In een op 21 maart 2024 gepubliceerd rapport concludeert toezichthouder AFM dat accountants elkaars werkzaamheden beter moeten toetsen om de kwaliteit van wettelijke controles te waarborgen. De AFM stelt na onderzoek bij 21 accountantskantoren dat er meer diepgang moet komen bij de kwaliteitsbeoordeling door een onafhankelijke accountant op de werkzaamheden van de externe accountant.

Bij een opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordeling (OKB) voert een onafhankelijke accountant een objectieve beoordeling uit op de werkzaamheden van de externe accountant. De OKB als kwaliteitswaarborg is verankerd in wet- en regelgeving, onder andere art. 18 Besluit toezicht accountantsorganisaties en art. 8 EU-Verordening 537/2014. Deze preventieve kwaliteitswaarborg wordt vooral ingezet bij risicovolle controles en is verplicht bij de controle van organisaties van openbaar belang (OOB), zoals banken en verzekeraars. Dit gebeurt ongeveer 3000 keer per jaar, bij gemiddeld 15% van alle wettelijke controles. De OKB functioneert nu onvoldoende als kwaliteitswaarborg. Bij de accountantsorganisaties met een reguliere vergunning (AO’s-RV) was bij 26 van de 30 onderzochte OKB’s de diepgang niet in orde. Bij de accountantsorganisaties met een vergunning voor het controleren van OOB’s (AO’s-OOB) was dit bij 9 van de 22 onderzochte OKB’s het geval. Daarmee is bijvoorbeeld onvoldoende gewaarborgd dat de verkregen controle-informatie toereikend was om het oordeel van de externe accountant te onderbouwen. Bij de AO’s-RV moet het beleid voor de OKB worden verbeterd, want bij 13 van de 15 onderzochte partijen is dat beleid nu niet op orde. Ook vraagt de AFM aandacht voor de deskundigheid en betrokkenheid van de OKB’er. Het merendeel van de AO-OOB’s heeft het beleid voor de OKB wel op orde. Dit geldt ook voor de deskundigheid en betrokkenheid van de OKB’er.

Rapport De diepte in

Bron: www.afm.nl

Laatste nieuws