Wetsvoorstel (06-06-2024) tot wijziging van de Kieswet in verband met de aanscherping van de strafbaarstelling inzake het ronselen van volmachtstemmen (Wet aanscherping strafbaarstelling ronselen)

—Voorgesteld wordt om de delictsomschrijving van artikel Z 8 van de Kieswet bij de tijd te brengen en niet enkel toegespitst te laten zijn op het huis-aan-huis verzamelen van volmachten. Dat betekent dat niet tevens bepalend zou moeten zijn of degene die een kiezer tot het afgeven van een stempas wil bewegen een of meerdere personen daarvoor ‘stelselmatig’ aanspreekt of ‘persoonlijk’ benadert. De regering is van oordeel dat ook het eenmalig benaderen van kiezers om bij volmacht te stemmen, of door middel van een oproep via bijvoorbeeld een elektronisch medium om stempassen af te geven, onwenselijk is.

Bovendien is het in strijd met de aan de regeling ten grondslag liggende gedachte dat het initiatief tot het verzoek om bij volmacht te stemmen en de keuze van de gemachtigde bij de kiezer behoort te liggen en niet bij een andere persoon of instantie. Daarom dient ook een incidenteel verzoek tot het afgeven van een stempas of een oproep daartoe via bijvoorbeeld sociale media strafbaar te zijn. Om dit mogelijk te maken worden de bestanddelen ‘stelselmatig’ en ‘persoonlijk’ uit de delictsomschrijving geschrapt. Met het schrappen van deze bestanddelen is het niet langer nodig om onderscheid te maken tussen ‘aanspreken’ en ‘anderszins benaderen’. Om die reden wordt in de voorgestelde delictsomschrijving alleen nog gesproken van benaderen. Daarnaast wordt tevens het ronselen van schriftelijke volmachten onder de strafbaarstelling van artikel Z 8 gebracht. Hoewel deze vorm van ronselen minder vaak voorkomt omdat een schriftelijke volmacht via de gemeente moet worden aangevraagd, is het van belang dat er geen onderscheid wordt gemaakt tussen de soort volmachten die worden geronseld. Of er nu sprake is van schriftelijke of onderhandse volmachten, het ronselen van deze volmachten vormt te allen tijde een inbreuk op het vertrouwen in onze democratie en is dus in beide gevallen strafbaar. De Afdeling adviseert onder andere om in de toelichting in te gaan op de implicaties die de aanpassing van de strafbaarstelling heeft voor de volmachtverlening in de privésfeer en daarbij aandacht te besteden aan de niet-strafrechtelijke aanpak van het ronselen. De regering onderschrijft de opvatting van de Afdeling, dat het ook met de nieuwe delictsomschrijving lastig zal zijn om ronselen in de privésfeer strafrechtelijk aan te pakken vanwege bewijsproblematiek, en dat voorlichting een belangrijk middel is om het ronselen in privésfeer te voorkomen. Hier zal in de informatievoorziening rond verkiezingen aandacht aan worden besteed. De toelichting is op dit punt aangevuld.

Kamerstukken