Wijziging van de Wet inburgering 2021 in verband met het mogelijk maken van het opstellen van een nadere voorlopige uitkering aan gemeenten voor de kosten van voorzieningen die bijdragen aan het voldoen aan de inburgeringsplicht en het creëren van een grondslag voor de specifieke uitkering onderwijsroute
—Elk jaar ontvangen de gemeenten een specifieke uitkering (SPUK) voor de kosten van voorzieningen die bijdragen aan het voldoen aan de inburgeringsplicht onder de Wet inburgering 2021 (Wi2021). De beschikkingen voor deze SPUK worden jaarlijks, uiterlijk op 1 oktober voorafgaand aan het kalenderjaar waarop zij betrekking hebben, aan de gemeenten verstuurd. In het Besluit inburgering 2021 (hierna: Bi2021) staan de totstandkoming en berekening van de SPUK verder uitgewerkt.
Een knelpunt van de SPUK is de lange periode tussen vaststelling van het budget voor de SPUK in de SZW-begroting op basis van de huisvestingtaakstelling en de Meerjarige Productie Prognose van het Ministerie van J&V en de vaststelling van de definitieve uitkering na afloop van het uitvoeringsjaar. Als er na vaststelling van de SZW-begroting een wijziging is in de prognose van het aantal asielstatushouders kan het ruim anderhalf jaar duren voor dit kan worden doorvertaald in de definitieve uitkering aan gemeenten.
Gemeenten hebben aangegeven dat zij bij kleine volumewijzigingen goed in staat zijn om gedurende het uitvoeringsjaar rekening te houden met de afrekening die na afloop van dat jaar volgt. Als gemeenten meer, maar niet veel meer, inburgeraars zien binnenkomen dan op basis van de voorlopige uitkering verwacht, kunnen zij de extra kosten in afwachting van de definitieve uitkering voorfinancieren. Bij grote volumewijzigingen is het voor gemeenten vaak moeilijker om financieel te anticiperen op de afrekening na afloop van het uitvoeringsjaar. Om dit knelpunt op te lossen voorziet de voorliggende wijziging in een nader voorlopig beschikkingsmoment gedurende en uiterlijk halverwege het uitvoeringsjaar, waarbij de uitkering wordt herzien op basis van actuele gegevens. Het voorstel geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot het maken van opmerkingen.