Brief van het presidium van de Tweede Kamer (8-6-2005) met een voorstel tot wijziging van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer der Staten-Generaal en van het Reglement van de Commissie voor de Verzoekschriften in verband met de invoering van het burgerinitiatief
—Met het burgerinitiatief wordt een instrument geïntroduceerd waarmee burgers een nieuw onderwerp of voorstel kunnen agenderen in de Kamer. Onderwerpen die de Tweede Kamer naar het idee van de burger zou moeten agenderen kunnen met inachtneming van bepaalde voorwaarden op de Kameragenda worden geplaatst. Het burgerinitiatief kan worden beschouwd als een vorm van gebruikmaking van het petitierecht. Het verschil tussen een gewone petitie en een burgerinitiatief is dat in het geval van een petitie de burger recht heeft op een antwoord en in het geval van een burgerinitiatief de Kamer zich bovendien verplicht om het onderwerp, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan, op haar agenda te plaatsen en te behandelen. Het burgerinitiatief kan op die manier de participatie en betrokkenheid van burgers vergroten. Het geeft hen de mogelijkheid direct invloed uit te oefenen op de politieke agenda. Het burgerinitiatief moet zo ook bijdragen aan de versterking van de vertegenwoordigende functie van de Kamer en kan een brug slaan tussen ideeën die in de samenleving leven en de landelijke politiek. Het in te stellen burgerinitiatief op landelijk niveau is het recht om onder voorwaarden een voorstel op de agenda van de Kamer te plaatsen. Die voorwaarden of ontvankelijkheidscriteria zijn:
- het voorstel dient gericht te zijn op de instelling, wijziging of afschaffing van een wettelijke regeling of van het regeringsbeleid;
- het voorstel kan niet betreffen: een aangelegenheid van een decentrale overheid;een vraag over, klacht of bezwaar tegen het regeringsbeleid;een onderwerp waarover korter dan één jaar voor indiening van het burgerinitiatief door de Kamer een besluit is genomen, behoudens in het geval van substantiële en voldoende concrete nieuwe feiten of omstandigheden die ten tijde van de beraadslaging over het onderwerp in de Kamer niet bekend waren;
- 15.000 handtekeningen van ingezetenen van Nederland van 16 jaar en ouder.
Zaken die in strijd zijn met de Grondwet en de goede zeden, begrotingen en belastingen worden uitgesloten van het burgerinitiatief. Introductie van het burgerinitiatief wordt door het presidium slechts zinvol geacht indien de initiatiefnemers intensiever bij de parlementaire behandeling worden betrokken dan uitsluitend door middel van een hoorzitting. De essentie bij de behandeling van het initiatief is, dat niet volstaan wordt met een schriftelijke afhandeling naar de initiatiefnemer, maar dat hij betrokken wordt bij het debat voorafgaande aan de besluitvorming. De praktische uitwerking zoals spreektijd, een plaats in de (plenaire) zaal kan verschillen per burgerinitiatief. De initiatiefnemer kan bijvoorbeeld in de slotfase van het debat (al dan niet na afloop van de beraadslaging) maximaal 3 minuten fysiek een plaats gegeven worden om de Kamer toe te spreken of een gemachtigde aanwijzen dit te doen.
Voorgesteld wordt de inwerkingtredingsdatum te laten ingaan op 1 januari 2006.