Wetsvoorstel (13-11-2023) tot wijziging van de Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden in verband met het waarborgen van de parlementaire betrokkenheid bij de aanwijzing van andere samenwerkingsverbanden

—De Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden (WGS) (Kamerstukken 35447) zoals die nu in behandeling is bij de Eerste Kamer, regelt het juridisch kader en privacy- en zorgvuldigheidswaarborgen voor de gegevensverwerking in een viertal (clusters van) samenwerkingsverbanden op het gebied van criminaliteitsbestrijding of complexe problemen op het snijvlak van zorg en veiligheid. Daarnaast bevat het wetsvoorstel een mogelijkheid om andere samenwerkingsverbanden bij amvb te regelen, onder meer voor het voorkomen en bestrijden van ernstige vormen van criminaliteit (artikelen 3.1 tot en met 3.3).

Op verzoek van de Eerste Kamer is in november 2021 nader advies uitgebracht door de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) en heeft de Afdeling advisering van de Raad van State een voorlichting uitgebracht over het wetsvoorstel WGS. De AP heeft geadviseerd de mogelijkheid om bij amvb nieuwe samenwerkingsverbanden te regelen te schrappen. Ook de Afdeling advisering vindt regeling op het niveau van een amvb te laag.

De Afdeling wijst er echter op dat regeling bij amvb aangewezen kan zijn bij spoedsituaties. Daarom luidt haar advies om de mogelijkheid om bij amvb andere samenwerkingsverbanden op te richten, te beperken tot die gevallen. Indien een samenwerkingsverband in geval van spoed tijdelijk bij amvb geregeld zou moeten worden, mag volgens de Afdeling worden verwacht dat de wezenlijke elementen uiteindelijk alsnog op het niveau van de formele wet worden vastgelegd (‘tijdelijke delegatie’). De Afdeling doet de suggestie om het wetsvoorstel aan te nemen onder de voorwaarde dat een separaat daartoe strekkend reparatiewetsvoorstel wordt ingediend. De Afdeling wijst op de mogelijkheid de artikelen over het regelen van samenwerkingsverbanden bij amvb in het wetsvoorstel zoals dat nu in behandeling is niet in werking te laten treden.

Onderhavige novelle dient om gevolg te geven aan de toezegging aan de Eerste Kamer om de betreffende artikelen aan te passen. Het wetsvoorstel vergroot de zorgvuldigheid. Het regelt dat er alleen blijvend een nieuw samenwerkingsverband kan worden toegevoegd als het parlement daarmee instemt. Het doel is om de parlementaire betrokkenheid bij de aanwijzing van nog niet in de WGS opgenomen samenwerkingsverbanden beter te waarborgen door de democratische legitimatie te versterken en te voorkomen dat het parlement als medewetgever op afstand staat bij de aanwijzing van nieuwe samenwerkingsverbanden. De hoofdregel zal voortaan zijn dat een samenwerkingsverband bij wet wordt aangewezen, waarbij een normale wetgevingsprocedure zal worden gevolgd. Toepassing van de in het onderhavige wetsvoorstel geregelde procedure is dan dus niet aan de orde. Alleen in spoedsituaties kan dit in eerste instantie bij amvb. Op die situatie ziet deze wet. Ook dan zal echter steeds een wet moeten volgen. Het wetsvoorstel definieert een spoedsituatie als de situatie waarin niet op de totstandkoming van een wet kan worden gewacht. Dit is gebaseerd op aanwijzing 2.39, lid 1, van de Aanwijzingen voor de regelgeving. De toelichting op die aanwijzing verduidelijkt dat hiervoor aanleiding kan zijn indien met betrekking tot een materie die op zich regeling bij wet behoeft, ‘snelle interventie is geboden of anticipatie op nieuwe maatregelen moet worden voorkomen’.

Kamerstukken