Voorwoord
De weerbare democratische rechtsstaat
De democratische rechtsstaat is kwetsbaar. Ontwikkelingen in binnen- en buitenland tonen dat aan. Er is dan ook alle reden om aandacht te besteden aan de weerbaarheid van de democratische rechtsorde in Nederland. De concrete aanleiding voor dit themanummer is de instelling van de Staatscommissie rechtsstaat en haar opdracht om ‘nadrukkelijk aandacht [te] hebben voor bescherming van burgers tegen onvoorziene en ongewenste gevolgen van overheidsmaatregelen’.
De democratische rechtsstaat in Nederland
Over weerbaarheid en waakzaamheid
De laatste jaren worden ‘weerbaarheid’ en ‘democratische rechtsorde’ steeds vaker met elkaar verbonden. Wat ‘weerbaarheid’ omvat of vereist, blijft echter onduidelijk. Het begrip wordt even breed opgevat als de gevaren waarvoor de oproep om de weerbaarheid van de democratische rechtsorde te versterken een oplossing wil bieden. Deze bijdrage schetst een beeld van het huidige debat over de weerbare democratische rechtsstaat. De noties ‘weerbare democratie’ en ‘weerbare rechtsstaat’ worden duidelijk onderscheiden om vervolgens kanttekeningen te plaatsen bij twee belangrijke voorwaarden voor de weerbaarheid van de Nederlandse democratische rechtsorde: de waarborgfunctie van de Nederlandse wet in formele zin en onze huidige rechtsstatelijke cultuur.
Rutte en de rechtsstaat
Hoe zijn we hier beland, waar moeten we naartoe?
Hoe is door de kabinetten-Rutte omgegaan met de rechtsstaat? Deze bijdrage maakt een korte reconstructie op basis van de literatuur, met als doel iets te kunnen zeggen over waar we het in de toekomst (meer) over moeten hebben, als we het hebben over rechtsstatelijkheid. Daarbij staat de verwevenheid van (sociale) grondrechten met de andere aspecten van de rechtsstaat centraal, evenals het besef dat in een weerbare rechtsstaat naast formele ook voldoende stevige materiële kaders moeten bestaan, of kunnen worden gecreëerd.
Leren van enquêtes
De rechtsstatelijke gevolgen van de parlementaire enquêtes vanaf 1983
De elf parlementaire enquêtes tussen 1983 en 2019 hebben slechts deels geleid tot effectieve maatregelen. Waar concrete beleidsmatige uitdagingen of politieke verantwoordelijkheid centraal stonden, droegen enquêtes bij aan het versterken van de weerbaarheid van de democratische rechtsstaat en het gevoel van weerbaarheid van de burger. Maar juist onderzoek naar beleid dat de rechtmatigheid van overheidshandelen of de persoonlijke levenssfeer van de burger raakte, laat zich niet gemakkelijk vertalen in eenduidige beleidsmaatregelen of weten regelgeving die de weerbaarheid van de burger én van de democratische rechtsstaat versterken.
Slingerbewegingen in de rechtsstaat
Maatwerk en recht doen aan ‘de menselijke maat’ zijn dé bestuursrechtelijke modewoorden van deze tijd. Ongekend onrecht en de nasleep daarvan hebben ons geleerd dat er ruimte moet zijn voor uitzonderingen, voor toepassing van hardheidsclausules, voor verzachtende maatregelen. Tegelijkertijd blijft algemene, duidelijke normstelling noodzakelijk. Recht moet worden gedaan aan de eisen van voorzienbaarheid, rechtseenheid en rechtsgelijkheid. Deze bijdrage toont dat er tussen beide uitersten slingerbewegingen plaatsvinden en stelt de vraag naar het juiste midden. Mede aan de hand van de Straatsburgse jurisprudentie over de verhouding tussen algemene normstelling en individuele gevalsbeslissingen wordt gezocht naar objectieve aanknopingspunten om uit te kunnen komen bij een stabiel evenwicht dat past bij de gedachte van een weerbare rechtsstaat.
Eerder verschenen
NJB 38 (2023)
29 november 2023
NJB 37 (2023)
22 november 2023
NJB 36 (2023)
15 november 2023
NJB 35 (2023)
9 november 2023
NJB 34 (2023)
2 november 2023