Wetsvoorstel (19-1-2012) tot wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met het onderbrengen van de basisbeurs voor studenten in de masterfase in het sociaal leenstelsel en het aanbrengen van enkele vereenvoudigingen in het studiefinancieringsstelsel
—Met dit wetsvoorstel stelt de regering voor het sociaal leenstelsel op een dergelijke manier in te voeren dat masterstudenten in plaats van een basisbeurs een sociale studielening wordt aangeboden, die over een langere periode en onder soepele voorwaarden kan worden afbetaald. Daarnaast wordt het studentenreisrecht ingekort met twee jaar tot de nominale studieduur plus één jaar. Een sociaal leenstelsel waarbij masterstudenten meer bijdragen aan hun studie is gerechtvaardigd, omdat een studie een investering is die loont. Bovendien hebben masterstudenten na voltooiing van hun bacheloropleiding goed zicht gekregen op wat de studie inhoudt en hebben ze een beter beeld gekregen van de waarde van de opleiding. Het wetsvoorstel omvat de onderstaande wijzigingen van de Wet studiefinanciering 2000 en andere wetgeving:
- De basisbeurs voor masteropleidingen wordt in het sociaal leenstelsel ondergebracht. De fiscale weglek die daardoor ontstaat wordt gedicht.
- De terugbetaalperiode van de lening wordt verruimd van 15 naar 20 jaar.
- Het studentenreisrecht in de vorm van prestatiebeurs wordt beperkt tot de nominale studieduur plus één jaar i.p.v. drie jaar.
- De dienstverlening aan alle studenten wordt gemoderniseerd waarbij de regels ten aanzien van de aanvullende beurs, de partnertoeslag en de aanvraagprocedure worden vereenvoudigd.
De doelstelling van het wetsvoorstel is vierledig:
- de eigen financiële verantwoordelijkheid van de student wordt gedurende zijn opleiding stap voor stap uitgebreid;
- het stelsel wordt toekomstbestendiger gemaakt door vereenvoudiging van de regelgeving;
- door de ingrepen blijft de financiële toegankelijkheid van het onderwijs gewaarborgd; en
- de vrijgespeelde middelen kunnen voor de kwaliteit van het onderwijs worden ingezet.
Het voorstel is om het sociaal leenstelsel voor masteropleidingen vanaf studiejaar 2012/2013 in te voeren. Voor bacheloropleidingen blijft de basisbeurs onderdeel van het prestatiebeursregime. Vanaf studiejaar 2012/2013 worden voor masteropleidingen geen nieuwe basisbeursrechten in de vorm van een prestatiebeurs meer toegekend, tenzij de basisbeursrechten nog niet zijn verbruikt. Studenten aan een masteropleiding mogen het basisbeursbedrag (of desgewenst een lager bedrag) als lening opnemen. De aanvullende beurs, de toeslag éénoudergezin en het studentenreisrecht blijven ook in de masterfase prestatiebeursrechten. Het prestatiebeursvereiste houdt in dat een student binnen 10 jaar na eerste opname van studiefinanciering een hoger onderwijsopleiding moet hebben afgerond om de prestatiebeurs van een lening in een gift omgezet te krijgen. Door de terugbetaaltermijn met 5 jaren te verlengen, daalt het termijnbedrag voor voormalig studerenden met circa 20% ten opzichte van de terugbetaaltermijn van 15 jaar (bij 3% rente). Verder wordt de boete die studerenden moeten betalen voor het onterecht beschikken over een reisproduct verhoogd van € 68 naar € 97 per halve kalendermaand.
Onder de maatregelen ter vereenvoudiging vallen:
- peiljaarverlegging bij inkomensachteruitgang;
- aanvragen en wijzigen met terugwerkende kracht;
- afschaffing partnertoeslag;
- buiten beschouwing laten van variabelen in de berekening van de aanvullende beurs;
- afschaffing van de weigerachtige en onvindbare-ouderprocedure.
Kamerstukken
- TK 2011/12, 33 145, nr. 1
- TK 2011/12, 33 145, nr. 2
- TK 2011/12, 33 145, nr. 3
- TK 2011/12, 33 145, nr. 4
- TK 2011/12, 33 145, nr. 6
- TK 2011/12, 33 145, nr. 8
- TK 2011/12, 33 145, nr. 9
- TK 2011/12, 33 145, nr. 11
- TK 2011/12, 33 145, nr. 12
- TK 2011/12, 33 145, nr. 13
- TK 2011/12, 33 145, nr. 20
- TK 2011/12, 33 145, nr. 32
- TK 2011/12, 33 145, nr. 35
- EK 2011/12, 33 145, nr. A
- EK 2011/12, 33 145, nr. B
- EK 2011/12, 33 145, nr. C