Wet van 6 juni 2011, Stb. 2011, 288

Wet tot wijziging van een aantal wetten ter uniformering van het loonbegrip

—Met deze wet wordt een uniform loonbegrip ingevoerd voor de heffing van loonbelasting/premie volksverzekeringen, premies werknemersverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage ZVW. De onderdelen van de diverse loonbegrippen die momenteel niet uniform zijn, de zogenaamde discoördinatiepunten, worden opgeheven. Het gaat daarbij om:

  • het werknemersdeel in de Awf-premie;
  • de inleg en opname van levenslooptegoed;
  • de bijtelling privégebruik auto;
  • de vergoeding die werkgevers betalen voor de inkomensafhankelijke bijdrage voor de Zorgverzekeringswet.

Hiermee wordt op korte termijn een administratieve lastenwinst bereikt binnen de contouren van het bestaande stelsel, waarin de loonheffing (van de burgers) en premieheffing (van de werkgevers) afzonderlijk blijven bestaan, maar waarin de grondslag voor de heffingen wordt geüniformeerd. Niet alleen de werkgever is daarbij gebaat. Ook de uitvoering van de loonaangifteketen door de Belastingdienst en het UWV wordt efficiënter en robuuster als details en verschillen tussen loon- en premieheffing worden beperkt. Voor de werknemer wordt het loonstrookje eenvoudiger doordat dit korter en duidelijker wordt, de verschillende tussenberekeningen tussen bruto- en nettoloon vervallen en de correcties bij meerdere dienstbetrekkingen komen te vervallen. Uniformering van de verschillende loonbegrippen (loon voor de loonbelasting/premie volksverzekeringen, loon voor de premies werknemersverzekeringen en loon voor de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet) tot één loonbegrip vergt aanvullende maatregelen om financiële effecten voor bedrijven, burgers en overheid te voorkomen. Deze wet, die een uniform loonbegrip regelt, is een noodzakelijke stap op weg naar verdere substantiële vereenvoudigingen.

Inwerkingtreding op een bij kb te bepalen tijdstip.
 

Kamerstukken