Wet van 16-12-2020, Stb. 2020, 558 en inwerkingtredingsbesluit van 18-12-2020, Stb. 2020, 559

Wet tot wijziging van de Auteurswet, de Wet op de naburige rechten, de Databankenwet en de Wet toezicht en geschillenbeslechting collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2019/790 van het Europees parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake auteursrechten en naburige rechten in de digitale eengemaakte markt en tot wijziging van de Richtlijnen 96/9/EG en 2001/29/EG (Implementatiewet richtlijn auteursrecht in de digitale eengemaakte markt)

Op 17 mei is de Richtlijn (EU) 2019/790 inzake auteursrechten en naburige rechten in de digitale eengemaakte markt en tot wijziging van Richtlijnen 96/9/EG en 2001/29/EG gepubliceerd (PbEU 2019, L 130).

De uiterste datum waarop die richtlijn in Nederlands recht moet zijn omgezet is 7 juni 2021. De richtlijn is onderdeel van de door de Europese Commissie in 2015 gelanceerde strategie voor de Digital Single Market. In het kader van de omzetting van de richtlijn worden de Auteurswet, de Wet op de naburige rechten en de Databankenwet gewijzigd. De richtlijn kent drie hoofddoelstellingen. De eerste hoofddoelstelling is het mogelijk maken van meer en bredere online toegang tot (beschermde) content in de Europese Unie, in het bijzonder voor radio- en televisieprogramma’s, Europese audiovisuele werken en cultureel erfgoed. In dat kader is ook de Richtlijn online omroepdiensten tot stand gekomen die gelijktijdig met deze richtlijn is aangenomen. De tweede hoofddoelstelling is het creëren van een eenvoudiger auteursrechtelijk kader voor onderwijs, onderzoek en cultureel erfgoed en met het oog op de integratie van gehandicapten. De derde hoofddoelstelling is het bewerkstelligen van een duurzamere markt voor cultuurmakers, creatieve bedrijfstakken en de pers waarin rechthebbenden op basis van gelijkwaardigheid met distributeurs van hun content kunnen onderhandelen over licentievoorwaarden en prijzen, waarbij het in het bijzonder nieuwe wijzen van verspreiding van deze content betreft.

De richtlijn voorziet in drie groepen van maatregelen die beogen het al bestaande auteurs- en nabuurrechtelijke raamwerk van Europese regelingen aan te vullen en te moderniseren, alsmede om dat raamwerk zo toekomstbestendig en technologieneutraal mogelijk te maken. Ten eerste verplicht de richtlijn lidstaten om een aantal uitzonderingen en beperkingen op het auteursrecht in te voeren om het auteursrecht aan te passen aan de digitale interne markt. Deze uitzonderingen betreffen:

  1. tekst- en datamining;
  2. digitaal en grensoverschrijdend onderwijs;
  3. behoud van cultureel erfgoed.

Aldus wordt beoogd een billijk evenwicht te bewerkstelligen tussen de rechten en belangen van rechthebbenden enerzijds en gebruikers anderzijds. Ten tweede verplicht de richtlijn lidstaten tot het invoeren van een aantal bepalingen die tot doel hebben de licentieverlening van auteursrechtelijk beschermd materiaal te vereenvoudigen en de toegang tot content te verbeteren. Daarbij gaat het om:

  1. licenties met verruimde werking voor werken die niet in de handel verkrijgbaar zijn;
  2. extended collective licensing;
  3. video on demand;
  4. werken van beeldende kunst in het publieke domein.

Ten derde verplicht de richtlijn lidstaten tot het invoeren van maatregelen om een goed functionerende markt voor auteursrechtelijk beschermde content te bereiken. Deze maatregelen hebben betrekking op:

  1. het persuitgeversrecht;
  2. de mogelijkheid om een deel van de opbrengst van wettelijke heffingen aan uitgevers te doen toekomen;
  3. verplichtingen van platforms;
  4. het auteurscontractenrecht.

De Afdeling advisering van de Raad van State maakte in haar advies kritische opmerkingen over de verhouding van filtermaatregelen tot de vrijheid van meningsuiting en het censuurverbod en een opmerking over de grondslag om richtsnoeren van de Europese Commissie bij algemene maatregel van bestuur om te zetten. Naar aanleiding daarvan is de memorie van toelichting aangevuld.

Inwerkingtreding

De wet treedt in werking met ingang van 07-06-2021, met uitzondering van:

  • artikel I, onderdeel A, dat in werking treedt met ingang van 01-01-2021;
  • artikel I, onderdelen I en L, dat in werking treedt met ingang van 07-06-2022.

Kamerstukken