Appelprocesrecht op maat?
Al geruime tijd wordt onder andere vanuit de Rechtspraak gestreefd naar het bieden van maatwerk voor civiele zaken in hoger beroep. Appelprocesrechtelijke regels zouden daarvoor een beletsel kunnen vormen. In deze bijdrage wordt onderzocht in hoeverre daarvan sprake is. Van welke appelprocesrechtelijke regels kan worden afgeweken en op welke wijze?
Wat juristen moeten weten over gevaar in het strafrecht
Het Nederlandse strafrecht kent een toenemende nadruk op preventieve sancties. Vergeleken met het klassieke schuldstrafrecht is de normering van het risicostrafrecht – en daarmee de begrenzing van de macht van de overheid om preventief de vrijheid van justitiabelen te beperken – echter nauwelijks van de grond gekomen. Dat levert fundamentele en nieuwe vragen op over de toepassing van preventieve maatregelen op grond van recidivegevaar. Het gaat hierbij om vragen als: heeft de Staat verplichtingen ten opzichte van justitiabelen tegen wie preventieve maatregelen worden getroffen, wat houdt het vaststellen van gevaar in, hoe kan de gedragsdeskundige beoordeling van het gevaar beter worden ingebed in het strafprocesrecht en in hoeverre is het gebruik van nieuwe (neuro)technologieën in dit verband juridisch en ethisch aanvaardbaar?
Moeten persoonsgegevens in bewijsstukken zwart worden gemaakt?
Bewijsstukken die in een civiele procedure (al dan niet na bewijsbeslag) worden ingebracht kunnen persoonsgegevens bevatten. De memorie van toelichting van de volgend jaar van kracht wordende Wet vereenvoudiging en modernisering bewijsrecht gaat er kennelijk vanuit dat als er in het kader van een civiele procedure persoonsgegevens van derden aan de orde zijn, die altijd moeten worden zwart gemaakt in over te leggen stukken. Maar in veel gevallen is daar helemaal geen reden toe, omdat de AVG niet van toepassing is. En als die wel van toepassing is, is het onleesbaar maken van persoonsgegevens alleen nodig als er geen grondslag voor rechtmatige verwerking is of als de persoonsgegevens niet relevant zijn voor de beoordeling van de zaak.
EU-wet Milieucriminaliteit vraagt om herijking van milieustrafrecht
De Nederlandse wetgever zal de strengere vereisten uit de vernieuwde Richtlijn Milieucriminaliteit binnen twee jaar moeten omzetten naar het nationale strafrecht. Nu de effectiviteit van ons milieustrafrecht al vele jaren ter discussie staat en tegelijkertijd het belang van een effectief milieurecht toeneemt door de snelle teloorgang van onze leefomgeving lijkt de omzetting van de richtlijn een ideale gelegenheid om het rechtsgebied grondig te verbeteren.
Eerder verschenen
NJB 25 (2024)
10 juli 2024
NJB 24 (2024)
3 juli 2024
NJB 23 (2024)
26 juni 2024
NJB 22 (2024)
19 juni 2024
NJB 21 (2024)
12 juni 2024