Wetsvoorstel (27-08-2024) tot wijziging van de Wet strategische diensten en de Wet op de economische delicten in verband met het aanbrengen van verbeteringen en het herstellen van enige wetstechnische omissies voor een doeltreffender uitvoering en handhaving van de regels over exportcontrole

—De technische wijzigingen in dit wetsvoorstel hebben tot doel het aanbrengen van verbeteringen en herstel van omissies in bestaande weten regelgeving die gedeeltelijk is ingegeven door wensen vanuit de uitvoeringspraktijk. De huidige regels leiden op punten tot onduidelijkheid in de handhavingspraktijk. Door uitvoerings- en handhavingsinstanties is naar voren gebracht dat verduidelijking van de regelgeving met betrekking tot het handhavend optreden bij overtreding van vergunningsvoorwaarden en -voorschriften wenselijk is.

In de voorgestelde wijziging van de Wet strategische diensten wordt daarnaast op grond van de EU Verordening producten voor tweeërlei gebruik een bepaling opgenomen over het introduceren door de Minister van een verbod of een vergunningplicht voor de uitvoer van niet-fysieke technologie, waarmee de Wet strategische diensten op dit punt wordt gelijkgetrokken met het Besluit strategische goederen. Met de introductie van die bepaling (artikel 2, vijfde lid) wordt beoogd de Wet strategische diensten dusdanig in te richten dat die, ter bevordering van de internationale rechtsorde, beter is afgestemd op het snel veranderende technologische landschap. Dat landschap kenmerkt zich in toenemende mate door de ontwikkeling en introductie op (inter)nationale markten van hoogwaardige programmatuur en technologie, die vanuit het oogpunt van mensenrechten- en openbare veiligheidsoverwegingen in sommige gevallen controle nodig hebben middels een vergunningplicht of exportverbod. Vanwege de snelheid waarmee die programmatuur en technologie hun intrede kunnen doen op de (inter)nationale markten en tegelijkertijd de risico’s op ongewenste inzet aanzienlijk kunnen zijn, is enige flexibiliteit en voortvarendheid gewenst om daarop te kunnen reageren. Om die reden wordt het gerechtvaardigd geacht om de bevoegdheid tot het instellen van een verbod en het in het leven roepen van een vergunningplicht bij ministeriële regeling te regelen.

Op dit moment ontbreekt de aanwijzing van de bevoegde, dan wel vergunningverlenende autoriteit in de relevante Nederlandse wet- en regelgeving ten aanzien van enkele bepalingen uit de Verordening producten voor tweeërlei gebruik. Met deze wijziging wordt dat hersteld. Tot slot wordt de Wet op de economische delicten op een onderdeel gewijzigd om te voorzien in de strafbaarstelling van overtredingen van op grond van de Wet strategische diensten opgelegde vergunningsvoorwaarden- en voorschriften, en daarmee de regelgeving op dit punt gelijk te trekken aan de regelgeving inzake strategische goederen.

Kamerstukken