Wet van 19 mei 2011, Stb. 2011, 345
Wet van 19 mei 2011 met een integraal kader voor regels over gehouden dieren en daaraan gerelateerde onderwerpen
—Deze wet geeft regels die in hoofdzaak gehouden dieren betreffen. Ook worden dieren beschermd die niet worden gehouden, in het bijzonder door het verbod op dierenmishandeling en de plicht om hulpbehoevende dieren zorg te verlenen. Deze wet introduceert een integraal wettelijk kader voor de regels met betrekking tot het gedrag van mensen jegens dieren en de regels ter beheersing van de risico’s die dieren of van dieren afkomstige producten mee kunnen brengen voor de mens en voor andere dieren. Het betreft kaderwetgeving en een stelsel van uitvoeringsregelgeving. Het voorziet voorts in het vervallen van een aantal bepalingen van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en de intrekking van de Kaderwet diervoeders, de Diergeneesmiddelenwet, de Wet op de dierenbescherming en de Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde 1990. Het uitgangspunt van deze wet bij de integratie van de bestaande wetgeving is het respect voor dieren en duurzaamheid. De wet bevat onder meer verboden op dierenmishandeling, op tentoonstellingen, wedstrijden en handel met dieren waarbij een verboden ingreep is verricht, op het opzettelijk besmetten van dieren, op het uitloven van dieren als prijs, en op dierengevechten.
Verder wordt voorzien in een grondslag voor regels die de wijze waarop de mens omgaat met dieren normeren. Met deze bepalingen kunnen regels worden gesteld in het belang van het dierenwelzijn, de zorg voor de gezondheid van dieren in samenhang met overige in het geding zijnde belangen. Verder zijn er bepalingen over diervoeders, diergeneesmiddelen, biotechnologie, dierlijke producten, de productie en de keuring van vlees en dierenartsen. De wet verleent daarnaast aan de de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (inmiddels de Minister van EL&I) bevoegdheden om maatregelen te treffen bij een uitbraak van een dierziekte of bij een verdenking van uitbraak, of als er om andere reden sprake is van een zodanige dreiging dat maatregelen van overheidswege nodig zijn ter voorkoming van een uitbraak. Wat de handhaving betreft zijn er regels over toezicht, over bestuursdwang, de introductie van de bestuurlijke boete, de strafrechtelijke handhaving van voorschriften die niet als economisch delict zijn aan te merken, het veterinair tuchtrecht en de gidsen voor goede praktijken. Op 19 maart 2008 werd het voorstel voor deze wet door de regering ingediend. Na een lange behandeling, gedurende welke bij de Tweede Kamer meer dan zestig amendementen en moties werden ingediend en bij de Eerste Kamer nog eens acht moties, is het wetsvoorstel op 17 mei 2011 door de laatste aangenomen.
Inwerkingtreding
Inwerkingtredingsbesluit van 13-12-2012, Stb. 2012, 659
Besluit houdende de vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van een aantal artikelen van de Wet dieren, van het Besluit diergeneesmiddelen, het Besluit diervoeders 2012, het Besluit dierlijke producten en het Besluit handhaving en overige zaken Wet dieren, alsmede tot het doen vervallen van enkele bepalingen uit de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren
—Dit besluit regelt de gedeeltelijke inwerkingtreding van de Wet dieren met ingang van 1 januari 2013. Het betreft de eerste fase van die inwerkingtreding.
Inwerkingtredingsbesluit van 22-01-2015, Stb. 2015, 33
Besluit houdende de vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 2.2, eerste tot en met vierde lid, van de Wet dieren, en artikel 1.4 van het Besluit houders van dieren
—Dit besluit regelt onder meer de inwerkingtreding van artikel 2.2, eerste tot en met vierde lid, van de Wet dieren. Op grond van dat artikel is het verboden om dieren te houden die niet behoren tot de diersoorten die door de minister zijn aangewezen. Deze voorbereiding is nu voltooid. Er is een aanvang gemaakt met de beoordeling van de in Nederland gehouden diersoorten. Voor een aantal zoogdiersoorten is de beoordeling afgerond. In verband hiermee kunnen de genoemde artikelen in werking treden, zodat over de beoordeelde diersoorten een besluit kan worden genomen dat zij aangewezen worden of niet aangewezen worden.
Inwerkingtredingsbesluit van 05-10-2018, Stb. 2018, 362
Besluit houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van een artikel van de Wet dieren alsmede tot het doen vervallen van een artikel van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en het intrekken van het Fokkerijbesluit en de Fokkerijregeling
—Dit besluit regelt drie zaken:
- Ten eerste wordt het tijdstip vastgesteld waarop artikel 2.6, eerste en derde lid, van de Wet dieren in werking treedt. Artikel 2.6 van de Wet dieren biedt de grondslag om regels vast te stellen over het fokken van dieren. Op basis van artikel 6.4 in combinatie met artikel 2.6, derde lid, van de Wet dieren kan uitvoering worden gegeven aan de nieuwe Europese Fokkerijverordening 2016/10121.
- Ten tweede vervalt artikel 76 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren. Regels over fokkerij zullen voortaan op grond van de Wet dieren kunnen worden vastgesteld en niet langer op grond van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren.
- Ten derde worden het Fokkerijbesluit en de Fokkerijregeling ingetrokken. Deze intrekking geschiedt omdat artikel 76 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren vervalt en dit artikel de grondslag vormt voor de genoemde regelgeving. De datum van inwerkingtreding is 1 november 2018. Dit is de datum van inwerkingtreding van de genoemde Europese Fokkerijverordening 2016/1012.
Inwerkingtredingsbesluit van 06-10-2023, Stb. 2023, 334
Besluit tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet aanpak dierenmishandeling en dierverwaarlozing en artikel 1.4 van de Wet dieren (Stb. 2023, 242 en Stb. 2011, 345)
—Artikel 1.4 van de Wet dieren (Stb. 2011, 345) treedt per 1 juli 2024 in werking.
Kamerstukken
- TK 2007/08, 31389, nr. 1
- TK 2007/08, 31389, nr. 2
- TK 2007/08, 31389, nr. 3
- TK 2007/08, 31389, nr. 4
- TK 2007/08, 31389, nr. 5
- TK 2007/08, 31389, nr. 6
- TK 2007/08, 31389, nr. 7
- TK 2008/09, 31389, nr. 9
- TK 2008/09, 31389, nr. 10
- TK 2008/09, 31389, nr. 12
- TK 2009/10, 31389, nr. 13
- TK 2009/10, 31389, nr. 64
- TK 2009/10, 31389, nr. 65
- TK 2009/10, 31389, nr. 66
- TK 2009/10, 31389, nr. 82
- TK 2009/10, 31389, nr. 88
- TK 2009/10, 31389, nr. 89
- TK 2011/12, 31389, nr. 91
- EK 2009/10, 31389, nr. A
- EK 2009/10, 31389, nr. B
- EK 2009/10, 31389, nr. C
- EK 2010/11, 31389, nr. D
- EK 2010/11, 31389, nr. E
- EK 2010/11, 31389, nr. F
- EK 2010/11, 31389, nr. G
- EK 2010/11, 31389, nr. H
- EK 2011/12, 31389, nr. S
- EK 2011/12, 31389, nr. T
- EK 2011/12, 31389, nr. U
- EK 2011/12, 31389, nr. V