Nederlands Juristenblad 8
22 februari 2013
2013/2
Op weg naar een nieuwe wrakingsprocedure
Meer legitimiteit en minder oneigenlijk gebruik
Wrakingsverzoeken worden steeds vaker ingediend, maar níet vaker gehonoreerd. Dit suggereert dat het middel ‘oneigenlijk’ wordt ingezet. De effectiviteit van de regeling komt echter onder druk te staan als miskend wordt dat deze een correctiemechanisme is voor uitzonderlijke gevallen. Oneigenlijk gebruik knaagt derhalve aan de fundamenten van onze rechtspleging. Auteurs maken een rechtsvergelijkende analyse van de wrakingsprocedures in een tiental andere rechtsstelsels als inspiratie ter verbetering van het eigen recht. Uit deze analyse vloeien een aantal aanbevelingen voort met betrekking tot mogelijke contouren voor een aangepaste Nederlandse regeling. De contouren van deze nieuwe wrakingsregeling bevatten aan de ene kant prikkels om het oneigenlijk gebruik te temperen terwijl tegelijkertijd de legitimiteit van het instrument, en daarmee het maatschappelijk draagvlak, wordt vergroot.
Het decryptiebevel en het nemo-teneturbeginsel
Minister Opstelten wil een nieuwe strafbepaling om verdachten te verplichten versleutelde (kinderporno) bestanden te ontsleutelen. Het voorstel om bij het niet-meewerken aan dit zogenoemde decryptiebevel een gevangenisstraf van maximaal twee jaar op te kunnen leggen, lijkt gezien de mate van dwang onverenigbaar met art. 6 EVRM.
Alweer aanpassing ‘cookiewet’ voorgesteld: beter ten halve gekeerd
Sinds 1 januari wordt de internetter bij elke site die hij wil bezoeken geconfronteerd met de vraag of hij ‘cookies’ accepteert: de Cookiewet is in werking getreden. Deze toevoeging aan de Telecommunicatiewet gaat echter verder dan gevergd door de Richtlijn burgerrechten. Met een amendement heeft de Tweede Kamer een ‘kop’ op deze Europese regeling gezet om een koppeling met de Wet bescherming persoonsgegevens tot stand te brengen. De expliciete toestemming die daardoor verplicht is gesteld, maakt het onmogelijk voor de branche om tot een goed werkende standaard te komen voor een do not track-functie.
Goedwillende hackers, responsible disclosure en strafrecht
Door het ontbreken van duidelijk beleid over het melden van kwetsbaarheden in informatiesystemen wisten goedwillende hackers tot nu toe vaak niet bij wie de kwetsbaarheden te melden en hoe met die melding zou worden omgegaan. Vanuit Justitie is daarom een Leidraad opgesteld die moet bijdragen aan een praktijk van responsible disclosure. In het licht van het stimuleren van de meldingsbereidheid van goedwillende hackers was het beter geweest de leidraad te doen vergezellen van een vervolgingsrichtlijn van het Openbaar Ministerie.
Eerder verschenen
NJB 7 (2013)
15 februari 2013
NJB 6 (2013)
8 februari 2013
NJB 5 (2013)
1 februari 2013
NJB 4 (2013)
25 januari 2013
NJB 3 (2013)
18 januari 2013