Regels zijn net medicijnen, ze dienen heilzaam te werken maar hebben ook minder heilzame
bijwerkingen, zo betoogt Ritsart Plantenga in zijn dissertatie. Zo moeten regels de nodige rust en voorspoed in de samenleving bewerkstelligen maar kunnen ze ook grote economische schade en maatschappelijke onrust veroorzaken. Deze onnodige bijwerkingen noemen we regeldruk. Al tientallen jaren hebben de opvolgende kabinetten de ambitie om regeldruk te verminderen. Maar ondanks al haar ijver, al haar inspanningen om allerlei krachten uit de samenleving bij regelgeving te betrekken en, al het onderzoek en de inzet van een keur aan instrumenten, lukt het maar niet om de regeldruk in de beleving van de samenleving te verminderen.
Deze conclusie wekt ook geen verbazing. Een blik op ‘de regeldrukliteratuur’ laat zien dat er veel verwarring is over wat regeldruk eigenlijk is.
Wat echter opvalt, is dat regeldruk tot nu toe voornamelijk vanuit een economisch-instrumenteel perspectief benaderd wordt. Burgers wegen binnen deze zienswijze voordelen van regels tegen de nadelen af. Maar is dat de enige manier waarop zij regeldruk ervaren? Om te begrijpen op welke wijze mensen regeldruk ervaren, moeten we afstappen van de idee dat de mens slechts een economisch calculerend wezen is. Ons brein heeft zich in de evolutie zo ontwikkeld dat informatie door twee nauw samenwerkende systemen wordt verwerkt: een intuïtief-ervaringsgericht systeem en een rationeel systeem. Het ervaringsgericht systeem is evolutionair het oudst, is snel en heeft een voorbewuste, automatische werking. Het is holistisch en maakt gebruik van heuristiek en is nauw verbonden met emoties. Het leert voornamelijk door ervaring. Het rationele systeem is evolutionair jonger, is traag en werkt vooral bewust. Dit systeem is analytisch en logisch (wil niet zeggen ‘redelijk’) en slechts in beperkte mate te beïnvloeden door emoties. Het leert vooral door argumentatie. Alhoewel ieder mens over beide nauw samenwerkende systemen beschikt, wijst onderzoek uit dat mensen een voorkeur lijken te hebben voor één van beide systemen. Dat wil zeggen dat mensen meer op één van beide systemen lijken te vertrouwen. Je hebt dus rationele mensen, die regels meer analytisch benaderen, maar ook mensen die meer intuïtief en emotioneel op regels reageren. Deze laatste groep is echter niet bij de overheid in beeld en werd tot nu toe ook niet onderzocht.
Ritsart Plantenga ontdekte in zijn promotieonderzoek, dat mensen met verschillende voorkeuren ook zeer verschillend met regels omgaan. Zo voeren ze ieder een eigen regeldrukdiscours en gebruiken ze hierbij ieder een eigen vocabulaire. Rationele mensen maken bewuste afwegingen tussen voor en nadelen van regels (eigenbelang) en deze instrumentele afwegingen bepalen ook of ze een regel al dan niet zullen naleven (directe route). Emoties spelen hierbij een geringe rol. Ervaringsgerichte mensen beslissen (voorbewust) intuïtief, op basis van diepgewortelde morele overtuigingen en persoonlijke waarden (eigenwaarde). Emoties spelen bij hen een grillige rol (mediërende rol) bij naleving. Als zij informatie krijgen waarop mensen doorgaans positief reageren kunnen emoties uit het verleden dit gunstige effect te niet doen (indirecte route). Dit betekent dat als de overheid een burger bijvoorbeeld met veel respect behandelt, emoties ervoor kunnen zorgen dat deze respectvolle behandeling geen effect heeft. Al het denken en gedrag wordt bepaald door een samenspel tussen beide informatieverwerkingssystemen in ons brein. Het lijkt erop dat als regelgevers gedrag in onze samenleving willen sturen, zij beide voorkeuren eveneens met elkaar in evenwicht dienen te brengen. Anders is het recht dat door regels wordt voortgebracht minder toegankelijk voor de intuïtieve, ervaringsgerichte mens.
Plantenga promoveerde op 26 september 2024 aan de Rijksuniversiteit Leiden.
Promotores: dr. Mark Dechesne, prof. dr. Jaap van den Herik en prof. mr. dr. Erwin Muller.
Ritsart Anne Plantenga
Omgang met regels
Uitgegeven bij SIKS Dissertation Series