Wetsvoorstel (30-1-2004) tot wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 in verband met wijziging omzetmoment eerste 12 maanden prestatiebeurs en afschaffing 1 februari-regel.
Deze wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 regelt dat met ingang van het studiejaar 2004-2005 in het hoger onderwijs de prestatienorm voor de studiefinanciering wordt aangescherpt. Studenten krijgen hun prestatiebeurs in eerste instantie uitgekeerd als een lening. Pas wanneer de student een bepaalde prestatie verricht heeft, wordt de lening omgezet in een gift. Die 'omzetting' van een lening in een gift kan op dit moment plaatsvinden op drie momenten:
a. Studenten die - in het eerste jaar dat zij een prestatiebeurs ontvangen - voor 1 februari stoppen met hun studie, krijgen de tot dan toe verkregen prestatiebeurs omgezet in een gift. Het gaat dus om maximaal 5 maanden basisbeurs en de OV-studentenkaart. De aanvullende beurs is in het eerste jaar altijd een gift (één februari-regel).
b. Studenten die in het eerste jaar dat zij een prestatiebeurs ontvangen 30 studiepunten halen (of 20 studiepunten bij inschrijving na 31 januari), krijgen de eerste twaalf maanden basisbeurs en OV-studentenkaart omgezet in een gift (eerstejaarsomzetting).
c. Bij het behalen van het afsluitend diploma (bachelor diploma in het HBO, bachelor of master-diploma in het WO) wordt de gehele prestatiebeurs omgezet in een gift.
Het wetsvoorstel laat de onder a en b genoemde omzettingsmomenten vervallen. Voor omzetting van de prestatiebeurs van het eerste studiejaar zal de eis van een behaald diploma gaan gelden. Het gaat hierbij alleen om de basisbeurs en OV-studentenkaart. De aanvullende beurs is in de eerste twaalf maanden altijd een gift.
Afschaffing eerstejaarsomzetting
De student die binnen 10 jaar een diploma haalt, merkt niets van deze wijziging. Het zijn alleen de studenten die wel in hun eerste jaar 30 (of 20) studiepunten halen, maar uiteindelijk niet een diploma halen die dit zullen merken. Zij krijgen hun eerste jaar prestatiebeurs niet direct meer omgezet. Omdat zij ook niet binnen 10 jaar een diploma inleveren, zal de eerste jaars-prestatiebeurs een lening blijven. De schatting is dat het hierbij gaat om ca. 7000 studenten per jaar. Voor deze studenten betekent de afschaffing van de eerstejaarsomzetting een extra stimulans om een diploma te halen.
Afschaffing 1 februari-regel
Het afschaffen van de 1 februari-regel betekent een extra stimulans voor de student om zijn opleiding te vervolgen of snel een keuze te maken voor een andere, meer passende opleiding in het hoger onderwijs. Het benadrukt het belang van goede studiekeuze en het snel beslissen of je op de goede plek zit of beter over kunt stappen. Veel studenten doen dat ook, namelijk de helft van de HBO-studenten die van de 1 februari-regel gebruik maakt, en een kwart van de WO-studenten. Deze studenten ondervinden, als zij de tweede studie met goed resultaat afronden, geen financieel nadeel.