Wetsvoorstel (04-11-2024) tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte en enkele andere wetten in verband met de modernisering van het systeem van servicekosten
—De wet- en regelgeving met betrekking tot servicekosten is in de kern helder, maar in praktijk blijkt dat het huidig instrumentarium onvoldoende is om oneigenlijk gebruik van servicekosten te voorkomen. Doel van de herziening is om ervoor te zorgen dat de huurder beter wordt beschermd tegen verhuurders die ten onrechte servicekosten in rekening brengen of servicekosten rekenen die geen relatie hebben met de daadwerkelijk gemaakte kosten. Voorts is het doel om meer duidelijkheid te verschaffen over hetgeen als servicekosten kan worden gerekend en daarmee het aantal geschillen terug te brengen en de handhaving door gemeenten te vereenvoudigen.
Kern van deze herziening is dat een limitatieve lijst met categorieën van servicekosten in het Besluit servicekosten (amvb) zal worden vastgesteld. Om dat te kunnen bereiken dient met onderhavig wetsvoorstel het Burgerlijk Wetboek te worden gewijzigd. Ook het uitgangspunt dat de servicekosten daadwerkelijk gemaakte kosten zijn die tevens een redelijke vergoeding voor de geleverde service zijn, wordt meer expliciet tot uitdrukking gebracht in het Burgerlijk Wetboek. Voorts wordt een delegatiegrondslag voorgesteld op grond waarvan het mogelijk is om in een ministeriële regeling regels te stellen over de wijze van berekening en de maximale hoogte van de servicekosten. Verder krijgt de Huurcommissie de bevoegdheid om uitspraak te doen over het voorschot van alle servicekosten voor huurders in het gereguleerde huursegment
Tot slot worden de mogelijkheden om een collectief geschil bij de Huurcommissie aanhangig te maken versoepeld en worden nog enkele andere (technische) verbeteringen aan de werkwijze waarop de Huurcommissie zaken behandelt doorgevoerd. Naast dat met deze wijzigingen het risico op onterecht doorberekende of onredelijk hoge servicekosten wordt teruggedrongen, is tevens de verwachting dat de toepassingspraktijk en de handhaving rond servicekosten wordt vereenvoudigd. De Afdeling heeft geen opmerkingen over de inhoud van dit wetsvoorstel.