Wetsvoorstel (31-03-2025) tot wijziging van de Geneesmiddelenwet in verband met het mogelijk maken van het gebruik van digitale communicatiemiddelen voor het geven van voorlichting bij de verkoop van UAD-geneesmiddelen

—Met dit voorstel wordt beoogd artikel 62 van de Geneesmiddelenwet te actualiseren om deze beter aan te laten sluiten bij de bestaande praktijk van de online verkoop van UAD-geneesmiddelen, en om de regels voor fysieke en online verkoop van UAD-geneesmiddelen te harmoniseren. Aanleiding voor deze wijziging is dat de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak heeft gedaan over de verkoop van UAD-geneesmiddelen en de uitleg van artikel 62. De Afdeling is van oordeel dat uit de letterlijke bewoordingen van deze bepaling volgt dat in een verkooppunt van UAD-geneesmiddelen altijd een (assistent-)drogist fysiek aanwezig moet zijn. Daaruit volgt dat voorlichting op afstand, bijvoorbeeld in de vorm van een tablet waarmee een (assistent-)drogist oproepbaar is, niet te verenigen is met de nu geldende wettekst. Met de voorgestelde wetswijziging wordt de wet op dit punt geactualiseerd.

Kamerstukken