Nederlands Juristenblad 26
3 juli 2019
2019/7
De strafprocesrechtelijke grondslagleer
In perspectieven van rechtsvergelijking en een nieuw wetboek van strafvordering
Onze grondslagleer brengt mee dat de Nederlandse strafrechter anders dan zijn buitenlandse collega’s gebonden is aan de delictskeuze van het OM. Daarbij kunnen meningsverschillen tussen OM en rechter over de kwalificatie tot soms onoverkomelijke formalistische problemen leiden. Dit laatste is, met name bij zwaardere misdrijven, niet of nauwelijks te verdedigen. Hierin ligt een serieus argument om, met de herziening van het Wetboek van Strafvordering, te bekijken of wij in de richting van een buitenlands stelsel zouden kunnen bewegen. Dan zouden we de harde kern van de grondslagleer moeten loslaten. Om financiële, en daarmee politieke, redenen zal dat wel niet gebeuren. Want in een tijd waarin snelheid en efficiëntie hoog in het vaandel staan en bezuinigingen vaak aan de orde zijn, lijkt de mogelijkheid van zo’n beweging naar een duidelijk minder efficiënt en duurder systeem niet aan de orde.


Lees het hele artikel in Navigator.

Wil of verklaring
Wat is de grondslag van levensbeëindiging bij patiënten met vergevorderde dementie?
Artikel 2 van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding is gebaseerd op de gedachte dat de arts de zorgplicht heeft om te onderzoeken of aan een verzoek tot levensbeëindiging een wil ten grondslag ligt met een bepaalde kwaliteit (vrijwillig, weloverwogen, duurzaam). Deze zorgplicht is gebaseerd op een wilstheorie: niet de verklaring, maar de wil van de patiënt is de grondslag van de euthanasie. De kamerstukken zijn minder eenduidig over de vraag welke wil de grondslag van de euthanasie is: de wil ten tijde van het opstellen van de schriftelijke verklaring of de wil ten tijde van de levensbeëindiging? Ook de codes en de oordelen van de toetsingscommissies en de uitspraken van de tuchtcolleges geven geen eenduidig antwoord op die vraag. Gelet op het recht op leven van de patiënt is duidelijkheid hierover wel vereist.


Lees het hele artikel in Navigator.

De gevolgen van een weeffout in de ‘euthanasiewet’
De Staatscommissie Euthanasie heeft met de opvatting die aan haar definitie van ‘euthanasie’ ten grondslag lag een vergissing gemaakt, met de nodige gevolgen. Dat het ‘naar het oordeel van de Staatscommissie geen verschil [maakt] of de geneeskundige zelf de levensbeëindiging verricht dan wel de patiënt’ heeft met zich meegebracht dat er een praktijk is ontstaan van vrijwel uitsluitend ‘euthanasie’ en vrijwel géén hulp bij zelfdoding. Dit terwijl de verschillen tussen die beide vanuit meerdere opzichten buitengewoon belangrijk zijn.


Lees het hele artikel in Navigator.

Gemeenschap en daarvan uitgesloten erfenissen en schenkingen
Met veel belangstelling keek ik uit naar hoe de Hoge Raad zou oordelen over een bepaalde kwestie in echtscheidingen.


Lees het hele artikel in Navigator.

Eerder verschenen
NJB 25 (2019)
26 juni 2019
NJB 24 (2019)
18 juni 2019
NJB 23 (2019)
13 juni 2019
NJB 22 (2019)
5 juni 2019
NJB 21 (2019)
29 mei 2019