Wetsvoorstel (01-03-2025) tot wijziging van de Faillissementswet en de Wet op het financieel toezicht ter implementatie van Verordening 2024/886 betreffende instantovermakingen in euro’s (Implementatiewet verordening instantovermakingen in euro’s)
—Dit wetsvoorstel strekt tot implementatie van de wijzigingen die Verordening (EU) 2024/886 betreffende instantovermakingen in euro’s aanbrengt in de finaliteitsrichtlijn en de richtlijn betaaldiensten. Daarnaast wijzigt de verordening ook de Single Euro Payments Area (SEPA)-verordening en de verordening grensoverschrijdende betalingen. De verordening is op 8 april 2024 in werking getreden en de implementatie van de wijzigingen in de richtlijnen dient uiterlijk 9 april 2025 te zijn afgerond. In de bijlage van de memorie van toelichting (nr. 3) is een transponeringstabel opgenomen met de bepalingen uit de verordening.
Aanleiding voor de verordening is de Retail Payments Strategy van de Europese Commissie, van september 2020 met daarin de prioriteiten en doelstellingen voor het retailbetalingsverkeer. Een van die doelstellingen is het bevorderen van het Europese retailbetalingsverkeer door het gebruik van instantovermakingen aan te jagen. Dat zijn overmakingen die afzonderlijk worden ingediend en die onmiddellijk worden uitgevoerd, 24/7, waardoor het geldbedrag uiterlijk binnen tien seconden op de betaalrekening van de ontvanger staat. Het verschil met een ‘traditionele’ Europese overmaking is dat deze in het algemeen door betalingsdienstaanbieders werden gebundeld en op vooraf bepaalde tijdstippen voor verwerking, clearing en afwikkeling bij een retailbetalingssysteem werden ingediend. Instantovermakingen passen beter binnen de huidige tijd van innovatie en digitalisering.
Met dit wetsvoorstel worden de wijzigingen aan de herziene richtlijn betaaldiensten en de finaliteitsrichtlijn geïmplementeerd.
Ter implementatie van de wijzigingen in de richtlijn betaaldiensten door de verordening wordt artikel 5:88 van de Wet op het financieel toezicht (Wft) gewijzigd. Artikel 5:88 Wft betreft implementatie van artikel 35 van de richtlijn betaaldiensten en dit laatste artikel is aangepast door de verordening.
De finaliteitsrichtlijn is in 1999 geïmplementeerd in Afdeling 11A Faillissementswet. Deze bepalingen hebben betrekking op de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betaling- en afwikkelingssystemen. Dit wetsvoorstel strekt ertoe de definitie van ‘instelling’ zoals opgenomen in artikel 212a, onderdeel a, Fw, dat relevant is voor het toepassingsbereik van deze afdeling, aan te passen aan de wijzigingen die door de verordening in de finaliteitsrichtlijn worden ingevoerd. Met die wijzigingen worden betaalinstellingen en elektronischgeldinstellingen toegevoegd aan de definitie van instelling. Betaalinstellingen en elektronischgeldinstellingen worden niet bevoegd om alle typen overboekingsopdrachten te doen. Daarom past het wetsvoorstel tevens de definitie van overboekingsopdracht in de Fw aan, zodat deze in lijn is met de richtlijndefinitie en hierin duidelijker onderscheid wordt gemaakt tussen de verschillende typen overboekingsopdrachten.
De wijzigingen van de SEPA-verordening worden uitgevoerd door middel van een amvb tot wijziging van het Besluit EU-verordeningen Wft, waarin de SEPA-verordening is uitgevoerd. De wijzigingen uit de verordening grensoverschrijdende betalingen behoeven geen implementatie. In dit wetsvoorstel zijn alleen de wijzigingen aan de herziene richtlijn betaaldiensten en de finaliteitsrichtlijn opgenomen. Voor de eerstgenoemde richtlijn is verder ook nog een (technische) wijziging van het Besluit prudentiële eisen Wft nodig. Deze wijziging zal, vanwege de samenhang met dit wetsvoorstel in een afzonderlijke amvb worden opgenomen.