Nederlands Juristenblad 25
26 juni 2019
2019/6
Antidemocratische rechtspersonen op ondemocratische wijze verbieden
Wetsvoorstel artikel 2:20 BW innerlijk tegenstrijdig
Om het verbieden van ‘antidemocratische’ rechtspersonen eenvoudiger te maken, stelt de regering voor, in een conceptwetsvoorstel dat de consultatiefase inmiddels is gepasseerd, om ook een ongeoorloofd doel net als een ongeoorloofde werkzaamheid van een rechtspersoon reden te laten zijn voor een rechterlijke verbodenverklaring. Op basis van de huidige wet is dit niet mogelijk. Herziening van het verbodsregime in artikel 2:20 BW valt op zichzelf toe te juichen. Bij de wijze waarop de regering dit wil doen, zetten auteurs echter grote vraagtekens. Hun belangrijkste vraagpunt is of het voorgestelde instrumentarium om antidemocratische rechtspersonen te verbieden zelf wel voldoet aan de democratische spelregels.


Lees het hele artikel in Navigator.

Van Nashville tot Staphorst
Over homoseksualiteit, genderidentiteit, en de uitingsvrijheid van orthodoxe gelovigen
In 2019 werd de Nederlandse vertaling van de zogeheten ‘Nashville-verklaring’ gepubliceerd, een van oorsprong Amerikaans document waarin onder meer het homohuwelijk, ‘homoseksuele onreinheid’ en ‘transgenderisme’ worden afgekeurd. Het Openbaar Ministerie is kort na de publicatie van de Nederlandse versie van dit document een onderzoek gestart naar de strafbaarheid ervan. Dit artikel gaat in op de tekst en context van de Nashville-verklaring en bespreekt dit in het kader van de wetsartikelen die ‘groepsbelediging’ (artikel 137 Sr) en ‘aanzetten tot haat of discriminatie’ (artikel 137d Sr) verbieden. Deze strafbepalingen beperken de vrijheid van meningsuiting, maar de rechtspraak heeft ook duidelijk uitgemaakt dat er ruimte is voor behoudende (religieuze) uitingen over progressieve maatschappelijke ontwikkelingen.


Lees het hele artikel in Navigator.

Een advocaat in de cc is daar iets mis mee?
Advocaten en notarissen worden in de praktijk veelvuldig ook via de cc geïnvolveerd in e-mailcorrespondentie van cliënten. Dat is riskant, omdat er tegenwoordig opsporingsambtenaren en officieren van justitie bestaan die de opvatting huldigen dat wie in de cc van een e-mail staat, niet kan gelden als een geadresseerde van die e-mail. De consequentie van die stelling is vergaand: het betekent dat e-mails aan advocaten via de cc, buiten de reikwijdte van het verschoningsrecht vallen. Opsporingsambtenaren en officieren van justitie zouden zulke e-mails dan ‘gewoon’ mogen lezen en gebruiken in hun onderzoek.


Lees het hele artikel in Navigator.

De advocateneed
Degene die als advocaat ingeschreven wil worden moet de eed of belofte afleggen die in artikel 3 lid 2 van de Advocatenwet is weergegeven: ‘Ik zweer (beloof) 1) getrouwheid aan de Koning, 2) gehoorzaamheid aan de Grondwet, 3) eerbied voor de rechterlijke autoriteiten, en 4) dat ik geen zaak zal aanraden of verdedigen die ik in gemoede niet gelove rechtvaardig te zijn.’ Bij deze eed zullen hierna enkele (kritische) opmerkingen worden geplaatst. Tot slot wordt een herformulering van deze eed voorgesteld.


Lees het hele artikel in Navigator.

Eerder verschenen
NJB 24 (2019)
18 juni 2019
NJB 23 (2019)
13 juni 2019
NJB 22 (2019)
5 juni 2019
NJB 21 (2019)
29 mei 2019
NJB 20 (2019)
22 mei 2019