De onstuitbare opmars van drones
Ontwikkelingen in technologie en regulering voor lichte onbemande luchtvaartuigen
Naast vele mogelijkheden brengt het gebruik van drones ook risico’s met zich mee, in het bijzonder op het terrein van (luchtvaart)veiligheid en privacy. Met het oog op die risico’s is het vliegen met drones onderhevig aan (strikte) regelgeving. Met name recreatieve gebruikers zullen niet altijd op de hoogte zijn van de regels noch zich daar altijd aan houden. Daarmee lijkt het huidige stelsel op handhavingsproblemen te stuiten. In deze bijdrage staat de vraag centraal of de wettelijke kaders in de luchtvaartwetgeving voor het gebruik van drones voldoende zijn toegerust op de technologische ontwikkelingen. Daarbij worden de mogelijkheden voor het gebruik van drones, de knelpunten van het huidig juridisch kader en een onlangs aangekondigd nieuw voorstel in ogenschouw genomen.
Hulp bij zelfdoding door intimi
Tweede ronde
De uitspraak van het Hof Arnhem in de zaak Heringa erkent Albert Heringa uiteindelijk toch niet als goede zoon, maar alleen als invallend onbezoldigd hulpverlener. Omdat het beroep op artikel 8 EVRM van belang is voor de juiste opvatting van het conflict van plichten waarin Albert Heringa een legitieme keuze heeft gemaakt, had het op de weg van het hof gelegen op dit beroep in te gaan. Gelukkig krijgt de Hoge Raad, naar het zich laat aanzien, in cassatie de gelegenheid om deze omissie te corrigeren. Er is nu sprake van een ongewenste mate van rechtsonzekerheid, die wel eens in strijd zou kunnen zijn met de eisen van artikel 8 lid 2 EVRM. Een rechterlijke uitspraak die de strafbaarheid van hulp zou beperken tot gevallen waarin niet vastgesteld kan worden dat de betrokkene zonder druk of manipulatie en in het volle bezit van zijn geestvermogens tot de beslissing is gekomen, zou daaraan een welkom einde maken, in overeenstemming met de erkende mensenrechten en het heersende rechtsgevoel.
De kracht van het verhoor en het belang van een goede verdediging
Recente uitspraken van de korpschef nader beschouwd
De korpschef is bang dat het verhoor als opsporingsmiddel zijn kracht verliest als advocaten worden toegelaten tot de verhoorkamer. Anderzijds wil hij een poule van topadvocaten samenstellen die agenten na een schietincident moeten bijstaan. Deze stellingen over de positie van de raadsman zijn op zijn minst verwonderlijk te noemen.
Grondwettelijke toetsing door de rechter
In de prachtige kroniekenspecial De Staat van het Recht (NJB 2015/735, afl. 15, p. 993-1005) nagelt chroniqueur Ondernemingsrecht prof.mr. H.J. de Kluiver de Eerste Kamer der Staten-Generaal aan de schandpaal omdat de Eerste Kamer niet bereid zou zijn geweest een voorstel tot rechterlijke toetsing van de Grondwet te aanvaarden.
Naschrift
Graag zeg ik collega Schrijver dank voor zijn reactie op de zijdelingse verzuchting over de grondwettelijke toetsing in mijn kroniek over ontwikkelingen in het Ondernemingsrecht.
Eerder verschenen
NJB 31 (2015)
15 september 2015
NJB 30 (2015)
8 september 2015
NJB 29 (2015)
1 september 2015
NJB 28 (2015)
11 augustus 2015
NJB 27 (2015)
21 juli 2015