Voorstel van wet (18-06-2024) houdende regels omtrent productie, transport en levering van warmte (Wet collectieve warmte)

—Nederland staat voor de opgave in om 2050 klimaatneutraal te zijn. In het Klimaatakkoord, dat de overheid, bedrijven en maatschappelijke organisaties in 2019 hebben gesloten, is deze doelstelling onder meer vertaald in een grote ambitie voor verduurzaming van de gebouwde omgeving in Nederland. De warmtevoorziening van de gebouwde omgeving is met 37% het grootste aandeel in het totale nationale energieverbruik. Gegeven het doel van klimaatneutraliteit in 2050, vormt dit een grote maatschappelijke uitdaging. Het vergt aanpassing van ruim 7,5 miljoen woningen en 1 miljoen andere gebouwen, veelal matig geĂ¯soleerd en vrijwel allemaal nog verwarmd met behulp van aardgas. Dit wetsvoorstel kent de volgende doelen:

  1. Vergroten van publieke sturing op (realisatie en exploitatie van collectieve warmte, daar waar dat de gewenste verduurzamingsstrategie is voor de gebouwde omgeving.
  2. Ontwikkelen van collectieve warmte die geen broeikasgassen meer uitstoot in 2050.
  3. Aanscherping van de consumentenbescherming en betere borging van de leveringszekerheid van collectieve warmte.
  4. Introduceren van transparante en kostengebaseerde tariefregulering voor de gebonden verbruikers van collectieve warmte.

De genoemde publieke belangen kunnen met elkaar op gespannen voet staan. Zo kan bijvoorbeeld een hoge ambitie voor een betrouwbare warmtevoorziening ten koste gaan van de betaalbaarheid. Het inzetten van andere, duurzamere warmtebronnen kan mogelijk een risico betekenen voor de leveringszekerheid, terwijl te veel nadruk op lage tarieven wellicht de aantrekkelijkheid van investeren in duurzame warmtesystemen doet afnemen. Met dit wetsvoorstel is getracht hierin een goede balans aan te brengen. De Afdeling adviseert onder andere om in de toelichting dragend te motiveren waarom het voorschrijven van een publiek meerderheidsbelang noodzakelijk is ter bescherming van de verbruiker, en voor de doelstellingen van voorzienings- en leveringszekerheid en van milieubescherming. Naar aanleiding daarvan is de toelichting aangevuld en is toegelicht waarom in het wetsvoorstel is voorgesteld een publiek meerderheidsbelang voor te schrijven en waarom met een hybride marktordeningsmodel en alleen regulering de doelstellingen van dit wetsvoorstel onvoldoende bereikt kunnen worden.

Kamerstukken