Wet van 11-05-2022, Stb. 2022, 186

Wet houdende regels met betrekking tot de private buitengerechtelijke incassodienstverlening en wijziging van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de aanpassing van de cumulatieregeling voor buitengerechtelijke incassokosten (Wet kwaliteit incassodienstverlening)

—Deze wet reguleert de private buitengerechtelijke incassodienstverlening om de kwaliteit ervan te verbeteren. De wet bevat daartoe de volgende maatregelen:

  • het opzetten en inrichten van een incassoregister;
  • het opstellen van eisen waaraan incassobureaus en opkopers van vorderingen moeten voldoen, willen zij actief kunnen worden (en blijven) in de incassomarkt;
  • het opzetten van een systeem van toezicht en handhaving bij het niet-naleven van de wettelijke vereisten;
  • het tegengaan van negatieve aspecten van verkoop van vorderingen; en
  • het ongewenste verdienmodel bij de cumulatie van termijnvorderingen tegengaan.

Ten aanzien van gerechtsdeurwaarders en advocaten wordt geen verplichting gecreëerd om, voorafgaand aan het verrichten of aanbieden van buitengerechtelijke incassowerkzaamheden, een registratie aan te vragen. Echter, zij zullen bij het verrichten of aanbieden van buitengerechtelijke incassowerkzaamheden wel zijn gehouden aan de bij of krachtens deze wet gestelde materiële normen. De reden voor deze wet is het huidige functioneren van de private buitengerechtelijke incassodienstverlening bij de inning van vorderingen. In 2015 concludeerde de Autoriteit Consument en Markt al dat consumenten financieel gedupeerd kunnen raken door de handelwijze van sommige incassobureaus bij de inning van vorderingen. Ook uit vervolgonderzoek van onderzoeksbureau Panteia kwamen misstanden naar voren.

Inwerkingtreding op een bij kb te bepalen tijdstip.

Kamerstukken