Nederlands Juristenblad 7
19 februari 2020
2020/2
De toekomst van de bijzondere zorgplicht in de financiële sector
Er is een duidelijke trend waarneembaar om het toepassingsgebied van de bijzondere zorgplicht in de financiële sector steeds verder uit te breiden. Waar aanvankelijk vooral banken te vrezen hadden voor schadeclaims gebaseerd op een schending van de bijzondere zorgplicht, moeten in toenemende mate ook andere financiële instellingen serieus rekening houden met dit soort claims. Ook lijken financiële instellingen de bijzondere zorgplicht niet langer enkel in acht te moeten nemen tegenover particulieren, maar ook in relatie tot beschermingsbehoeftige niet-particulieren. De belangrijkste ontwikkelingen op dit gebied worden in dit artikel besproken om van daaruit enkele lijnen naar de toekomst te trekken.


Lees het hele artikel in Navigator.

De olievlekwerking van Urgenda in het Koninkrijk
Heeft de rechter zich gerealiseerd wat de olievlekwerking van de Urgenda-uitspraken binnen de eigen Koninkrijksgrenzen zou kunnen zijn? Deze bijdrage richt zich in dat kader vooral op Curaçao, dat per capita een van de meest CO2-producerende landen ter wereld is. Drie scenario’s worden geschetst die juridische mogelijkheden bieden om (ook) iets aan de uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen in de overzeese landen te doen. Het Urgenda-vonnis van de Haagse rechtbank, en de uitspraken van het hof en de Hoge Raad in navolging daarvan, zouden regeringen aan beide zijden van de oceaan de ogen geopend moeten hebben. Ook in de overzeese gebiedsdelen is het hoog tijd dat er klimaatmaatregelen worden getroffen en dat beloften worden waargemaakt.


Lees het hele artikel in Navigator.

Vermolmd nationaliteitsverdrag staat moderniseringsplannen kabinet in de weg
Verdrag van Straatsburg 1963 opzeggen dus
Sinds de Nederlandse ratificatie, ruim dertig jaar geleden, van het Verdrag betreffende beperking van gevallen van meervoudige nationaliteit, zijn er twee ontwikkelingen te signaleren die laten zien hoe het streven naar enkelvoudige nationaliteit afkalft en verkeert in zijn tegendeel. In de eerste plaats is er in 1992 een protocol aan toegevoegd dat, ingegeven door het thema integratie van vreemdelingen, juist toestaat dat een aantal groepen hun nationaliteit mogen houden bij het vrijwillig verwerven van de nationaliteit van een andere verdragsstaat. De tweede ontwikkeling is dat steeds meer landen hun negatieve houding tegenover de meervoudige nationaliteit hebben laten varen en het Verdrag onderhand is leeggelopen. Het Verdrag is dan ook door de geschiedenis ingehaald en moet onverwijld worden opgezegd om de weg vrij te maken voor de moderniseringsplannen van het kabinet.


Lees het hele artikel in Navigator.

Eerder verschenen
NJB 6 (2020)
13 februari 2020
NJB 5 (2020)
5 februari 2020
NJB 4 (2020)
29 januari 2020
NJB 3 (2020)
22 januari 2020
NJB 2 (2020)
15 januari 2020