Wet van 24-10-2019, Stb. 2019, 401

Wet houdende de invoering van een zorgplicht ter voorkoming van de levering van goederen en diensten die met behulp van kinderarbeid tot stand zijn gekomen (Wet zorgplicht kinderarbeid)

—Het doel van deze wet is om ervoor te zorgen dat consumenten ervan uit kunnen gaan dat de goederen en diensten die zij op de Nederlandse markt kopen, verkocht worden door ondernemingen die er binnen hun mogelijkheden redelijkerwijs alles aan doen om te voorkomen dat hun producten en diensten tot stand komen met gebruikmaking van kinderarbeid. De wet vraagt bedrijven te verklaren dat zij het nodige doen om kinderarbeid te voorkomen. De verklaring die ondernemingen volgens de regeling dienen af te geven dient tenminste in lijn te zijn met de United Nations Guiding Principles, waar deze kinderarbeid aangaan. Als na een klacht en daaropvolgende toetsing van het beleid blijkt dat het bedrijf zijn verplichtingen onvoldoende is nagekomen kan een bestuurlijke boete worden opgelegd. Bestuurders van bedrijven die meerdere keren beboet zijn, kunnen strafrechtelijk worden vervolgd.

De garantie dat goederen en diensten van Nederlandse bedrijven gemaakt zijn zonder het gebruik van kinderarbeid is voor bedrijven lastig af te geven. Het betekent dat zij hun gehele productieketens zouden moeten kennen (due diligence) en kunnen controleren. Daarbinnen zouden zij expliciet kinderarbeid moeten herkennen. Veel productieketens zijn lang en weinig transparant, dat maakt het een ingewikkeld proces. Het uitsluiten van kinderarbeid is daarmee lastig te garanderen. Voor het Nederlandse Midden en Klein Bedrijf (MKB) is dit vaak extra lastig vanwege een gebrek aan capaciteit, zowel in de vorm van kennis als financiële middelen. Wel kunnen bedrijven aantonen dat zij alles hebben gedaan wat redelijkerwijs binnen hun macht ligt om te voorkomen dat zij goederen en/of diensten verkopen die met gebruik van kinderarbeid zijn gemaakt of gedistribueerd. Onder meer de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen, de ILO-IOE child labour guidance for business en verschillende instrumenten uit het bestaande IMVO-beleid voorzien bedrijven van diverse handvatten om te kunnen voldoen aan hetgeen gevraagd in deze wet.

De wet is van toepassing op alle bedrijven die fysiek in Nederland goederen en diensten verkopen, op bedrijven die in Nederland gevestigd zijn en hun goederen en/of diensten online verkopen en zich daarbij (mede) richten op de Nederlandse markt en op bedrijven die online verkopen en zich expliciet richten op de Nederlandse markt. Er kunnen (algemene) uitzondering worden aangegeven.

De toezichthouder (de Autoriteit Consument en Markt) zal alleen tot controle overgaan als er een klacht is ingediend. De afgegeven verklaringen zijn openbaar en gratis toegankelijk op de website van de toezichthouder.

Ondernemingen die inkopen bij toeleveranciers die een verklaring hebben afgegeven bij de toezichthouder, wordt rechtszekerheid geboden dat zij voor de desbetreffende goederen en diensten voldoen aan het bepaalde in de wet en als zij alleen maar bij toeleveranciers met een verklaring inkopen worden ze ontslagen van de wettelijke verplichting tot het afgeven van een verklaring.

Inwerkingtreding op een bij kb te bepalen tijdstip.


Kamerstukken