Wetsvoorstel (11-12-2024) tot wijziging van de Algemene douanewet met betrekking tot het creëren van een wettelijke grondslag voor het verstrekken van gegevens door de inspecteur aan de politie, de Koninklijke Marechaussee, de Financiële inlichtingen eenheid en de Belastingdienst/Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst, ten behoeve van de uitvoering van politie- of toezichtstaken (Wet gegevensverstrekking douane voor uitvoering politie- of toezichtstaken)

—De bedoeling van dit wetsvoorstel is om een wettelijke grondslag te creëren voor de inspecteur om gegevens waarop het beroepsgeheim rust te kunnen verstrekken aan de politie, de KMar, de FIU en de FIOD ook al is er nog geen sprake van een redelijk vermoeden van een strafbaar feit en kunnen er dus nog geen gegevens worden gevorderd op basis van het Wetboek van Strafvordering. De gegevens die de douane verwerkt zijn, mede gelet op de zeer uiteenlopende taken van de douane, heel divers van aard. Het kan bijvoorbeeld gaan om aangiftegegevens, waaronder bedrijfs- of fabricagegegevens, gegevens over goederenstromen en reizigersgegevens. De gegevensverstrekking wordt beperkt tot gegevens die reeds in het bezit zijn van de douane. Op dit moment kan de inspecteur in deze situaties, vanwege het ontbreken van een wettelijke grondslag, geen gegevens delen. De gegevens kunnen in het kader van een onderzoek echter wel relevant zijn of (in combinatie met andere gegevens) een reden vormen voor het starten van een opsporingsonderzoek.

De Afdeling onderkent het belang van gegevensuitwisseling door de Douane ten behoeve van de bestrijding van ernstige criminaliteit, zoals ondermijning. Hiermee wordt mogelijk wel een inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer en de bescherming van persoonsgegevens.

Daarom adviseert de Afdeling in de toelichting de noodzaak en proportionaliteit hiervan voldoende te motiveren. Daarbij moeten ook de mogelijkheden worden betrokken die de Douane al heeft om gegevens met andere instanties te delen. Ook adviseert zij heldere voorwaarden te formuleren voor het gebruik van de bevoegdheid en voldoende waarborgen op te nemen tegen oneigenlijke verzoeken. Naar aanleiding van het advies van de Afdeling is het wetsvoorstel en de memorie van toelichting aangepast. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) adviseerde om het uitgangspunt dat gegevens zoveel mogelijk worden geanonimiseerd niet alleen op te nemen in de MvT, maar ook in het wetsvoorstel zelf. Daarnaast adviseerde de AP om de artikelleden waarin staat dat de gedeelde gegevens worden aangemerkt als politiegegevens te schrappen, omdat dit al volgt uit de Wpg en deze artikelleden dus geen toegevoegde waarde hebben. Beide adviezen zijn opgevolgd.

Kamerstukken