Maak er geen geheim van
Over geheimhoudingsbepalingen in televisieproductiecontracten en het melden van misstanden
Geheimhoudingsbepalingen versterkt met boeteclausules in televisieproductiecontracten zijn gebruikelijk, toelaatbaar en nuttig, maar kunnen nooit worden ingeroepen tegen het naar buiten brengen van misstanden. Er kan niettemin een chilling effect van uit gaan, in de zin dat de gecontracteerde geneigd kan zijn niet met misstanden naar buiten te treden uit vrees dat deze mogelijk onder de geheimhouding vallen. Het verdient daarom aanbeveling in de geheimhoudingsbepaling expliciet te benoemen dat deze niet ziet op het aan de kaak stellen van misstanden. Tevens wordt in deze bijdrage betoogd dat de recente misstanden in de televisiewereld producenten aanleiding zouden moeten geven de weg naar een externe vertrouwenspersoon open te stellen en dit tijdens besprekingen van het contract te benadrukken.
De rechter-commissaris en diens bevoegdheid gegevens te (laten) vorderen
Waarom deze strafvorderlijke bevoegdheid reeds nu al in de wet moet worden gelezen
De officier van justitie kan in een strafrechtelijk onderzoek gegevens opvragen die relevant zijn voor de zaak, zoals bankafschriften, telefoongegevens of camerabeelden. De verdediging kan dat niet. Onder het huidige recht kan een rechter-commissaris, die wel ander onderzoek mag verrichten zoals het horen van getuigen, dat ook niet. Die bevoegdheid is voor de rechter-commissaris namelijk niet expliciet in de wet opgenomen. Dat creëert een ongelijkheid in het strafproces. De verdediging kán immers niet zelf aan die gegevens komen, maar zij kan evenmin de rechter-commissaris verzoeken om die gegevens op te (laten) vragen. Er zijn echter meerdere redenen om de bevoegdheid gegevens op te (laten) vragen wel degelijk aan de rechter-commissaris toe te kennen, ondanks het gebrek aan een uitdrukkelijke wettelijke toekenning. Dat past beter in de wetssystematiek van strafvordering en daarmee wordt recht gedaan aan het beginsel van equality of arms.
Damoclesbeleid, dwangsommen en maatwerk
Auteurs onderzochten het gebruik van de last onder bestuursdwang in de Damoclespraktijk. Zij analyseerden hiervoor honderd gemeentelijke beleidsregels. In veel Damoclesbeleid wordt de last onder dwangsom (zo goed als) uitgesloten als mogelijk middel in het kader van artikel 13b Opiumwet. Terwijl de last onder dwangsom als (tussen)optie in het Damoclesbeleid goed past bij de toegenomen aandacht voor evenredigheid en maatwerk.
Een stap naar digitalisering – in de verkeerde richting?
HR 21 juni 2022, NJ 2022, 2422 behelst een interessant arrest van de Hoge Raad over de digitalisering van het strafprocesrecht. Een veroordeelde wilde in cassatie gaan tegen het vonnis waarbij hij was veroordeeld. Hij koos daarvoor de gangbare, getrapte weg. Hij machtigde zijn advocaat (artikel 450, eerste lid, onder a, Sv), die op zijn beurt een griffiemedewerker machtigde (artikel 450, eerste lid, onder b, en derde lid, Sv). Tot zover niets aan de hand.
Eerder verschenen
NJB 33 (2022)
27 oktober 2022
NJB 32 (2022)
20 oktober 2022
NJB 31 (2022)
5 oktober 2022
NJB 30 (2022)
28 september 2022
NJB 29 (2022)
22 september 2022