Artikelen van Paul Verweijen

Tijdschrift NJB 8 (2018)
The Storm has come, of: wie beslist over het minister-presidentschap in Sint Maarten?
Gerhard Hoogers
In deze bijdrage wordt een aantal staatsrechtelijke vragen rondom het ontslag van minister-president Marlin geanalyseerd. Alles overziende is het een weinig verheffend beeld dat zich aandient. Niet het zo gesmade Sint Maarten, maar de regering van het Koninkrijk is hier degene die de deugdelijkheid van bestuur, waarvan zij nota bene de constitutionele garant is, aan haar laars gelapt heeft, door staatsrechtelijke normen te verzinnen of in ieder geval hoogst ongebruikelijk te interpreteren, een memorie van toelichting selectief en onjuist te citeren, in een conflict tussen twee Sint Maartense staatsorganen eenzijdig de kant van het parlement te kiezen en gebruik te maken van een aanwijzingsbevoegdheid waarvan de Raad van State van het Koninkrijk nog slechts twee jaar geleden gezegd heeft dat die hiervoor niet gebruikt mag worden. De inmiddels afgetreden minister-president van Sint Maarten is bovendien publiekelijk aan de schandpaal genageld door de volstrekt ongegronde beschuldiging zijn ambtseed geschonden te hebben.


Lees het hele artikel in Navigator.

Ingrijpen op Sint Eustatius
Hansko Broeksteeg en Ine van Haaren-Dresens
Op 6 februari jl. namen beide kamers van de Staten-Generaal een wetsvoorstel aan op grond waarvan wordt ingegrepen in het openbaar bestuur op Sint Eustatius. Een regeringscommissaris oefent tijdelijk alle taken en bevoegdheden van het eilandsbestuur uit. Het is bijna 70 jaar geleden dat de wetgever dit meest vergaande instrument van bestuurlijk toezicht voor het laatst heeft toegepast. Dit artikel analyseert de geschiedenis van ingrijpen bij grove taakverwaarlozing, bespreekt waarom de wetgever ingrijpt op Sint Eustatius en onderzoekt op welke wijze wordt ingegrepen. Vanzelfsprekend wordt daarbij ingegaan op de bijzondere juridische status van het openbaar lichaam Sint Eustatius.


Lees het hele artikel in Navigator.

Wetsvoorstel afwikkeling massaschade in collectieve actie (34 608)
Jeroen Kortmann
Op 12 januari 2018 stuurde de Minister van Rechtsbescherming een nota van wijziging bij het Wetsvoorstel Afwikkeling Massaschade in een Collectieve Actie naar de Kamer. De meest in het oog springende wijzigingen betreffen het schrappen van de bepaling die alle collectieve acties concentreerde bij de Rechtbank Amsterdam; de toevoeging van een tweede mogelijkheid tot opt out in geval van een collectieve schikking; en een nadere beperking van het geografische bereik van de collectieve schadevergoedingsactie. Het opt out-karakter zal in beginsel alleen voor Nederlandse ingezetenen gelden. Voor elk van deze wijzigingen geldt dat zij het draagvlak voor het Wetsvoorstel zullen vergroten, al zal de keuze voor opt out in het Wetsvoorstel in de praktijk de totstandkoming van schikkingen niet eenvoudiger maken. Daarnaast bevat de nota van wijziging ook nog ‘enkele wetstechnische verbeteringen’ waaronder ook de nieuw voorgestelde regel van overgangsrecht valt. Dát overgangsrecht is toegevoegd, is te prijzen. De wijze waaróp het in de nota van wijziging is geregeld, is echter minder gelukkig.


Lees het hele artikel hier

in Navigator.

Het ongelijk van de Hoge Raad
Laura Bähr
De Hoge Raad heeft ten onrechte geoordeeld dat het moment van herbeoordeling van een levenslange straf in de vorm van een ambtshalve gratieprocedure in lijn is met de eis van het EHRM. De uiteindelijke herbeoordeling zal ruimschoots na de uiterste grens van 25 jaar gaan plaatsvinden. De Hoge Raad heeft er ook geen oog voor dat niet alle criteria, aan de hand waarvan moet worden bepaald of de straf wordt verkort, objectief zijn en hecht teveel belang aan de rol van de burgerlijke rechter als rechterlijk toezichthouder.


Lees het hele artikel in Navigator.

Reactie en naschrift op ‘Rechtbanktekeningen nopen tot een herziening van de Persrichtlijn’
Willem F. Korthals Altes en Paul Verweijen

Reactie van Willem Korthals Altes: In zijn artikel over de rechtbanktekeningen en de Persrichtlijn (NJB 42, 2017) merkt Paul Verweijen terecht op dat de Persrichtlijn aan herziening toe is. Deze herziening zou echter iets anders moeten omvatten dan een beperking van de mogelijkheid verdachten in de rechtszaal te tekenen.

Lees het hele artikel in Navigator.


Naschrift van Paul Verwijen: In zijn lezenswaardige reactie miskent Korthals Altes allereerst dat het EVRM, in casu artikel 6 en 8, een positieve verplichting meebrengt voor de Staat om te waarborgen dat deze grondrechten worden geëerbiedigd. Dat het EVRM vanzelfsprekend niet direct voor de media geldt laat de positieve verplichting onverlet te Auteur 1. Mr. P.T. Verweijen is strafrechtadvocaat bij Cleerdin & Hamer advocaten te Rotterdam. regelen dat de media deze rechten niet met voeten treedt.

Lees het hele artikel in Navigator.

21 februari 2018
Tijdschrift NJB 42 (2017)
Demonstratievrijheid en democratie
Michiel Bot
De bescherming van de demonstratievrijheid bereikte op 18 november een dieptepunt. De burgemeester van Dokkum vaardigde een demonstratieverbod uit tijdens de intocht van Sinterklaas, nadat bussen met demonstranten tegen de figuur van Zwarte Piet waren klemgereden op de A7. De minister-president stelde tijdens een campagnebijeenkomst dat mensen ‘364 dagen per jaar’ tegen Zwarte Piet konden demonstreren. En de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken verkondigde op televisie dat hij wel begrip had voor de ‘emotie’ van de mannen die de bussen hadden klemgereden. Dit artikel gaat over de aard en de rechtvaardiging van het grondrecht op demonstratievrijheid. Betoogd wordt dat de overheid zich bij demonstraties primair dient op te stellen als beschermer van de democratische publieke sfeer.


Lees het hele artikel in Navigator.

Dialoog St. Petersburg en Straatsburg?
Ruth van der Pol
De verhouding tussen het Russische constitutionele hof en het Straatsburgse hof is flink verzuurd nadat het constitutionele hof in de zaak Konstantin Markin/Russia heeft aangegeven in bepaalde gevallen geen uitvoering te zullen geven aan uitspraken uit Straatsburg. In dit artikel wordt deze beslissing in de context geplaatst van de wijze waarop internationaal recht doorwerkt in het Russische rechtssysteem en van de conservatieve opvattingen van de voorzitter van het Constitutioneel hof. Betoogd wordt dat het constitutioneel hof er goed aan doet af te stappen van 'het laatste woord' en waar nodig een constructieve dialoog aan te gaan met het EHRM.


Lees het hele artikel in Navigator.

Rechtbanktekeningen nopen tot een herziening van de Persrichtlijn
Paul Verweijen
Door een beeldopname van een verdachte op de rechtszitting kan deze worden herkend, terwijl iemand op dat moment voor onschuldig moet worden gehouden. Vanwege het belang van de onschuldpresumptie is het fotograferen van de verdachte in de Nederlandse rechtszaal op grond van de Persrichtlijn niet toegestaan. Een dergelijk verbod zou onder omstandigheden ook moeten gelden voor tekeningen die zo goed zijn dat ze niet van een foto kunnen worden onderscheiden, zodat een verdachte daar op kan worden herkend. Dat is de reden waarom in dit artikel wordt gepleit voor aanpassing van de Persrichtlijn. Daarin zou moeten staan dat verdachten mogen worden getekend, tenzij er zwaarwegende belangen zijn om daar van af te zien.


Lees het hele artikel in Navigator.

De Nationale Prevalentiestudie Mishandeling van kinderen en jeugdigen
Lenneke Alink, Fieke Pannebakker, Mariëlle Prevoo, Sheila van Berkel, Mariëlle Linting, Maria Bakermans-Kranenborg, Ton Vogels, Saskia Euser en Rien van IJzendoorn
In zijn artikel in het NJB concludeert Peter Prinsen dat het resultaat van de meest recente Nationale Prevalentiestudie Mishandeling van kinderen en jeugdigen (119.000 slachtoffers van kindermishandeling in één jaar tijd) een drastische overschatting is van het werkelijke aantal mishandelde kinderen. Daarmee zou dit resultaat onbruikbaar zijn als basis voor overheidsbeleid dat is gericht op preventie en interventie. Wij betwijfelen de deugdelijkheid van de argumenten die Prinsen aandraagt voor deze stelling.


Lees het hele artikel in Navigator.

Naschrift
Peter Prinsen
In de Nationale Prevalentiestudie Mishandeling van kinderen en jeugdigen is validatie van het gebruikte steekproefinstrument achterwege gebleven: in hoeverre mag een door een informant gerapporteerd vermoeden van kindermishandeling gescoord worden als een geval van kindermishandeling? Daartoe zou een deel van de steekproef onafhankelijk moeten worden onderzocht om een indruk te kunnen krijgen van de geldigheid van de steekproefuitkomst als geheel.


Lees het hele artikel in Navigator.

29 november 2017
Tijdschrift NJB 24 (2014)
Hulp bij zelfdoding door intimi
Govert den Hartogh
Hulp bij zelfdoding door intimi wordt in principe beschermd door het recht op een privé-, familie- en gezinsleven, of die zelfdoding nu uitgevoerd wordt door het innemen van medicijnen of door te stoppen met eten en drinken. Op die bescherming kan en moet een uitzondering worden gemaakt om manipulatie van de doodswens van de betrokkene met het doel van hem af te komen te voorkomen. Maar die uitzondering mag niet breder worden getrokken dan redelijkerwijs nodig kan worden geacht om het doel ervan te realiseren. Hulp door intimi moet straffeloos zijn als de betrokkenen genoegzaam kunnen aantonen dat de persoon die zijn leven heeft beëindigd dat geheel uit vrije wil en weloverwogen heeft gedaan en daarbij tot het eind toe de uiteindelijke regie heeft gevoerd.
Openbare orde, rechtspersonen en mensenrechten
Henk Snijders
De openbare orde is op allerlei terreinen van het recht zeer actief. De rechtsgevolgen van een rechterlijke kwalificatie van een gedraging of situatie als strijdig met de openbare orde liegen er niet om. De rechter neemt dus een zware verantwoordelijkheid op zich bij een dergelijke kwalificatie. Een treffende illustratie hiervan biedt de uitspraak inzake de Vereniging Martijn, die op grond van artikel 2:20 lid 1 BW verboden en ontbonden werd, aangezien haar werkzaamheid in strijd werd geacht met de openbare orde. De zaak heeft in de media veel stof doen opwaaien. Rechtens is er bepaald ook het een en ander over te zeggen. De uitspraak van de Hoge Raad verdient in grote lijnen waardering, nu deze recht doet aan andere fundamentele rechten dan die van de vrijheid van meningsuiting en vrijheid van vergadering.
Op gelijke voet
Michiel Glas en Paul Verweijen
Voor verdachten die voor de rechter moeten verschijnen en voor andere leken aanwezig in de rechtszaal kan de fysieke plaats die de officier van justitie in de rechtszaal inneemt, verwarring scheppen. Zeker nu het Nederlandse strafproces adversaire trekken begint te vertonen en het Openbaar Ministerie zich nadrukkelijk als belangenbehartiger van het slachtoffer opstelt is heroverweging van de positie van de officier in de rechtszaal aan de orde.
Advocaten staan
Hugo Smit
Advocaten in Nederland behoren, evenals hun Belgische en Angelsaksische collega’s (weer) een gloedvol betoog te kunnen houden. Hiervoor moeten meer ruimte en aandacht komen in de opleiding. Voor de Nederlandse Vereniging voor Procesrecht is in deze ook een rol weggelegd. En uiteraard wordt het pleit staande, het liefst los van papier, voor de balie beslecht.
19 juni 2014