
Is de verzamelpandakte-constructie wel rechtsgeldig?
In 2012 heeft de Hoge Raad de zogenoemde verzamelpandakte-constructie toegelaten in ons recht. Die doet inmiddels al ruim een decennium zijn werk. Op de motivering van de beslissing is destijds en ook recentelijk nog de nodige kritiek geuit. Bij nader inzien rijst echter de vraag of een rechtsfiguur met zulke vergaande, negatieve gevolgen voor de concurrente schuldeisers wel rechtsgeldig kan zijn. Is dit niet zo, dan is de motivering van de beslissing niet meer van belang en is de problematiek opeens uiterst actueel. De rechter zal in dat geval immers de verzamelpandakte-constructie thans alsnog nietig moeten oordelen, met als gevolg dat de inhoud van de aan die constructie ten grondslag liggende kredietovereenkomst weer zal moeten luiden zoals zij vóór de beslissing deed.
De beoordeling van politiegeweld in Nederland
Dit artikel onderzoekt in welke mate de Nederlandse rechtspraktijk voor het strafrechtelijk beoordelen van fysiek geweld door de politie in lijn is met de jurisprudentie van het EHRM. Volgens het EHRM moet politiegeweld absoluut of strikt noodzakelijk zijn vanwege het gedrag van de persoon in kwestie en moet het onderzoek naar het politiegeweld onafhankelijk zijn. De Nederlandse rechtspraktijk blijkt meerdere elementen te bevatten die niet in overeenstemming met deze jurisprudentie zijn.
Cassatie wegens schending van niet toepasselijk recht!
Al vijftig jaar houdt de Hoge Raad zich bezig met de vraag of er gecasseerd kan worden wegens schending van een niet toepasselijke rechtsregel. Het ligt voor de hand te menen dat de Hoge Raad wel wat beters te doen heeft dan theoretische kwesties te beoordelen. Dat vindt de Hoge Raad zelf ook. Maar nu is deze positie toch in een recente uitspraak gerelativeerd. De vaststelling dat een rechtsregel, door de lagere rechter toegepast, niet toepasselijk is, activeert het probleem van de verrassingsbeslissingen, die ook de Hoge Raad zou dienen te vermijden.
Rechtspraak die wringt
De maatschappelijke context komt in het strafrecht niet aan de orde, en de uitkomst van het strafproces staat tevoren vast. Het grote bezwaar tegen het strafrecht zoals dat wordt toegepast is de absolute verenging van wat er is gebeurd tot wat is tenlastegelegd, ontdaan van maatschappelijke context en verworden tot een willekeurige gebeurtenis.
Eerder verschenen

NJB 8 (2025)
5 maart 2025

NJB 7 (2025)
19 februari 2025

NJB 6 (2025)
12 februari 2025

NJB 5 (2025)
5 februari 2025

NJB 4 (2025)
30 januari 2025