gedaalde zaaksinstroom. Bij een (dreigend) negatief eigen vermogen overleggen de Minister en de Raad voor de rechtspraak over de te nemen maatregelen. Voor een structurele oplossing van de financiële problematiek wordt in 2018 een doorlichtingsonderzoek uitgevoerd. De uitkomst van deze doorlichting zal volgend jaar worden betrokken in de te maken prijsafspraken voor de periode 2020/2022 in het kader van besluitvorming over de Begroting 2020. De Minister voor Rechtsbescherming zet de huidige beschikbare middelen uit de egalisatierekening in om een deel van de financiële tekorten van de Rechtspraak te kunnen dekken. De egalisatierekening dient in beginsel om schommelingen in het volume op te vangen. Door gebruik te maken van de hardheidsclausule van artikel 21 Besluit Financiering Rechtspraak kan de vermogenspositie hiermee worden hersteld. Hierdoor zal de egalisatierekening eind 2018 volledig zijn gebruikt. De huidige verwachting is dat in 2018 een negatief eigen vermogen zal ontstaan van circa € 40 mln. Ook in 2019, na aanvulling door de Minister voor Rechtsbescherming van het negatieve eigen vermogen van 2018 tot nul, wordt een tekort verwacht van circa € 34 mln. Indien de instroom van zaken in de praktijk lager uitkomt dan de huidige vastgestelde instroomprognose, kan het financiële beeld verder verslechteren. Bezien wordt of uit de eerder genoemde doorlichting maatregelen voortvloeien die deze problematiek kunnen oplossen.

Rechtsbijstand

Het kabinet heeft in het Regeerakkoord aangegeven tot een herziening van het stelsel van rechtsbijstand te komen. Om het eindresultaat te behalen is tijd nodig waardoor de eerdere verwachte financiële effecten van het wetsvoorstel duurzaam stelsel rechtsbijstand met 3 jaar wordt opgeschort. Uitgangspunt is dat het stelsel van rechtsbijstand wordt herzien binnen de bestaande budgettaire kaders. Bij de vernieuwing van het stelsel van de gesubsidieerde rechtsbijstand staat het bieden van snelle, vroegtijdige en duurzame oplossingen voor problemen met mogelijke juridische consequenties, centraal. Dat betekent hulp die beter is afgestemd op het geschil en het onderliggende probleem en een adequate vergoeding voor juridische hulpverleners. Het uitgangspunt voor vernieuwing van het stelsel is gebaseerd op een intensief ontwerpproces met betrokken professionals in en om het stelsel. In de aanloop naar de voorjaarsbesluitvorming zullen de voorstellen nader worden uitgewerkt en bezien op hun (financiële) consequenties. De verwachting is dat het beroep op de rechtsbijstand in 2018 lager uit komt dan geraamd. De kwaliteit van de buitengerechtelijk afdoening van strafrechtszaken wordt versterkt door uitbreiding van rechtsbijstand.

Politie

De politie zal in deze kabinetsperiode een nieuwe fase ingaan: een fase van versterking, vernieuwing en modernisering. De inzet is meer en betere politie die sneller en effectiever inzetbaar is, geworteld in de haarvaten van onze maatschappij, zichtbaar op straat en die voor alle burgers makkelijk benaderbaar is. Daartoe investeert het kabinet in extra capaciteit en middelen voor de politie en worden maatregelen genomen voor een slagvaardigere en flexibelere politieorganisatie. Omdat politiecapaciteit per definitie schaars en kostbaar is hecht het kabinet waarde aan het verder flexibiliseren van de organisatie, opdat de beschikbare mensen en middelen zo effectief mogelijk worden ingezet. De huidige dominante sturing op middelen met een dubbel slot (een vaststaande sterkte en een vaststaand budget) beperkt de kwaliteit en de flexibiliteit van de politieorganisatie. Om die reden en om in de bedrijfsvoering meer ruimte te creëren voor lokaal maatwerk wordt een bandbreedte op de operationele sterkte geïntroduceerd. Daarmee kunnen de politiechefs binnen hun eenheid – in overeenstemming met het gezag en binnen de financiële kaders – maximaal 2% van de formatieruimte voor operationele sterkte (exclusief aspiranten) inzetten om de daarmee vrijvallende middelen anders en daardoor effectiever te gebruiken. Andere maatregelen uit de flexibiliseringsagenda zijn het flexibeler toedelen van aspiranten aan de eenheden zodat beter kan worden in gespeeld op de vervangingsvraag en het creëren van een betere verbinding tussen de operationele keuzes en de consequenties in middelen of voor de bedrijfsvoeringorganisatie onder andere door het vergroten van het mandaat op beheergebied (personeel en financieel) van de chefs op lokaal niveau.

Effectiviteit politieoptreden

Het is van belang om meer inzicht in de effectiviteit van politieoptreden te krijgen. Bij de politie wordt een monitoring- en evaluatie-eenheid opgestart die analyses zal gaan uitvoeren naar de maatschappelijke ontwikkelingen op het terrein van veiligheid en effecten van de inzet van de politie op de veiligheid. Tevens wordt in een drietal pilots op het terrein van cybercrime, ondermijning en contraterrorisme een werkwijze en/of verantwoordingsmethodiek ontwikkeld over behaalde prestaties, met als doel meer inzicht te krijgen in de samenhang tussen activiteiten, resultaten, effecten en in te zetten middelen. Ondanks al deze investeringen zijn ook in de komende jaren ongemakkelijke keuzes in zowel de veiligheids- als verbeterambities onvermijdelijk. Mede als gevolg van de in het verleden lagere instroom bij de Politieacademie, de hogere uitstroom ten gevolge van pensionering en de in de meeste eenheden nog bestaande situatie van overbezetting. Op de iets langere termijn leidt dit tot een fors verjongd en diverser personeelsbestand en een betere inzetbaarheid. De vraag naar de inzet van de politie zal de mogelijkheden van de politie echter altijd overtreffen. Het is dus blijvend noodzakelijk dat in de driehoeken het gesprek wordt gevoerd over prioritering in de inzet van de politie. Het is aan de politie om het gezag van betere informatie te voorzien om hen in staat te stellen deze keuzes te maken.

Rechtspleging en rechtsbijstand

De strafrechtpleging moderniseert. Het Wetboek van Strafvordering wordt bij de tijd gebracht. Zaken tegen verdachten worden sneller afgedaan door het Openbaar Ministerie en de strafrechter. De kwaliteit van de buitengerechtelijk afdoening wordt versterkt door uitbreiding van rechtsbijstand. De strafrechtsketen digitaliseert door zowel het organiseren van digitale stukkenstromen als het toenemend gebruik van informatietechnologie als logistiek hulpmiddel bij de planning en behandeling van zaken. De digitalisering van de rechtspraak in het civiele recht en het bestuursrecht wordt, met waarborgen in de besturing en het toezicht, opnieuw vormgegeven. Het werkveld voor forensisch onderzoek zal in 2019 volop in beweging zijn, allereerst door het cultuurveranderingstraject dat medio 2017 bij het NFI is gestart naar aanleiding van onderzoek naar de management-en organisatiecultuur bij het NFI. Daarnaast wordt in 2018 de visie op forensisch onderzoek gepresenteerd. Door deze veranderingen zal beter worden voorzien in de behoeften van de strafrechtketen aan forensisch onderzoek.

Veiligheid en criminaliteitsbestrijding

Computercriminaliteit

Voor de uitvoering van de Wet Computercriminaliteit III komt € 10 mln. extra beschikbaar. Daarbij zal slechts in een specifieke zaak hacksoftware worden ingekocht door opsporingsdiensten. Leveranciers van dergelijke software worden gescreend door de AIVD en verkopen niet aan dubieuze regimes. Statistieken over het gebruik van hacksoftware worden jaarlijks openbaar gemaakt. Bij de evaluatie van de wet na twee jaar wordt bezien in hoeverre deze regeling de effectiviteit van de wet ernstig aantast. In dat geval wordt alsnog de aanschaf van hacksoftware voor algemeen gebruik overwogen. Er wordt ingezet op het beschermen van de privacy van burgers onderling. Het verspreiden van wraakporno grijpt diep in de persoonlijke levenssfeer in en wordt als een zelfstandig delict strafbaar gesteld.

Het wetsvoorstel Aanpassing bewaarplicht telecommunicatiegegevens wordt heroverwogen. Hierbij verkent het kabinet in hoeverre het Europese recht ruimte biedt voor een afgewogen bewaarplicht voor bepaalde telecommunicatiegegevens, in het bijzonder voor gegevens die strekken tot identificatie van de gebruiker van een communicatiedienst. Bijzondere aandacht gaat daarbij uit naar waarborgen voor de persoonlijke levenssfeer van burgers, beperkte toegang, aangescherpt toezicht, noodzakelijkheid van bewaartermijnen, adequate bescherming en beveiliging van de gegevens en een rapportage- en evaluatieplicht. Alle nieuwe wetgeving waarin gegevensbewaring wordt geregeld ten behoeve van de opsporing van ernstige strafbare feiten zal worden voorzien van passende waarborgen. Ook zal die wetgeving na vijf jaar worden geëvalueerd, waarbij in ieder geval aandacht zal worden besteed aan de effectiviteit en de impact van die wetgeving.

Verkeer

Notoire verkeersovertreders worden harder aangepakt en in het verlengde daarvan dragen we bij aan het realiseren van het Strategisch Plan Verkeersveiligheid dat in het najaar van 2018 verschijnt. Het boetesysteem wordt gewijzigd, zodat voor overtredingen met veel gevaarzetting of herhaalde overtredingen de boetes worden verhoogd en de boetes voor kleine overtredingen kunnen worden verlaagd. Het traject van het progressief boetestelsel wordt voortgezet en medio 2018 wordt een beslissing genomen over het progressief boetestelsel.

Ondermijning

Er komt ondermijningswetgeving om geconstateerde juridische knelpunten in de huidige aanpak van georganiseerde criminaliteit en ondermijnende criminaliteit op te lossen. Daarnaast wordt een ondermijningsfonds opgezet waarin eenmalig € 100 mln. wordt gestort ten behoeve de intensivering van de aanpak. Voor een effectieve aanpak moet er daarnaast meer oog zijn voor innovaties binnen het strafrecht en voor creativiteit in de aanpak van ondermijning. Er wordt ingezet op intensieve samenwerking tussen verschillende publieke en private instanties, zoals dat nu ook gebeurt tussen de Taskforce Brabant Zeeland en Intensivering Zuid Nederland. Er komt een verbod op Outlaw Motorcycle Gangs (criminele motorbendes). Dit verbod maakt deel uit van de ambitie van het kabinet om met een integrale aanpak van ondermijning en georganiseerde criminaliteit te komen. Motorbendes ontwrichten de samenleving door intimidatie en bedreiging van het lokale bestuur en door drugsoverlast, witwaspraktijken, fysiek geweld en tal van andere criminele activiteiten.

Mensenhandel

Het is belangrijk om mensen in de prostitutie te beschermen tegen misstanden, zoals uitbuiting en mensenhandel. De strijd tegen mensenhandel wordt daarom versterkt. Er wordt geïnvesteerd in internationaal opsporingsonderzoek. In bronlanden van mensenhandel wordt een vaste politieliaison gestationeerd. Door structureel geld beschikbaar te stellen voor een landelijk dekkend netwerk van uitstapprogramma’s worden mensen die de prostitutie willen verlaten, geholpen. De behandeling van het initiatiefwetsvoorstel Strafbaarstelling misbruik prostituees die slachtoffer zijn van mensenhandel wordt voortgezet. Er wordt geïnvesteerd in de regionale Prostitutie Controle Teams. Ook komt er extra geld voor slachtoffers van mensenhandel. Gemeenten en politie moeten over effectieve mogelijkheden beschikken om mensenhandel te voorkomen, te signaleren en te bestrijden. Mensenhandelaren mogen niet profiteren van ongelijke toezichts- en handhavingsmogelijkheden. Het wetsvoorstel Regulering prostitutie wordt daarom aangepast, zodat uniformiteit ten opzichte van alle sectoren in de prostitutiebranche is verzekerd en bescherming tegen misstanden waaronder mensenhandel in al deze sectoren gewaarborgd blijft. Om ongewenste verplaatsingen van prostitutie naar minder zichtbare delen van de sector te voorkomen, worden alle vormen van bedrijfsmatige seksuele dienstverlening, waaronder ook escort en zelfstandig werkende prostituees, vergunningplichtig. Er komt een wettelijke grondslag voor lokale intakegesprekken, die als doel hebben vanuit de gezondheidszorg (GGD) zicht te houden op prostituees teneinde misstanden te voorkomen. Er komt een pooierverbod, in aanvulling op de mogelijkheden die artikel 273f Sr biedt voor de strafrechtelijke aanpak van mensenhandel in de prostitutie. Wie betrokken is bij onvergunde bedrijfsmatige seksuele dienstverlening en daar financieel voordeel uithaalt, wordt strafbaar. Er is geen sprake van strafbare betrokkenheid als gedragingen niet aan de kern van de seksuele dienstverlening raken.

Gesloten coffeeshopketen

Er komt wet- en regelgeving ten behoeve van een uniform experiment met een gesloten coffeeshopketen. Deze experimenten worden uitgevoerd in een aantal (middel)grote gemeenten (zes á tien). Doel van de experimenten is om te bezien of en hoe op kwaliteit gecontroleerde wiet gedecriminaliseerd aan de coffeeshops geleverd kan worden en wat de effecten hiervan zijn. De experimenten worden onafhankelijk geëvalueerd, waarna het kabinet beziet wat het te doen staat.

Afpakken

In de Miljoenennota 2018 heeft het kabinet het afpakken van crimineel vermogen als prioriteit betiteld. Ook de opbrengsten uit afpakken kennen sinds 1 januari 2018 een generale behandeling. Op basis van eerdere verhogingen lopen de geraamde opbrengsten tot en met 2020 op tot € 360 mln. Na 2020 dalen de verwachte opbrengsten tot een structureel niveau van € 277 mln. In 2018 is een schikking met ING (775 mln.) getroffen. In de JenV begroting is al rekening gehouden met de ontvangen bedragen vanwege afpakken. Daarom is het effect een meevaller van 624 mln.

Straffen en beschermen

Recidivevermindering

In het Regeerakkoord zijn extra middelen uitgetrokken, oplopend tot € 20 mln. structureel vanaf 2020, voor het terugdringen van recidive. Het programma ‘Koers en kansen’ voor de sanctie-uitvoering zoekt daarvoor de samenwerking met de justitieketen, de zorg en het lokale domein. Met projecten en onderzoek wordt nagegaan welke interventies succesvol zijn en welke niet, en wat daarbij de bepalende factoren zijn. Succesvolle elementen uit de projecten worden verduurzaamd. Hierbij wordt een verbinding gelegd met de toekomstvisie op het gevangeniswezen.

VI/detentiefasering

In 2018 wordt een wetsvoorstel ingediend bij de Tweede Kamer dat strekt tot wijziging van de regelingen detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling (v.i.). Met dit wetsvoorstel, aangekondigd in het Regeerakkoord, wordt voorzien in een logisch samenhangend en consistent stelsel van detentiefasering. Detentiefasering, v.i. en nazorg vormen samen één systeem dat tot doel heeft zowel recht te doen aan het karakter van de vrijheidsstraf (vergelding, herstel van de rechtsorde) als bij te dragen aan de voorbereiding op de terugkeer in de samenleving en de vermindering van de kans op recidive. Veroordeelden komen niet meer van rechtswege in aanmerking voor v.i. maar moeten deze met hun gedrag tijdens de detentie verdienen. De v.i.-periode zal worden gehandhaafd op maximaal een derde van de opgelegde straf maar met een maximum van twee jaar.

Slachtofferzorg

In 2019 worden verdere stappen gezet bij de uitvoering van de Meerjarenagenda slachtofferbeleid die op 22 februari 2018 door de Minister voor Rechtsbescherming aan de Tweede Kamer is gestuurd. Aan drie prioriteiten wordt gewerkt: (1) de versterking van de rechtspositie van slachtoffers, (2) de verbetering van de bejegening van slachtoffers en (3) de vergroting van de mogelijkheden tot het verhalen van schade. Op het begrotingsartikel slachtofferzorg zijn middelen hiervoor gereserveerd.

Scheiden zonder Schade

Het Programma Scheiden zonder Schade geeft uitvoering aan de acties de voorzitter van het platvorm ‘Scheiden zonder Schade’ heeft aanbevolen in zijn Actieplan ‘Scheiden... en de kinderen dan?’. Het Actieplan bevat zo’n 45 actielijnen en oplossingsrichtingen. Die voorstellen worden de komende jaren uitgewerkt binnen het Programma. De inzet is erop gericht om de schade met concrete acties zoveel als mogelijk te beperken. Het uitgangspunt daarbij is dat kinderen niet de dupe mogen worden van de scheiding van hun ouders.

Contraterrorisme en nationaal veiligheidsbeleid

In het Regeerakkoord is een structurele investering van € 95 mln. euro in cybersecurity vastgelegd. Deze middelen worden de komende jaren vanaf 2019 oplopend structureel ingezet in concrete maatregelen. Het CyberSecurity Beeld Nederland (CSBN 2018) laat zien dat de omvang en ernst van de dreiging nog altijd aanzienlijk is en in ontwikkeling blijft. Er is sprake van een continue dreiging in het digitale domein en de weerbaarheid loopt soms achter bij de dreiging. Daarom wordt geïnvesteerd in cybersecurity aan de hand van de door de NCTV gecoördineerde Nederlandse Cyber Security Agenda (NCSA).

Voor contraterrorisme stelt het kabinet 13 miljoen euro extra per jaar beschikbaar. Deze gelden worden gebruikt om, naast de continuering van reeds bestaande maatregelen, het voorveld én de achterkant van de aanpak verder te versterken. Dit samenhangende pakket van aanvullende maatregelen, die hun basis vinden in de integrale aanpak terrorisme 2017–2021, stelt het kabinet in staat om wat terrorismebestrijding betreft ook in de komende periode op alle aspecten te schakelen; van preventie tot repressie, van lokaal tot internationaal.

Migratie

Het Nederlandse migratiebeleid is verwoord in de dit voorjaar gepresenteerde Integrale migratieagenda. Op basis van de nadere uitwerking van deze plannen, gaan JenV en partners aan de slag om deze ambitieuze migratieagenda in de praktijk te realiseren. De ambitie is dat er in 2019 stappen zijn gezet om het asielproces te herontwerpen en de transparantie en voorspelbaarheid van dit proces te vergroten. Daarnaast wordt gestart met het treffen van voorbereidingen voor het samenbrengen van alle partners in de asielketen onder één dak, in Gemeenschappelijke Vreemdelingen Locaties (GVL). Voorts wordt gewerkt aan maatwerk voor samenwerking waar het gaat om terugkeer van (voorlopig) veertien als veilig beschouwde landen. Om te bevorderen dat er meer kennismigranten naar Nederland komen, werkt JenV voor deze groep aan kortere, eenvoudigere toelatingsprocedures en een betere elektronische dienstverlening. Samen met BZ faciliteert JenV een onafhankelijk onderzoek naar de vraag of het VN Vluchtelingenverdrag uit 1951 nog wel bij de tijd is en welke aanpassingen er eventueel nodig zijn In 2019 werkt JenV aan de inrichting van het grensmanagement, op basis van de nieuwe EU richtlijnen. Tot slot in deze samenvatting werkt JenV conform het Regeerakkoord aan modernisering van het nationaliteitsrecht.

Wetgevingsprogramma

Op de pagina’s 127 t/m 131 van de begroting is het wetgevingsprogramma van het ministerie voor het komende jaar opgenomen. 

 

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2019: Kamerstukken II 2017/18, 35 000, nrs 1 (Voorstel van wet) en 2 (MvT)

Laatste nieuws