Wet van 06-03-2025 Stb. 2025, 77
Wet tot wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de invoering van een verplichting voor het bestuursorgaan tot het verstrekken van een afschrift aan de minister bij afwijking van het circulair materialenplan en tot wijziging van het begrip landelijk afvalbeheerplan in circulair materialenplan
—Het beleid voor het beheer van afvalstoffen in Nederland is opgenomen in het landelijk afvalbeheerplan (LAP). Hoewel het landelijk afvalbeheerplan in beginsel alle handelingen met afvalstoffen in de hele keten omvat, ligt het zwaartepunt bij goed afvalbeheer. Circulaire economie vereist echter meer dan goed afvalbeheer. Er dienen stappen gezet te worden in de hele keten, van duurzaam grondstoffengebruik tot aan een doelmatig en veilig beheer van afvalstoffen, waarbij het voor een transitie naar een circulaire economie noodzakelijk is om in te zetten op de hogere treden van de r-ladder. Het LAP is één van de instrumenten die hiervoor gebruikt kan worden en bevat hierdoor ook steeds meer teksten die relevant zijn voor de ontwikkeling van een circulaire economie. Ondertussen is in de ontwikkeling van het LAP een omslagpunt bereikt waarbij niet langer meer gesproken wordt van een landelijk afvalbeheerplan, maar van een circulair materialenplan. Ten behoeve van de opvolging van het landelijk afvalbeheerplan door een circulair materialenplan (CMP), met als doel een stimulerend kader te vormen voor de doorontwikkeling van de circulaire economie wordt de wetgeving aangepast op deze naamswijziging. De wettelijke grondslag van het eerste circulair materialenplan blijft met de wijzigingen in deze wet gelijk aan die van het afvalbeheerplan. Op grond van de Wet Milieubeheer moet ieder bestuursorgaan rekening houden met het geldende afvalbeheerplan. Dit betekent dat zij in het algemeen het LAP3 dienen te volgen, maar dat zij hiervan in bijzondere gevallen mogen afwijken.
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.