Artikelen van François Kristen
Tijdschrift
NJB 20 (2013)
Massale procedures in het bestuursrecht
Er doen zich verschillende situaties voor waarin burgers en masse beslissen om tegen dezelfde instantie te procederen. Voor dat soort massale procedures is een enkele maal een regeling getroffen. Een meer algemene bestudering of regulering van het fenomeen van massale bestuursrechtelijke procedures ontbreekt. In dit artikel wordt een aanzet gegeven tot het duiden van massale bestuursrechtelijke geschillen. De bijdrage onderzoekt welke verschillende typen massale procedures zoal in het bestuursrecht voorkomen, wat bekend is over hun ontstaan en de wijze waarop zij (kunnen) worden opgelost. Geconcludeerd wordt dat het fenomeen van massaal bezwaar eigenlijk alleen kan worden voorkomen met inzicht in het ontstaan van massaal verzet tegen regelgeving, dan wel met behulp van een effectieve rechtsgang tegen algemeen verbindende voorschriften, nog voordat het bestuur de uitvoeringsbesluiten neemt.
Geen mazen in de alcoholfuik van het CBR?
Met het oog op de verkeersveiligheid draagt het CBR psychiaters, die een alcoholkeuring uitvoeren in het kader van de beoordeling van iemands rijgeschiktheid, op extra streng te keuren. Daar is op zich niets mis mee maar psychiaters lijken (te) weinig tijd uit te trekken voor een onderzoek en niet door te vragen. De achtergrond van een bevestigend of ontkennend antwoord lijkt zoals gezegd zelden te worden onderzocht dan wel nauwkeurig in een rapportage te worden opgetekend. Daarnaast wordt niet meegedacht over mogelijke andere oorzaken dan overmatig alcoholgebruik bij afwijkende bloedwaarden. Ook wordt de keurling onvoldoende tijd gegund om via de huisarts zelf een mogelijk andere oorzaak aan te tonen. Dergelijk ‘lopende band’ werk kan de keurling onterecht een ongeldig rijbewijs en hoge kosten voor het voeren van een bezwaarprocedure opleveren.
Heeft de Hoge Raad emoties?
Over bewijsuitsluiting en onrechtmatig verkregen bewijs
Een aantal recente arresten van de Hoge Raad lijken de opvatting uit te dragen dat onrechtmatig handelen van de politie op zich geen voldoende voorwaarde oplevert voor bewijsuitsluiting. De Hoge Raad geeft met deze arresten blijk van een gebrek aan theorie wat leidt tot een toetsing die rechtstreeks uit de losse pols lijkt te komen. Het is onbegrijpelijk dat de Hoge Raad volstrekt geen oog lijkt te hebben voor het bijzondere rechtskarakter van het publiekrecht, waarin de overheid anders dan in het privaatrecht in principe niets mag, tenzij het is toegestaan? Of is die blindheid in het licht van de emoties juist maar ál te begrijpelijk?
Een aantal recente arresten van de Hoge Raad lijken de opvatting uit te dragen dat onrechtmatig handelen van de politie op zich geen voldoende voorwaarde oplevert voor bewijsuitsluiting. De Hoge Raad geeft met deze arresten blijk van een gebrek aan theorie wat leidt tot een toetsing die rechtstreeks uit de losse pols lijkt te komen. Het is onbegrijpelijk dat de Hoge Raad volstrekt geen oog lijkt te hebben voor het bijzondere rechtskarakter van het publiekrecht, waarin de overheid anders dan in het privaatrecht in principe niets mag, tenzij het is toegestaan? Of is die blindheid in het licht van de emoties juist maar ál te begrijpelijk?
Een nieuwe wrakingsregeling
Naschrift
Tijdschrift
NJB 8 (2013)
Op weg naar een nieuwe wrakingsprocedure
Meer legitimiteit en minder oneigenlijk gebruik
Wrakingsverzoeken worden steeds vaker ingediend, maar níet vaker gehonoreerd. Dit suggereert dat het middel ‘oneigenlijk’ wordt ingezet. De effectiviteit van de regeling komt echter onder druk te staan als miskend wordt dat deze een correctiemechanisme is voor uitzonderlijke gevallen. Oneigenlijk gebruik knaagt derhalve aan de fundamenten van onze rechtspleging. Auteurs maken een rechtsvergelijkende analyse van de wrakingsprocedures in een tiental andere rechtsstelsels als inspiratie ter verbetering van het eigen recht. Uit deze analyse vloeien een aantal aanbevelingen voort met betrekking tot mogelijke contouren voor een aangepaste Nederlandse regeling. De contouren van deze nieuwe wrakingsregeling bevatten aan de ene kant prikkels om het oneigenlijk gebruik te temperen terwijl tegelijkertijd de legitimiteit van het instrument, en daarmee het maatschappelijk draagvlak, wordt vergroot.
Wrakingsverzoeken worden steeds vaker ingediend, maar níet vaker gehonoreerd. Dit suggereert dat het middel ‘oneigenlijk’ wordt ingezet. De effectiviteit van de regeling komt echter onder druk te staan als miskend wordt dat deze een correctiemechanisme is voor uitzonderlijke gevallen. Oneigenlijk gebruik knaagt derhalve aan de fundamenten van onze rechtspleging. Auteurs maken een rechtsvergelijkende analyse van de wrakingsprocedures in een tiental andere rechtsstelsels als inspiratie ter verbetering van het eigen recht. Uit deze analyse vloeien een aantal aanbevelingen voort met betrekking tot mogelijke contouren voor een aangepaste Nederlandse regeling. De contouren van deze nieuwe wrakingsregeling bevatten aan de ene kant prikkels om het oneigenlijk gebruik te temperen terwijl tegelijkertijd de legitimiteit van het instrument, en daarmee het maatschappelijk draagvlak, wordt vergroot.
Het decryptiebevel en het nemo-teneturbeginsel
Minister Opstelten wil een nieuwe strafbepaling om verdachten te verplichten versleutelde (kinderporno) bestanden te ontsleutelen. Het voorstel om bij het niet-meewerken aan dit zogenoemde decryptiebevel een gevangenisstraf van maximaal twee jaar op te kunnen leggen, lijkt gezien de mate van dwang onverenigbaar met art. 6 EVRM.
Alweer aanpassing ‘cookiewet’ voorgesteld: beter ten halve gekeerd
Sinds 1 januari wordt de internetter bij elke site die hij wil bezoeken geconfronteerd met de vraag of hij ‘cookies’ accepteert: de Cookiewet is in werking getreden. Deze toevoeging aan de Telecommunicatiewet gaat echter verder dan gevergd door de Richtlijn burgerrechten. Met een amendement heeft de Tweede Kamer een ‘kop’ op deze Europese regeling gezet om een koppeling met de Wet bescherming persoonsgegevens tot stand te brengen. De expliciete toestemming die daardoor verplicht is gesteld, maakt het onmogelijk voor de branche om tot een goed werkende standaard te komen voor een do not track-functie.
Goedwillende hackers, responsible disclosure en strafrecht
Door het ontbreken van duidelijk beleid over het melden van kwetsbaarheden in informatiesystemen wisten goedwillende hackers tot nu toe vaak niet bij wie de kwetsbaarheden te melden en hoe met die melding zou worden omgegaan. Vanuit Justitie is daarom een Leidraad opgesteld die moet bijdragen aan een praktijk van responsible disclosure. In het licht van het stimuleren van de meldingsbereidheid van goedwillende hackers was het beter geweest de leidraad te doen vergezellen van een vervolgingsrichtlijn van het Openbaar Ministerie.