Wetsvoorstel (25-06-2024) tot Wijziging van de Handelsregisterwet 2007 en de Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies ter beperking van de toegang tot informatie over uiteindelijk belanghebbenden van vennootschappen en andere juridische entiteiten alsmede van de toegang tot informatie over uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies (Wijzigingswet beperking toegang UBO-registers)
—Dit voorstel strekt ertoe om op de regels rondom de toegang tot geregistreerde informatie over de uiteindelijk belanghebbende (ultimate beneficial owner, UBO) van zowel vennootschappen en andere juridische entiteiten als trusts en soortgelijke juridische constructies aan te passen. Omdat het hier gaat om informatie over UBOs die is opgenomen in het UBO-register voor vennootschappen en andere juridische entiteiten dan wel in het UBO-register voor trusts en soortgelijke juridische constructies, is aanpassing van zowel de Handelsregisterwet 2007 als de Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van de trusts en soortgelijke juridische constructies nodig.
Deze aanpassing en de snelle invoering daarvan zijn noodzakelijk. Op 22 november 2022 heeft het HvJ EU uitspraak gedaan in een prejudiciële zaak over het Luxemburgse UBO-register. In deze uitspraak wordt een specifiek onderdeel van de gewijzigde Europese anti-witwasrichtlijn over de openbare toegankelijkheid van het UBO-register ongeldig verklaard. Omdat dit onderdeel van deze richtlijn reeds is geïmplementeerd in Nederlandse regelgeving, heeft de ongeldigverklaring gevolgen voor de Nederlandse UBO-registers en is spoedige aanpassing van de regelgeving nodig. Dit wetsvoorstel strekt er dan ook toe de toegang tot de Nederlandse UBO-registers te beperken. Deze beperking houdt in dat enkel nog toegang hebben tot de UBO-registers:
- partijen waarvan op basis van de anti-witwasrichtlijn verplichte toegang moet worden geregeld, te weten: de bevoegde autoriteiten en FIUs, de meldingsplichtige entiteiten in het kader van het cliëntenonderzoek dat zij op grond van de anti-witwasrichtlijn moeten verrichten en elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die een legitiem belang kan aantonen;
- partijen die toegang krijgen in het belang van de naleving van sancties en het toezicht en de handhaving daarop;
- bestuursorganen en rechtspersonen met een overheidstaak waarvoor het in verband met een wettelijke of Europeesrechtelijke verplichting of bevoegdheid noodzakelijk is om UBOs te achterhalen; en
- partijen die staan ingeschreven in de UBO-registers, voor zover het hun eigen gegevens betreft.
In januari 2024 is, zoals de Afdeling opmerkte, een voorlopig akkoord bereikt op de AML-verordening en de AML-richtlijn. De Afdeling constateert terecht dat in het voorstel voor de nieuwe anti-witwasrichtlijn een nader kader wordt gegeven voor de uitwerking van het begrip legitiem belang. Het wetsvoorstel kent een delegatiebepaling om bij algemene maatregel van bestuur categorieën van natuurlijke personen en rechtspersonen met een legitiem belang aan te wijzen. Voorts kan bij algemene maatregel van bestuur een nadere uitwerking worden gegeven van de wijze waarop een verzoekende partij die tot de categorie aangewezen personen en rechtspersonen behoort het legitiem belang aan kan tonen en de voorschriften die bij het inzien dan wel de verstrekking van informatie uit de UBO-registers van de gegevens gesteld kunnen worden. Bij de uitwerking hiervan in de algemene maatregel van bestuur zal rekening worden gehouden met de inhoud van de nieuwe richtlijn, evenals de uitspraak van het HvJ. Tevens zal in alle gevallen richting de aanvragende partij duidelijk aangegeven worden dat sprake moet zijn van doelbinding met het voorkomen van fraude, witwassen en terrorismefinanciering en dat de Algemene Verordening Gegevensbescherming strikt moet worden nageleefd. Er wordt op dit moment nog nagedacht over de specifieke uitwerking van de algemene maatregel van bestuur. Een van de onderdelen die nog uitgewerkt moet worden is bijvoorbeeld hoe partijen toegang zullen gaan krijgen. Dit zal deels via autorisaties plaatsvinden, maar ook deels door middel van het indienen van een verzoek.